Met een KB van 15 september 2020 tracht de overheid de ziekte-uitkering voor zelfstandigen op te trekken naar het niveau van het corona-overbruggingsrecht. In een aantal gevallen lag de arbeidsongeschiktheidsuitkering voor zelfstandigen en meewerkende echtgenoten lager dan het overbruggingsrecht.
Voorwaarden
De aanvullende uitkering wordt toegekend aan:
- de zelfstandigen en meewerkende echtgenoten (zonder gezinslast) op voorwaarde dat hun arbeidsongeschiktheid ten vroegste vanaf 1 maart 2020 aanvat is;
- de zelfstandigen en meewerkende echtgenoten (zonder gezinslast), de niet onder het vorige lid vallen, en die al dan niet volledig een re-integratietraject met toelating van de adviserende arts volgen, en waarvoor de zelfstandige activiteit gedurende ten minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen vanaf 1 maart 2020 stopgezet is. Wanneer er een werkloosheidsuitkering ontvangen wordt,
De aanvullende crisisuitkering wordt toegekend voor elke dag waarvoor de gerechtigde recht heeft op de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Tijdelijk karakter
De uitkering zal slechts toegekend worden voor een periode van arbeidsongeschiktheid tot en met 31 december 2020.
Bedrag
Het bedrag van de aanvullende crisisuitkering is gelijk aan het verschil van 49,68 euro en het bedrag van de primaire ongeschiktheidsuitkering of het bedrag van de invaliditeitsuitkering.
Retroactief
Het KB treedt retroactief in werking met ingang van 1 maart 2020.
Uiterlijk 1 januari 2021 zullen de verzekeringsinstellingen de aanvullende crisisuitkering uitbetalen aan de gerechtigden voor de periode van arbeidsongeschiktheid.
Bron: KB van 15 september 2020 houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten, BS 23 september 2020.