Het Grondwettelijk Hof heeft op 23/01/2020 de wetgeving rond de mobiliteitsvergoeding (cash for car) vernietigd.
De mobiliteitsvergoeding bestaat sinds 1 januari 2018 en geeft werknemers de mogelijkheid om hun (recht op een) bedrijfswagen in te ruilen tegen een vergoeding met een gunstige sociale en fiscale behandeling.
Het Hof volgt het standpunt van de eisende partijen en oordeelt dat de mobiliteitsvergoeding geen garantie biedt om meer duurzame mobiliteit en minder file te bewerkstelligen. Zo worden er namelijk geen beperkende voorwaarden gekoppeld aan het inruilen van de bedrijfswagen tegen een vergoeding. Een werknemer kan er dus nog voor opteren om met zijn eigen wagen te komen werken. Hierdoor is er geen redelijke verantwoording aanwezig voor de fiscaal gunstigere behandeling van de mobiliteitsvergoeding t.o.v. gewoon brutoloon. Daarom besluit het hof tot vernietiging van de betreffende wet.
Er werd daarbij wel voorzien in een overgangsregeling zodat mobiliteitsvergoedingen volgens hun fiscaal en sociaal gunstig regime nog uitbetaald kunnen worden tot en met 31/12/2020.
Na deze datum valt definitief het doek en zullen de werkgever en werknemer ene andere invulling voor dit bedrag moeten zoeken . Het mobiliteitsbudget kan een oplossing bieden, maar dan moet dit uiterlijk 31/12/2020 in orde gebracht worden.
Bron: GwH 23 januari 2020, nr. 11/2020; Wet van 30 maart 2018 betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding, BS 7 mei 2018.
