Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Eerste winterprik – waarmee rekening houden?

By 30 november 2020No Comments

De winter is in aantocht, de temperaturen dalen. Maar vanaf wanneer is het nu echt te koud om te werken? Welke maatregelen moet u als werkgever nemen? Hoe wordt de temperatuur gemeten?

Meten?

Om de koude te meten wordt gebruikt gemaakt van een gewone droge thermometer.  In tegenstelling tot het meten van warme temperaturen, waarbij rekening wordt gehouden met de luchtvochtigheid en de gemeten warmte uitgedrukt wordt in WGTB-waarden, wordt de temperatuur uitgedrukt in graden Celsius.

Te koud om te werken?

Voor werk in gesloten en doorlopend bezette ruimtes zijn de minimumtemperaturen wettelijk vastgelegd, rekening houdend met de fysieke werkbelasting:

Fysieke werkbelastingMinimale luchttemperatuur
zeer licht18°C
licht16°C
halfzwaar14°C
zwaar12°C
zeer zwaar10°C

De toelaatbare temperaturen zijn afhankelijk van arbeidsbelasting, waarvoor volgende voorbeelden als leidraad gebruikt kunnen worden:

  • Lichte fysieke arbeid: secretariaatswerk, het besturen van een wagen;
  • Middelmatig zware fysieke arbeid: timmerwerk of een tractor besturen;
  • Zwaar: spitten, zagen met de hand, schaven, kruiwagens duwen en trekken;
  • Zeer zware fysieke arbeid: zwaar spitten en graven, beklimmen van ladders en trappen.

Wanneer de werknemer niet tewerkgesteld zijn in een gesloten en doorlopend bezette ruimte, gelden afwijkende regels.

Lokalen waar men niet permanent moet werken

In dergelijke lokalen is het onder volgende voorwaarden toch toegestaan in koudere temperaturen te werken:

  • na advies van de arbeidsgeneesheer en met het akkoord van het comité voor preventie en bescherming op het werk;
  • de werknemers moeten zich regelmatig in een verwarmd lokaal kunnen gaan opwarmen;
  • de werknemers moeten gepaste beschermingsmiddelen krijgen.

Open werklokalen of werkplaatsen in open lucht

Wanneer het kouder is dan 5°C moeten de bedrijven met open werklokalen of werkplaatsen in open lucht voldoende verwarmingsinrichtingen voorzien tussen 1 november en 1 maart. De werkgevers moeten ook warme dranken verstrekken. Mits voorafgaand akkoord van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (of de vakbondsafvaardiging), kunnen de verwarmingstoestellen zich binnen bevinden, zodat de werknemers zich er regelmatig kunnen gaan opwarmen.

Winkelbanken in open lucht

Bij een buitentemperatuur van minder dan 5°C is het voor de uitbaters van winkels voor detailverkoop absoluut verboden personeel te werk te stellen aan toon- of winkelbanken die zich buiten of in de onmiddellijke nabijheid van de winkel bevinden.

Is de temperatuur tussen 5°C en 10°C, dan mag er onder bepaalde voorwaarden maximaal 4 uur per dag aan winkelbanken in open lucht worden gewerkt.

Bovendien moeten deze werknemers over een vloer beschikken, waardoor rechtstreeks contact met de grond wordt voorkomen, en worden ze zoveel mogelijk tegen weer en wind beschermd.

De werknemers mogen deze arbeid niet verrichten vóór 8 uur of na 19 uur, ook niet langer dan 2 uur zonder onderbreking van ten minste één uur, noch meer dan 4 uren per dag.

Maatregelen?

Wanneer uit de risicoanalyse blijkt dat er maatregelen genomen moeten worden, dient de arbeidsgeneesheer betrokken te worden. Hij geeft ook voorafgaand advies over de keuze en het gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en over de rusttijden en het gebruik van ontspanningsruimtes.

De technische en organisatorische maatregelen die genomen worden, hebben betrekking op:

  1. technische maatregelen die inspelen op de temperatuur van de omgevingslucht, de luchtvochtigheid, de thermische straling of de luchtstroomsnelheid;
  2. het verlagen van de fysieke werkbelasting;
  3. alternatieve werkmethoden;
  4. de beperking van de duur en intensiteit van de blootstelling;
  5. het aanpassen van de werkroosters of de arbeidsorganisatie (afwisseling arbeidstijden, rusttijden);
  6. het verschaffen van beschermingskledij;
  7. het ter beschikking stellen van aangepaste dranken (zonder kosten voor de werknemers).

De werknemers moeten bovendien onderworpen worden aan een voorafgaand en jaarlijks te herhalen gezondheidstoezicht wanneer zij bij het uitoefenen van hun normale dagtaak regelmatig, om technologische redenen, worden blootgesteld aan koude temperaturen van minder dan 8°C.

De werknemers die gewoonlijk buiten tewerkgesteld worden, moeten eveneens onderworpen worden aan een gezondheidstoezicht.

Uitzendkrachten?

Gedurende de periode waarin de uitzendkracht werkzaam is bij de gebruikende onderneming, staat deze laatste ten opzichte van de uitzendkracht in voor de toepassing van de welzijnsreglementering.  Uitzendkrachten vallen dus onder dezelfde maatregelen als de werknemers in dienst bij de gebruikers.

 

Bron: Codex over het welzijn op het werk Boek V (omgevingsfactoren en fysische agentia), Titel 1 (Thermische omgevingsfactoren); www.werk.belgie.be.

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.