Even ter herhaling
Het fiscaal gunstig regime voor overuren is normaal gezien beperkt tot 130 overuren per jaar en per werknemer.
- Werken in onroerende staat (bouwsector en aanverwante sectoren): 180 uur per jaar per werknemer op voorwaarde dat het gaat om werven waar effectief gebruik wordt gemaakt van een aanwezigheidsregistratiesysteem (checkin@work).
- Horecasector: 360 overuren per jaar per werknemer.
Tijdelijke verhoging in uitvoering van het sociaal akkoord
In uitvoering van het sociaal akkoord 2021 – 2022 heeft de NAR (cf. advies nr. 2237) aan de regering gevraagd om de nodige wetgevende maatregelen te treffen opdat het aantal fiscaal gunstige overuren tijdelijk opgetrokken zou worden van 130 overuren naar 180 overuren voor alle sectoren voor de periode van 1 juli 2021 t.e.m. 30 juni 2023.
De wet van 12 december 2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 heeft het aantal overuren waarvoor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing kan worden verleend, opnieuw tijdelijk verhoogd van 130 naar 180 uren voor werknemers uit alle sectoren en dit voor de overuren gepresteerd in de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023.
Voor 2021 en 2023 geldt er een bijzondere regeling aangezien het in beide gevallen geen volledig jaar betreft.
- 2021: de bijkomende 50 overuren waarvoor een belastingvermindering/ BV-vrijstelling kan worden verleend, moeten gepresteerd worden in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021. Om te bepalen of het om de eerste 180 uren gaat die als overwerk worden gepresteerd in 2021, worden voor de uren overwerk gepresteerd in de periode van 1 januari 2021 tot 30 juni 2021 voor maximum 130 uren in rekening gebracht.
- 2023 : de verhoging geldt slechts tot en met 30 juni 2023. De verhoging zal dus enkel worden toegepast voor de 50 uren overwerk die een werknemer bovenop het basiscontingent van 130 uren presteert in de periode van 1 januari 2023 tot 30
juni 2023.
Voor de bezoldigingen die in 2022 worden betaald of toegekend, geldt de verhoging voor de overuren die in het volledige jaar 2022 worden gepresteerd.
Voor de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing voor overwerk worden volgende codes gehanteerd voor de aangifte in de bedrijfsvoorheffing:
- de code 44: voor de eerste 130 overuren met een overwerktoeslag van 50 of 100 pct.;
- de code 45: voor de eerste 130 overuren met een overwerktoeslag van 20 pct.;
- de code 51: voor 50 bijkomende overuren wanneer werken in onroerende staat worden verricht op werven met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem en een overwerktoeslag geldt van 50 of 100 pct.;
- de code 52: voor 50 bijkomende overuren wanneer werken in onroerende staat worden verricht op werven met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem wanneer een overwerktoeslag geldt van 20 pct.;
- de code 55: voor 230 bijkomende overuren in de horeca;
- de code 58: voor de 50 bijkomende overuren in het kader van de tijdelijke verhoging n.a.v. het interprofessioneel akkoord met een overwerktoeslag van 50 of 100 pct;
- de code 59: voor de 50 bijkomende overuren in het kader van de tijdelijke verhoging n.a.v. het interprofessioneel akkoord met een overwerktoeslag van 20 pct.
Op deze manier kan beter worden bepaald in welke mate gebruik wordt gemaakt van de tijdelijke verhoging van het aantal fiscaal voordelige uren overwerk in het kader van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2021-2022.
Permanente verhoging ‘werken in onroerende staat’
Daarnaast zou de overheid het hierboven vermelde krediet aan fiscaal voordelige overuren voor werkgevers die werken in onroerende staat uitvoeren willen verhogen van 180u naar 220 u of zelfs 280u (werkgevers die hoofzakelijk wegenwerken verrichten met uitsluiting van het aanleggen van ondergrondse leidingen en kabels en werkgevers aan wie de overheid oplegt om in het weekend, op feestdagen of ’s nachts te werken). Hierbij geldt nog steeds de voorwaarde dat er effectief gebruik gemaakt moet worden van een aanwezigheidsregistratiesysteem.
De Europese commissie moet zich eerst nog uitspreken over deze vorm van staatssteun. Het is nog maar de vraag of de Europese commissie zich hierin zal kunnen vinden. Een KB zal de datum van inwerkingtreding vastleggen op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de goedkeuring door de Europese Commissie.
Bron: KB van 17 december 2021 tot wijziging van de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 2751, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, BS 24 december 2021.