België en Frankrijk hebben in november 2021 het dubbelbelastingverdrag van 1964 vernieuwd. De wijziging situeert zich vooral op niveau van de 183-dagen regeling.
Beide landen willen hierdoor meer rechtszekerheid en duidelijkheid creëren. Zo’n dubbelbelastingverdrag regelt de heffingsbevoegdheid van het land in bepaalde situaties. Het betreft niet enkel de beroepsinkomsten, maar ook het onroerend inkomen, roerend inkomen, pensioen, etc.
Wij beperken ons hier tot het gedeelte m.b.t. de beroepsinkomsten.
Woonstaatprincipe
De algemene regel is dat een werknemer belast wordt in het land waar hij gedomicilieerd is, zijnde de woonstaat. Indien echter de werknemer in een ander land werk dan waar hij woont, dan mag het land waar de werkzaamheden uitgeoefend worden, de belastingen op de inkomsten heffen. Dan spreekt men van het werkstaatprincipe.
Uitzondering : 183-dagen regel
Op voorgaande werkstaatprincipe is de 183-dagen regel de uitzondering. In dat geval blijft de werknemer dus belastbaar in de woonstaat hoewel de werknemer werkt in de andere staat. Deze uitzondering is enkel van toepassing indien cumulatief voldaan is aan de volgende voorwaarden:
- de werknemer in de andere Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken die in enig tijdperk van twaalf maanden, dat aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastbaar tijdperk, een totaal van 183 dagen niet te boven gaan, en;
- de loonlast (verloning) niet ten laste wordt genomen door een werkgever gevestigd in de werkstaat;
- de loonlast niet ten laste wordt genomen door een in de werkstaat gevestigde vaste inrichting van de werkgever.
Huidig artikel 11,2 :
“1° de beneficiant verblijft tijdelijk in de andere verdragsluitende Staat voor een of meer tijdvakken welke gedurende het kalenderjaar 183 dagen niet te boven gaan;
2° zijn bezoldiging voor de tijdens dit verblijf uitgeoefende activiteit wordt ten laste genomen door een in eerstgenoemde Staat gevestigde werkgever;
3° hij oefent zijn activiteit niet uit ten laste van een in de andere Staat gelegen vaste inrichting of vaste installatie van de werkgever;”
Gevolgen wijziging
De nieuwe regeling heeft voor gevolg dat wanneer een werknemer gespreid over meerdere kalenderjaren bijvoorbeeld 2020 en 2021 de 183 dagen overschrijdt, er in Frankrijk belastingen geheven moeten worden, terwijl dit onder de oude regeling niet het geval is aangezien daar de 183 dagen per kalenderjaar bekeken moesten worden.
Onder de nieuwe regeling wordt er immers gekeken “naar een tijdperk van 12 maanden”, maar wordt dit losgekoppeld van het kalenderjaar.
De 183-dagen regeling kan onder het nieuwe verdrag ook toegepast worden wanneer de bezoldiging niet ten laste is van een vennootschap in de werkstaat mits de andere voorwaarden vervuld zijn. Indien bijvoorbeeld een werknemer gedomicilieerd in Frankrijk, door zijn Duitse werkgever (zonder vaste inrichting in België) naar België uitgezonden wordt, dan zal deze belastbaar blijven in Frankrijk gedurende de periode van detachering aangezien de Duitse werkgever geen vaste inrichting in België heeft en voldaan is aan de overige voorwaarden.
In het huidig artikel wordt immers een ‘actie’ vereist, m.n. “de tijdens het verblijf uitgeoefende activiteit wordt ten laste genomen door een in eerstgenoemde Staat gevestigde werkgever”, zodat de 183-dagen niet van toepassing is, wanneer er geen vaste inrichting in de werkstaat is.
Grensarbeidersregeling
De regeling betreffende de grensarbeiders wordt onder het nieuwe verdrag niet gewijzigd.
Deze grensarbeidersregeling voorziet dan een werknemer woonachtig in de Franse grensstreek en werkzaam in de Belgische grensstreek, onder de Franse heffingsbevoegdheid valt en blijft zolang dat de werknemer maar maximaal 30 dagen per kalenderjaar buiten de Belgische grensstreek werkt.
In 2033 houdt deze regeling op met bestaan.
Inwerkingtreding
De inwerkingtreding is voorzien voor 1 januari 2023, maar in beide landen moet het verdrag nog bekrachtigd worden zodat deze datum ook nog gewijzigd kan worden.
Bron: Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Franse Republiek voor het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en voor het voorkomen van het ontwijken en het ontduiken van belasting, 9 november 2021.