Op 9 juni jongstleden hebben de sociale partners binnen PC 322.01 (dienstenchequesector) een akkoord bereikt op basis van het interprofessioneel akkoord waarvan de loonmarge 0,4% bedroeg.
Dit akkoord heeft heel wat voeten in de aarde gehad omdat het standpunt van de sociale partners lijnrecht tegenover elkaar stond.
De aanhef van het akkoord gaat dan ook over de noodzaak om na te denken over een duurzaam toekomstmodel voor de sector op middellange en lange termijn, en meer in het bijzonder op het financieringsmodel voor de dienstencheques.
Hieronder alvast de onderdelen van het akkoord :
Koopkracht
Loonsverhoging
De reële en minimumlonen zullen per 1 juni 2022 verhoogd worden met 0,4% conform de voorziene loonmarge van 0,4%. De verhoging wordt toegepast na de loonindexeringen ingevolge de inflatie.
Minimumbarema’s zijn dan als volgt :
Anciënniteit | Geïndexeerd minimumloon vanaf 01/06/22 | Geïndexeerd en verhoogd minimumloon vanaf 01/06/22 |
Minder dan 1 jaar | 12,29 € | 12,34 € |
Ten minste 1 jaar | 12,76 € | 12,81 € |
Ten minste 2 jaar | 12,91 € | 12,96 € |
Ten minste 3 jaar | 13,06 € | 13,11 € |
Tevens zouden de inruilwaarden ook volledig geïndexeerd worden en deels retroactief, hierover heeft de Vlaamse Regering op 17 juni definitief groen licht gegeven. Het besluit hieromtrent is op 12 juli jongstleden gepubliceerd.
De inruilwaarde van de Vlaamse DC’s wordt vastgelegd als volgt:
Voor de prestaties geleverd tussen | Bedrag van de compensatie per DC |
01.01.2022 t.e.m. 28.02.2022 | 0,26 € |
01.03.2022 t.e.m. 30.04.2022 | 0,40 € |
01.05.2022 t.e.m. 30.06.2022 | 0,54 € |
Om recht te hebben op voorgaande compensatie moeten deze dienstencheques uiterlijk op 31 oktober 2022 aan het uitgiftebedrijf worden aangeboden voor terugbetaling.
Het besluit voorziet tevens dat:
- de volledige indexering van de inruilwaarde voor dienstencheques die worden aangeschaft vanaf 1 juli 2022;
- de inruilwaarde van de dienstencheques aangeschaft vanaf 1 juli 2022 zullen met 0,54 € verhoogd worden om de vorige 4 onvolledige indexeringen te compenseren;
- Ten slotte volgt er ook een compensatie voor de dienstenchequeprestaties die werden geleverd tussen 01/01/2022 tot 30/06/2022.
Sectorale anciënniteitsbarema’s
Bij aanwerving, vraagt de werkgever aan de werknemer naar reeds opgedane ervaring in de sector voor de bepaling van het loonbarema. De werknemer zal de nodige bewijzen van de bestaande anciënniteit overhandigen aan de nieuwe werkgever.
Voor de bepaling van het toepasselijk minimum uurloon zal de werkgever bij aanwerving vragen aan de werknemer naar reeds opgedane ervaring in de sector. De werknemer dient de nodige bewijzen van de bestaande sectorale anciënniteit te overhandigen aan de nieuwe werkgever (vb. individuele rekening van de vorige werkgever).
De nieuwe werkgever zal deze sectorale anciënniteit mee in rekening moeten brengen voor het bepalen van het toepasselijk loonbarema.
De anciënniteit geldt enkel voor de baremalonen en dus niet voor andere aspecten in het kader van de arbeidsverhouding zoals de opzeggingstermijn, etc.
De sectorale anciënniteitsbarema’s zijn pas van toepassing voor nieuwe indiensttredingen vanaf 01 juni 2022. Het heeft m.a.w. geen impact op de werknemers die reeds in dienst zijn bij de werkgever van vóór deze datum.
Eindejaarspremie
Er is ook een versoepeling tot de toegang van de eindejaarspremie onderhandeld. Werknemers hebben vanaf 30 dagen tewerkstelling in de sector recht op de eindejaarspremie ten laste van het Sociaal Fonds.
De dagen tijdelijke werkloosheid corona worden gelijkgesteld voor het openen van het recht op de eindejaarspremie, m.a.w. voor de 30 dagen maar niet voor de berekening van de eindejaarspremie.
De eindejaarspremie bedraagt 4,5% van de brutolonen die toegekend werden tijdens de referentieperiode.
Syndicale premie
Vanaf 2021 bedraagt de syndicale premie 145 €.
Aanmoedigingspremie
De toekenning van de aanvullende uitkering, boven op de onderbrekingsuitkering van de RVA, de aanmoedigingspremie genaamd wordt verlengd voor de duur van het sectoraal akkoord, en tevens uitgebreid naar het tijdskrediet “zorg voor een kind onder de 8 jaar” vanaf 2022.
Systematische arbeidsduuroverschrijding
Wanneer de formulieren voor de eindejaarspremie en de syndicale premie overgemaakt worden, zal het Sociaal Fonds ook een standaardformulier naar de huishoudhulpen sturen met de vraag of ze de werkgevers willen vragen om het deeltijds arbeidscontract aan te passen wanneer er een systematische overschrijding is van de contractueel bepaalde arbeidsduur (minstens één uur gedurende drie maanden).
Verplaatsingskosten – nieuwe forfaits vanaf 1 juni 2022
Woon-werkverplaatsingen | Tussen twee klanten | Boodschappen op vraag van de klant (eigen vervoer werknemer) |
Werkgeverstussenkomst verhoogd naar 90 % (i.p.v. 75%) Aanpassing tabel | Werkgeverstussenkomst 0,28 EUR/km, niet-geïndexeerd, ongeacht of het traject langer is dan 15 kilometer. | 0,3707 EUR/km (0,4170 euro / km vanaf 01/07/2022) |
Fietsvergoeding
Vanaf juni 2022 wordt de fietsvergoeding van 0,23 €/km verhoogd naar 0,25€/km.
Parkeerkosten
Voor de terugbetaling van de parkeerkosten verwijzen de sociale partners naar de Code Goede Praktijken.
Bij het maken van parkeerkosten is het aangewezen dat de huishoudhulpen dit aankaarten bij de werkgever zodat er gezamenlijk naar een oplossing gekeken kan worden.
Buurtdiensten
De toepassing van dienstencheques betreft een buurtdienst, zodat de sociale partners de werkgevers in de dienstenchequesector aanmoedigen bij de opmaak van de planning er rekening mee te houden dat de werknemers zich zo beperkt mogelijk moeten verplaatsen, rekening houdend met de mogelijkheden van vervoer waarover de werknemer beschikt en de regio waarin de opdracht zich situeert.
Arbeidsvoorwaarden
Risicogroepen
Bij de aanwerving van een werknemer behorende tot een risicogroep ontvangt de werkgever een premie van 500€ ten laste van het Sociaal Fonds.
De CAO wordt ook aangepast zodat meer werkgevers toegang krijgen tot de risicogroepen.
Opleidingsverplichtingen
De twee dagen opleiding per jaar per VTE op sectoraal niveau blijven ongewijzigd.
De werknemer kan wel vragen dat er een derde dag wordt toegekend.
Code Goede Praktijken
N.a.v. de sectorale onderhandelingen hebben de sociale partners de guidelines die in de praktijk toegepast worden, samengevat in de code ‘Goede Praktijken’.
Het betreft een informatiebrochure waaruit werkgevers binnen de sector inspiratie kunnen putten.
In de brochure worden de volgende onderwerpen besproken : mobiliteit, werkgelegenheidsplan oudere werknemers, relatie erkende onderneming & klant, ongewenst seksueel gedrag en toegestane afwezigheid.
Over elk onderwerp worden er tips & tricks meegedeeld samen met voorbeelden in de praktijken die gecategoriseerd worden onder drie groepen, m.n. “vanzelfsprekend“, “uitmuntend” en “onaanvaardbaar“.
Hieronder een voorbeeld betreffende het onderwerp mobiliteit :
- Vanzelfsprekend : De werkgever houdt zoveel mogelijk rekening met de vervoersmiddelen en regio van de huishoudhulp bij de opmaak van het werkschema.
- Uitmuntend : Bij een verhuis van een huishoudhulp wordt er tijd genomen voor een gesprek omtrent de modaliteiten, verplaatsingskosten, band tussen de klant en de huishoudhulp, tijdsperiode, … om tot een haalbare, evenwichtige en toekomstgerichte werksituatie te komen.
- Onaanvaardbaar : werkgevers die stelselmatig de huishoudhulp dagelijkse verplaatsingen van overdreven/extreme tijdsduur en/ of km’s laten volbrengen buiten de wil van de huishoudhulp om.
Diversen
Verder zijn er nog een aantal aspecten die binnen de sector verder uitgewerkt moeten worden, zoals werkbaar werk, digitale opleidingen, …
Vanaf 2023 zou er een telefonisch permanentiesysteem operationeel moeten zijn, waarnaar een huishoudhulp tijdens de werkuren bij noodsituaties kan bellen.
Inwerkingtreding?
De achterban van de organisaties hebben het sociaal akkoord goedgekeurd.
Het sociaal akkoord is omgezet in cao’s die bij Koninklijk Besluit nog algemeen verbindend verklaard dienen te worden. De cao’s zijn door de sociale partners op 23 juni 2022 ondertekend.
De artikels aangaande de lonen en tussenkomsten in de verplaatsingskosten van dienstenchequewerknemers zijn retroactief in werking getreden vanaf 1 juni 2022.
De overige cao’s zijn met terugwerkende kracht in werking getreden op 1 januari 2021.
Bron : Bericht Federale Regering van 9 juni 2022; B.Vl. R. van 17 juni 2022 tot wijziging van artikel 8 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, BS 12 juli 2022.