Op zondag 27 maart 2022 wordt de klok van 2 uur doorgedraaid naar 3 uur. De klok wordt dus 1 uur vooruit gedraaid.
Deze omschakeling heeft gevolgen voor uw werknemers die gedurende deze nacht in de nachtdienst werken en een uur meer zullen presteren.
CAO nr. 30 bepaalt hoe de bezoldiging van deze werknemers moet berekend moet worden.
Wat bepaalt CAO nr. 30?
Ploegenarbeid
Bij voorkeur werkt de ploeg die tijdens de overgang naar het zomeruur zal werken, eveneens tijdens de overgang naar het winteruur. In dat geval wordt voor beide nachten het loon voor 8 uren betaald.
De werknemer die bij de omschakeling naar het winteruur ook in de nachtploeg werkte, ontving hiervoor het loon voor 8 u, ook al presteerde hij er 9. Bij de omschakeling naar het zomeruur zal de werkgever aan deze werknemer ook het loon voor 8 arbeidsuren betalen, hoewel de werknemer dan slecht 7u voor moet werken.
Wanneer het niet mogelijk is dezelfde ploeg tijdens beide nachten te laten werken, moet het loon als volgt berekend worden:
- de werknemers die door de overgang naar het zomeruur slechts 7 u werken, ontvangen toch een loon voor 8u;
- de werknemers die door de overgang naar het winteruur 9u presteren, ontvangen een loon voor 9u prestaties.
gewerkt tijdens zomeruur én winteruur | enkel gewerkt tijdens zomeruur | enkel gewerkt tijdens winteruur |
in beide nachten loon voor 8 uren | loon voor 8 uren | loon voor 9 uren |
Geen ploegenarbeid
Zij ontvangen loon voor de prestaties die werkelijk worden verricht. Werkt uw werknemer tijdens de nacht van 24 op 25 oktober bijvoorbeeld van 22 uur tot 6 uur, dan presteert hij 9 uren en ontvangt hij dus ook het loon voor deze 9 uren.
zomeruur | winteruur |
loon voor 7 uren | loon voor 9 uren |
Bron: NAR-CAO nr. 30 van 28/3/77 betreffende de problemen die inzake beloning van sommige werknemers rijzen bij de overschakeling naar het zomeruur evenals naar het winteruur.