Naar aanleiding van een verzoek van de Europese Commissie tot aanpassing van de Belgische wetgeving, heeft de wetgever een voorontwerp van wet ingediend die de arbeidsrechtelijke omkadering regelt van een arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval die zich voordoet tijdens de jaarlijkse vakantie van de werknemer.
De Europese Commissie heeft immers vastgesteld dat de huidige Belgische wetgeving niet toelaat dat een werknemer zijn vakantiedagen op een later tijdstip opneemt indien tijdens zijn vakantieperiode een ziekte zich voordoet. Momenteel verliest de werknemer de vakantiedagen die samenvallen met zijn ziekte. Dit is in strijd zijn met de Europese richtlijn betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd aangezien de lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen zodat alle werknemers jaarlijks met behoud van loon ten minste 4 weken vakantie kunnen opnemen.
De regelgeving inzake jaarlijkse vakantie wordt derhalve aangepast om deze in overeenstemming te brengen met de betreffende Europese Richtlijn.
Als de werknemer van dit recht gebruik wilt maken, moet hij dit aan de werkgever meedelen, uiterlijk bij de overhandiging van het geneeskundig attest. De werknemer moet dus steeds een geneeskundig getuigschrift voorleggen, ook wanneer dit niet vereist zou zijn. Wanneer de werknemer zich niet op zijn thuisadres bevindt, moet hij de werkgever onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn verblijfsadres. Indien alle regels correct nageleefd worden, behoudt de werknemer het aantal vakantiedagen die samenvallen met de dagen van arbeidsongeschiktheid vanaf het einde van de periode van arbeidsongeschiktheid. De werknemer heeft tevens recht op een gewaarborgd loon voor de dagen van arbeidsongeschiktheid die samenvallen met de vakantie.
Van zodra wij concreet zicht hebben op de inhoud van het wetsontwerp, berichten wij u verder.
Bron: Persbericht van de Ministerraad van 25 november 2022