In ons artikel ‘Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing: Ploegenarbeid bij werken in onroerende staat’ werden de BV-vrijstelling voor werken in onroerende staat reeds besproken. Er waren echter nog een aantal praktische onduidelijkheden waardoor de verlaging in de praktijk niet toegepast kon worden. De wetgever heeft deze onduidelijkheden thans rechtgezet middels de reparatiewet.
Welke wijzigingen voert de reparatiewetgeving door?
De belangrijkste wijziging betreft de uurloonvoorwaarde. De reparatiewet wijzigt of verduidelijkt die op vier vlakken.
- Het bedrag van het uurloon werd gewijzigd als volgt:
Vanaf | Bruto uurloon (geïndexeerd bedrag) |
01/01/2018 | 13,75 euro |
01/01/2019 | 13,99 euro |
Dit bedrag zal jaarlijks geïndexeerd worden op 1 januari van elk jaar.
- De ploegenpremie dient hier niet meegerekend te worden, maar anderzijds mag de premie niet meegeteld worden voor het bereiken van het vereiste minimumuurloon.
- Het minimum uurloon betreft het bruto uurloon, dus voor de afhouding van de sociale zekerheidsbijdragen ten laste van de werknemer.
- Alle leden van de ploeg moeten het vereiste minimumuurloon genieten. Er geldt wel een uitzondering voor studenten en leerlingen, zij komen namelijk niet in aanmerking om de vereiste van een ploeg te bepalen. Kortom de BV-vrijstelling kan niet toegepast worden als de ploeg bestaat uit één gewone arbeider en één leerling, ongeacht of deze laatste het minimum uurloon ontvangt.
- De vrijstelling kan wel toegepast worden wanneer de ploeg bestaat uit twee gewone arbeiders die beiden het vereiste minimumuurloon genieten en een student, ondanks dat de student het vereiste minimumuurloon niet geniet.
Bedrag van de vrijstelling
Het percentage aan vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bedraagt 3 % van de belastbare bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 01.01.2018. De vrijstelling werd verhoogd naar 6% in 2019 en zal verhoogd worden naar18% in 2020.
Indien deze vrijstelling voor een individuele werknemer niet optimaal benut kan worden, kan dit overgedragen worden naar een andere werknemer binnen de onderneming die aan de voorwaarden voldoet.
Inwerkingtreding
De reparatiewet voorziet een retroactieve inwerkingtreding vanaf 1 januari 2018.
Bovenstaande bespreking is onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Bron: Wetsvoorstel van 27 februari 2019 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van artikel 1, § 1ter, van de wet van 5 april 1955, Parl.St. Kamer 2018 -2019, 3528/009.