Om de opleiding van werknemers te ondersteunen verplicht de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen (zogenaamde arbeidsdeal) werkgevers die 20 of meer werknemers in dienst hebben om opleidingsplannen op te stellen.
Voorlopig zijn werkgevers met minder dan 20 werknemers vrijgesteld van deze verplichting.
Opleidingsplan
Werkgevers met minstens 20 werknemers moeten dus jaarlijks een formeel opleidingsplan opstellen tegen 31 maart.
Uiterlijk 15 maart moeten werkgevers dit plan voor advies voorleggen aan de bevoegde overlegorganen, of bij gebreke hier aan, aan de werknemers.
Het plan bevat minimaal de formele en informele opleidingen en geldt voor een minimumduurtijd van 1 jaar. Ook moet er in opgenomen worden welke de opleidingen zijn die aangeboden worden, en de doelgroep van de opleidingen.
Inhoudelijk moet er ook gekeken worden dat het opleidingsplan rekening houdt met de risicogroepen, de knelpuntberoepen – al dan niet op sectoraal niveau bepaald-, en ook de genderdimensie. Het gaat hier niet om een juridische verplichting, maar wel om een aanbeveling.
De paritaire comités kunnen de minimale voorwaarden nog bepalen die het opleidingsplan moet bevatten.
Inwerkingtreding
De verplichting tot het opstellen van het jaarlijks opleidingsplan treedt retroactief in werking op 1 september 2022.
Voor 2023 betekent dit dat een jaarlijks opleidingsplan vóór 31 maart 2023 opgesteld moet worden.
De eerste opleidingsplannen moeten bijgevolg gedurende het eerste trimester van 2023 opgesteld worden om vanaf 1 april 2023 van toepassing te zijn.
Duurtijd
Het plan wordt minimaal voor een duurtijd van één jaar gesloten. Een meerjarenplan is ook mogelijk, maar de sociale overlegorganen behouden hierbij wel hun recht op raadpleging (bv. evaluatie van het lopende plan). Dit onderdeel wordt dan ook best voorzien in een meerjarenplan.
Formaliteiten
De regelgeving voorziet dat de werkgever binnen de maand na de inwerkingtreding van het opleidingsplan op elektronische wijze een afschrift daarvan aan de door de Koning aangewezen ambtenaar zendt. Echter, momenteel is de bevoegde ambtenaar nog niet aangeduid en zijn de nadere regels en voorwaarden nog niet vastgesteld.
Momenteel is er geen sanctie voorzien wanneer het plan niet tijdig klaar is.
Als de plannen niet worden opgesteld, kan dit wel het onderwerp uitmaken van sociaal overleg binnen de onderneming. Een strafbepaling kan in de toekomst uiteraard wel voorzien worden.
Federal Learning Account
Tijdens de ministerraad van 17 februari 2023 is de invoering van een ‘Federal Learning Account’ aan bod gekomen. Het betreft een elektronische toepassing die de werkgevers en werknemers in staat stelt de individuele en sectorale opleidingsrechten te beheren en te consulteren.
In deze account kunnen ook de opleidingsdagen waarop de werknemer recht heeft, de reeds gevolgde opleidingsdagen en de gevolgde opleidingen geraadpleegd worden. Ook het overgedragen opleidingskrediet zou zichtbaar zijn.
Deze account is persoonsgebonden en raadpleegbaar gedurende de actieve loopbaan op de Belgische arbeidsmarkt.
Werkgevers moeten via deze onlineapplicatie binnen de 20 dagen na einde van een opleiding of opleidingscyclus per werknemer de gevolgde opleidingen registreren.
Tijdens de ministerraad van 14/07/2023 werd het voorontwerp van wet in tweede lezing goedgekeurd.
Het voorontwerp van wet besteedt ook aandacht aan de geautomatiseerde verwerking van de persoonsgegevens van de werknemers die in deze digitale applicatie zijn opgenomen. In dit verband voorziet het voorontwerp in wettelijke verplichtingen voor de verwerkingsverantwoordelijken bij het registreren en beheren van persoonsgegevens.
Het voorontwerp van wet zal worden ingediend bij de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Bron : Ministerraad van 17/02/2023 ‘Invoering van een elektronische toepassing ‘Federal Learning Account’; FAQ Fod WASO i.v.m. opleidingsplan; Ministerraad 14/07/2023 “Invoering van een elektronische toepassing “Federal Learning Account” – Tweede lezing”.