Bijzondere bijdrage sociale zekerheid
In het kader van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid werd een bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid ingevoerd. Deze bijdrage varieert naargelang de grootte van het loon van de werknemer, en zijn gezinstoestand.
Het totale bedrag van de bijzondere bijdragen wordt vermeld op de fiscale fiche van de werknemer en aangegeven in de DmfA (per kwartaal).
De aan de RSZ betaalde bedragen zijn voorschotten op de jaarlijks verschuldigde bijdrage. De definitieve afrekening wordt door de administratie der directe belastingen verricht bij de belastingheffing in de personenbelasting.
Verlaging
In het kader van een mini-taxshift wordt de bijzondere bijdrage sociale zekerheid (BBSZ) verlaagd in een eerste stap voor de uiteindelijke afschaffing van deze bijdrage. Deze verlaging wordt ook uitwerking voor de inhoudingen van de bijzondere bijdrage sociale zekerheid op het loon. Door deze wijzigingen zullen bepaalde werknemers een hoger nettoloon ontvangen.
Gezinstoestand
In de berekening wordt er voorzien in een onderscheid tussen belastingplichtigen die alleen worden belast en belastingplichtigen voor wie een gemeenschappelijke aanslag (gehuwde of wettelijk samenwonende werknemers) wordt gevestigd. In dat laatste geval wordt er daarbij nog bijkomend het onderscheid gemaakt tussen de echtgenoot met of zonder eigen inkomsten.
Berekening
Op kwartaalbasis bedraagt de inhouding:
- gemeenschappelijke aanslag
- echtgenoot met beroepsinkomsten
- 15,45 EUR per kwartaal voor de werknemer van wie het aan te geven kwartaalloon begrepen is in de schijf >= 3.285,29 EUR en < 5.836,14 EUR;
- 5,90 % van het gedeelte van het maandloon dat 1.945,38 EUR overschrijdt en dat begrepen is in de schijf > 1.945,38 EUR en =< 2.190,18 EUR en voor zover het aan te geven kwartaalloon begrepen is in de schijf >= 5.836,14 EUR en =< 6.570,54 EUR met een minimum van 15,45 EUR per kwartaal;
- 43,32 EUR per kwartaal, verhoogd met 1,10 % van het gedeelte van het maandloon dat 2.190,18 EUR overschrijdt voor zover het aan te geven kwartaalloon > 6.570,54 EUR met een maximum van 154,92 EUR per kwartaal;
- echtgenoot zonder beroepsinkomsten
- 5,90 % van het gedeelte van het maandloon dat 1.945,38 EUR overschrijdt en dat begrepen is in de schijf > 1.945,38 EUR =< 2.190,18 EUR en voor zover het aan te geven kwartaalloon begrepen is in de schijf >= 5.836,14 EUR en =< 6.570,54 EUR;
- 43,32 EUR per kwartaal, verhoogd met 1,10 % van het gedeelte van het maandloon dat 2.190,18 EUR overschrijdt voor zover het aan te geven kwartaalloon > 6.570,54 EUR met een maximum van 182,82 EUR per kwartaal;
- echtgenoot met beroepsinkomsten
- individuele aanslag
- 4,22 % van het gedeelte van het maandloon dat 1.945,38 EUR overschrijdt en dat begrepen is in de schijf > 1.945,38 EUR en =< 2.190,18 EUR en voor zover het aan te geven kwartaalloon begrepen is in de schijf >= 5.836,14 EUR en =< 6.570,54 EUR;
- 30,99 EUR per kwartaal, verhoogd met 1,10 % van het gedeelte van het maandloon dat 2.190,18 EUR overschrijdt en dat begrepen is in de schijf > 2.190,18 EUR en =< 3.737,00 EUR en voor zover het aan te geven kwartaalloon begrepen in de schijf > 6.570,54 EUR en =< 11.211,00 EUR;
- 82,05 EUR per kwartaal, verhoogd met 3,38 % van het gedeelte van het maandloon dat 3.737,00 EUR overschrijdt en dat begrepen is in de schijf > 3.737,00 EUR en =< 4.100,00 EUR en voor zover het aan te geven kwartaalloon begrepen is in de schijf > 11.211,00 EUR en =< 12.300,00 EUR;
- 118,83 EUR per kwartaal, verhoogd met 1,10 % van het gedeelte van het maandloon dat 4.100,00 EUR overschrijdt en dat begrepen is in de schijf > 4.100,00 EUR en =< 6.038,82 EUR en voor zover het aan te geven kwartaalloon begrepen is in de schijf > 12.300,00 EUR en =< 18.116,46 EUR;
- 182,82 EUR per kwartaal voor zover het aan te geven kwartaalloon > 18.116,46 EUR.
Bron: Wet van 28 maart 2022 houdende verlaging van lasten op arbeid, BS van 31 maart 2022; Administratieve instructies RSZ – 2022/1 Tussentijdse instructies.