Skip to main content
Sociaal-Juridisch

CAO nr. 172 verlengt de vereenvoudigde procedure economische werkloosheid bedienden! – update

By 29 juni 2023juni 30th, 2023No Comments

Op 30/05/2023 werd er een nieuwe CAO gesloten in de NAR  tot vaststelling van een regeling van economische werkloosheid.

Deze nieuwe CAO nr. 172 is de opvolger van CAO nr.159 en voorziet in een vereenvoudigde procedure om economische werkloosheid voor bedienden in te voeren (zonder CAO of ondernemingsplan) en is geldig voor de periode van 01/07/2023 t.e.m. 30/06/2025.

De verlenging van de vereenvoudigde aanvraagprocedure voor economische werkloosheid bedienden was onderdeel van het sociaal akkoord 2023 – 2024.

CAO nr. 172

Deze CAO voorziet een suppletieve regeling en biedt ondernemingen die niet gebonden zijn door een CAO of een ondernemingsplan de toegang tot het stelsel van economische werkloosheid voor bedienden. Dit betekent dat ondernemingen die toch een eigen CAO of ondernemingsplan wensen, dit nog steeds kunnen voorzien. Daarnaast blijven bestaande overeenkomsten en plannen onverminderd van toepassing.

Opgelet: indien er een sectorale cao bestaat in het paritair comité waartoe de werkgever behoort, dan dient deze verplicht toegepast te worden voor economische werkloosheid voor de bedienden.

Aanvullende vergoeding

De minimale aanvullende vergoeding werd verhoogd tot 6,22 euro per dag tijdelijke werkloosheid en zal telkens op 01/01 geïndexeerd worden.

Wanneer er arbeiders bij dezelfde werkgever tewerkgesteld worden en er wordt voorzien in een hoger supplement voor hen, dan zal dit supplement ook toegekend moeten worden aan de bedienden. Indien er geen arbeiders binnen een onderneming tewerkgesteld worden, zal de werkgever eerst moeten nagaan onder welk paritair comité deze arbeiders zouden vallen, moesten zij tewerkgesteld worden. Als er binnen dit paritair comité voor de arbeiders een hoger supplement voorzien is bij tijdelijke werkloosheid dan zal de werkgever dit hoger supplement aan de bedienden moeten toekennen.

Krediet tijdelijke werkloosheid

Ondernemingen kunnen per kalenderjaar slecht gebruik maken van economische werkloosheid voor bedienden voor:

  • 16 weken volledige schorsing;
  • 26 weken gedeeltelijke schorsing.

Bij een combinatie van volledige en gedeeltelijke schorsing vormen 2 weken gedeeltelijke schorsing het equivalent van een week volledige schorsing.

Opgelet: CAO nr. 172 voorziet geen nieuw krediet van 16 weken volledige schorsing of 26 weken gedeeltelijke arbeid. Het krediet van 16 weken volledige schorsing of 26 weken gedeeltelijke arbeid wordt berekend per bediende en per kalenderjaar. Er moet voor 2023 dus rekening gehouden worden met een reeds eventueel uitgeput krediet van 01/01/2023 tot 30/06/2023.

Pratkisch?

Ondernemingen die reeds erkend waren als “onderneming in moeilijkheden” op basis van CAO nr. 159 en na 30/06/2023 verder gebruik wensen te maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid werkgebrek bedienden ingevolge CAO nr. 172 dienen niet opnieuw een C106A te verrichten. De RVA zal de einddatum van de erkenning van deze ondernemingen als onderneming in moeilijkheden automatisch verlengen tot 30/06/2025.

Werkgevers die reeds erkend waren als “onderneming in moeilijkheden” op grond van een andere cao (niet de CAO nr. 159) of een ondernemingsplan waarvan de geldigheidsduur is verstreken en die verder gebruik wensen te maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid schorsing werkgebrek bedienden, moeten niet opnieuw aantonen dat ze een onderneming in moeilijkheden zijn indien ze zich voor het wettelijk kader beroepen op de CAO nr. 172 (en CAO nr. 159 indien de cao of het ondernemingsplan afloopt voor 1 juli 2023). De werkgever moet wel een nieuw formulier C106A indienen bij de RVA waarvan enkel rubriek II (wettelijk kader CAO nr. 172 (en reeds eerder een goedkeuring op grond van een andere cao of ondernemingsplan waarvan de geldigheidsduur is verstreken)) ) is ingevuld. De werkgever zal dan tot 30 juni 2025 (einddatum van de CAO nr. 172) verder gebruik kunnen maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid schorsing werkgebrek bedienden en wordt daar door de RVA van in kennis gesteld.

Voor de toepassing van economische werkloosheid bedienden zijn daarnaast de volgende acties vereist (zie het infoblad E55):

  • een voorafgaandelijke elektronische mededeling van de voorziene periode van tijdelijke werkloosheid ten minste 7 kalenderdagen voor de 1e voorziene werkloosheidsdag;
  • voorafgaand informeren van de betrokken werknemers en ondernemingsraad (of vakbondsafgevaardigden) ten minste 7 kalenderdagen voor de 1e voorziene werkloosheidsdag;
  • voorafgaand bezorgen van een controledocument C.3.2. A aan de betrokken werknemers;
  • validatie van het controledocument C.3.2. A in het validatieboek ten laatste de dag waarop u de kaarten overhandigt aan de werknemers;
  • tijdige elektronische mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag van de betrokken werknemers in de betrokken maand;
  • ASR aangiften scenario 2 (uitkeringsaanvraag) én scenario 5 (maandelijkse aangifte);
  • betaling aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid (werkgever of sociaal fonds afhankelijk van de sectorale regels terzake).

Indien u nog niet aan de preliminaire voorwaarden voor het invoeren van economische werkloosheid bedienden voldoet, kan u een beroep doen op de algemene regeling (via CAO of ondernemingsplan) of op basis van CAO nr. 172 (van 01/07/2023 – 30/06/2025). Hiervoor is het vereist dat de onderneming erkend wordt als “onderneming in moeilijkheden“. Hiervoor dienen de nodige administratieve stappen doorlopen te worden en moet er rekening gehouden worden met de doorlooptijd.

Voor deze erkenning als onderneming in moeilijkheden moet er een specifieke procedure gevolgd worden en moet men voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

  • Hetzij een substantiële vermindering (10 % in vergelijking met hetzelfde kwartaal van één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat) van het zakencijfer, van de productie of van de bestellingen. Het bewijs van de daling van het omzetcijfer wordt geleverd door de BTW-aangiften van de betreffende kwartalen. Een vermindering van de productie of van de bestellingen kan, naast de BTW-aangiften ten indicatieve titel, aangetoond worden door andere bewijskrachtige documenten zoals boekhoudkundige stukken en verslagen aan de ondernemingsraad.
  • Hetzij een aanzienlijk gebruik (minstens 10 % van het totaal aantal dagen aangegeven aan de RSZ) van de tijdelijke werkloosheid voor werklieden.
  • Hetzij door de Minister van Werk erkend zijn als onderneming in moeilijkheden op basis van onvoorziene omstandigheden die op korte termijn een substantiële daling van de omzet, de productie of het aantal bestellingen tot gevolg hebben.

Tip: Voor verdere begeleiding hierin kan je contact opnemen met de juridische dienst (legal@prato.be).

Uitzendarbeid 

Tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen is slechts mogelijk voor uitzendkracht-bedienden onder de volgende voorwaarden:

  • De uitzendkracht is tewerkgesteld met doorlopende weekcontracten bij dezelfde gebruiker én:
  • ofwel is de tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek verenigbaar met het motief voor uitzendarbeid en is er een regeling van tijdelijke werkloosheid lopende voor de vaste werknemers van de afdeling waarin de uitzendkracht is tewerkgesteld.
  • ofwel is de uitzendkracht sinds ten minste 3 maanden (ononderbroken cf. 7-dagenregel) tewerkgesteld bij de gebruiker en is er een regeling van tijdelijke werkloosheid lopende voor de vaste werknemers van de afdeling waarin de uitzendkracht is tewerkgesteld (motief tijdelijke vermeerdering van werk)

Opgelet: Voor de toepassing van economische werkloosheid bedienden is het vereist dat de klant-gebruiker voldoet aan de algemene prealabele voorwaarden om een regeling van schorsing bedienden in te voeren (cf. C106A).

Behoudens de aangifte van sociaal risico (ASR) verricht de klant-gebruiker alle formaliteiten alsof de uitzendkracht bij hem in dienst is en hij dus de werkgever is. Deze specifieke werkwijze laat toe om voor de mededelingen tijdelijke werkloosheid aan de RVA de diverse gegevens te koppelen en na te gaan of de prealabele voorwaarden vervuld zijn.

De sectorale cao van 12/09/2022 van PC 322.00 bepaalt dat in geval van economische werkloosheid de uitzendkracht recht heeft op een aanvullende vergoeding ten laste van het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten (SFU) van 4,60 euro (bedrag 2023) bovenop de werkloosheidsuitkeringen.  Gelet op voorgaande is de aanvullende vergoeding van 6,22 euro zoals voorzien in CAO nr. 172 niet van toepassing. 

Inwerkingtreding

De CAO treedt in werking op 01/07/2023 en loopt ten einde op 30/06/2025.

Ze is van toepassing op de regelingen van volledige of gedeeltelijke schorsing waarvan de begin- en einddatum tijdens de geldigheidsduur van de CAO vallen.

 

Bron: CAO nr. 172 van 30 mei 2023 tot vaststelling van een regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en/of een regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken voor bedienden, www.cnt-nar.be.

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.