Algemeen
Als basisprincipe geldt dat een arbeidsovereenkomst slechts door één wettelijke schorsingsgrond geschorst kan zijn. Bij een samenloop van twee schorsingen primeert in principe de schorsing die chronologisch gezien het eerst is.
- Wordt de werknemer ziek tijdens zijn vakantie, dan heeft de schorsing wegens vakantie voorrang.
Voorbeeld
Uw werknemer heeft 10 dagen verlof van 1.08 tot 14 .08. Hij wordt ziek op 12.08 en brengt een doktersbriefje binnen van 12.08 tot en met 23.08. Het is duidelijk dat het verlof de eerste schorsing is. Tot 14.08 is er dus sprake van vakantiedagen en zal de werknemer voor deze dagen vakantiegeld ontvangen. Voor de periode nadien, tot en met 23.08 is er sprake van ziektedagen en wordt (het resterend gedeelte van) het gewaarborgd loon betaald indien de voorwaarden voldaan zijn.
Opgelet: de werknemer ‘verliest’ dus eigenlijk 3 verlofdagen (namelijk van 12.08 tem 14.08) omdat deze al eerder vastlagen.
Ingevolge rechtspraak van het Europees Hof van Justitie en de Europese arbeidsrichtlijn kunnen hierbij evenwel vraagtekens gezet worden. Volgens Europa zouden de ziektedagen het karakter van ziekte moeten krijgen. Bijgevolg zou de werknemer de 3 verlofdagen op een ander moment moeten kunnen opnemen.
De NAR heeft zich in advies nr 2.268 nog uitgesproken over de overeenstemming van de bepalingen inzake jaarlijkse vakantie met de richtlijn 2003/88/EG van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd. Dit naar aanleiding van opmerkingen van de Europese Commissie met betrekking tot het feit dat de Belgische reglementering een werknemer voor wie het om bepaalde redenen onmogelijk was al zijn vakantiedagen in het vakantiejaar op te nemen, niet toestaat zijn vakantiedagen ook na dat vakantiejaar over te dragen. De Europese Commissie stelt tevens vast dat de Belgische reglementering een werknemer ook niet toestaat zijn vakantiedagen op een later tijdstip op te nemen indien zich tijdens zijn vakantieperiode een ziekte voordoet, waardoor hij de vakantiedagen die samenvallen met zijn ziekte verliest. Deze twee onmogelijkheden zijn in strijd met artikel 7 van de richtlijn, dat bepaalt dat “de lidstaten de nodige maatregelen treffen opdat aan alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken wordt toegekend”
- Wordt de werknemer ziek voor zijn verlof, dan heeft de schorsing wegens ziekte voorrang.
Voorbeeld
Uw werknemer heeft 10 dagen verlof van 1.08 tot 14.08. Hij wordt ziek op 28.07 en brengt een doktersbriefje binnen van 28.07 t.e.m. 14.08. Het is duidelijk dat de ziekte de eerste schorsing is. Tot 14.08 is er dus sprake van ziektedagen waarvoor het gewaarborgd loon wordt betaald indien aan de voorwaarden voldaan is.
Opgelet: het feit dat de tien vakantiedagen omgezet worden van vakantiedagen in ziektedagen heeft tot gevolg dat de werknemer als het ware tien vakantiedagen ‘terugkrijgt’ die hij op een later tijdstip kan opnemen.
- Specifieke situatie waarbij een arbeider ziek wordt voor de aanvang van een collectieve vakantie, dan heeft de schorsing wegens ziekte voorrang maar ontvangt de werknemer een uitkering van de mutualiteit!
Voorbeeld
Er is sprake van een collectief vastgelegde vakantieperiode van 1.08 tot 14.08. De arbeider wordt ziek op 28.07 en brengt een doktersbriefje binnen van 28.07 t.e.m. 14.08. Het is duidelijk dat de ziekte de eerste schorsing is. Tot 14.08 is er dus sprake van ziektedagen waarvoor het de werkgever geen gewaarborgd loon verschuldigd is, maar de arbeider een ziekte-uitkering ontvang van de mutualiteit.
Opgelet: het feit dat de tien vakantiedagen omgezet worden van vakantiedagen in ziektedagen heeft tot gevolg dat de werknemer als het ware tien vakantiedagen ‘terugkrijgt’ die hij op een later tijdstip kan opnemen.
Bron: Advies nr. 2.268, Zitting van dinsdag 21 december 2021, “Overeenstemming van de bepalingen inzake jaarlijkse vakantie met de richtlijn 2003/88/EG van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd”.