De RSZ heeft in de administratieve instructies van Q1 2019 de tabel van de forfaitaire kosten eigen aan de werkgever aangepast. De fietsvergoeding, bureauvergoeding en de kledijvergoeding werden aangepast.
Hieronder een overzicht van de aangepaste bedragen.
Onkostenvergoeding | Maximumbedrag | Voorwaarden |
Woon-werkverplaatsingen en beroepsverplaatsingen met de fiets (al dan niet elektrisch aangedreven) of de speed pedelec | 0,24 EUR/km | – voor beroepsverplaatsingen mag de vergoeding alleen toegekend worden als de fiets of de speed pedelec eigendom is van de werknemer |
Bureaukosten: werknemers die een deel van hun werk thuis doen | 126,94 EUR/maand | – dekt de kosten voor verwarming, elektriciteit, klein bureaugereedschap, … Dit forfait mag alleen toegekend worden aan werknemers die structureel en op regelmatige basis een gedeelte van hun arbeidstijd thuis presteren en die bijgevolg in hun woning een ruimte moeten inrichten waar zij dat werk kunnen doen. Voor werknemers die bij hun werkgever een werkplaats hebben, wordt dit forfait alleen aanvaard als uit hun functie duidelijk blijkt dat zij op regelmatige basis thuis werken. Voor werknemers die vallen onder de wetgeving op de arbeidsduur wordt dit forfait dus niet aanvaard wanneer het gaat om een werknemer die de maximale wettelijke arbeidsduur die voor hem geldt bijna uitsluitend verricht op een werkplek ingericht door de werkgever. |
Aankoop van werkkledij | 1,74 EUR/dag | – het gaat alleen om werkkledij in de strikte zin van het woord (overalls, veiligheidsschoenen, …) of andere kledij die door de werkgever wordt opgelegd en die niet als gewone stads- of vrijetijdskledij kan worden gedragen (uniform, …). |
Onderhoud van werkkledij | 1,74 EUR/dag | – het gaat alleen om werkkledij in de strikte zin van het woord (overalls, veiligheidsschoenen, …) of andere kledij die door de werkgever wordt opgelegd en die niet als gewone stads- of vrijetijdskledij kan worden gedragen (uniform, …). |
Bron: administratieve instructies RSZ – 2019/01.