De vergoedingen betaald in het kader van verenigingswerk -artikel 17 KB RSZ worden op fiscaal vlak als divers inkomen beschouwd. Dit houdt in dat de vergoedingen belast worden aan een tarief van 20 %. Wel geldt er een forfaitaire kostenaftrek van 50 % zodat er uiteindelijk maar een belastingtarief van 10 % voorhanden is.
Wanneer de voorziene uren overschreden worden, afhankelijk van de sector waarin de verenigingswerker-artikel 17 werkt of het grensbedrag van maximum 6.540,00 € bruto (IJ 2022) op jaarbasis wordt overschreden, dan zullen alle inkomsten als beroepsinkomsten beschouwd worden, en belast worden aan het progressief tarief. Bij het berekenen van dit bedrag moeten ook de inkomsten uit deeleconomie worden meegeteld.
De bezoldigingen waarmee rekening gehouden moet worden voor de berekening van het grensbedrag zijn alle vergoedingen toegekend voor prestaties geleverd in het kader van artikel 17 KB RSZ.
De Minister heeft in een recente vraag geantwoord dat de wet op het verenigingswerk uitdrukkelijk bepaalt dat de voordelen zoals de tussenkomst van de werkgever in een maaltijdcheque of sociale voordelen behoren tot het brutobedrag dat als een divers inkomen moet worden belast. Dit geldt ook voor alle andere sociale voordelen zoals vermeld in toegekend aan een
werknemer tewerkgesteld in het kader van artikel 17 KB RSZ.
Deze vergoedingen moeten m.a.w. ook meegenomen worden voor de berekening van het toegelaten jaarbedrag.
Op basis van de vigerende wettelijke bepalingen geldt de vrijstelling voor maaltijdcheques en sociale voordelen enkel in het kader van de beroepsinkomsten en niet voor diverse inkomsten. Dit in tegenstelling tot bij de gewone tewerkstelling waar bijvoorbeeld de maaltijdcheques vrijgesteld zijn van belastingen.
Bron : Vr. en Antw. Kamer 2021-2022, 27 juni 2022, nr. 88/08819, 197
