De wet betreffende het eenheidsstatuut voorzag een tijdelijke regeling van afwijkende opzegtermijnen voor arbeiders uit bepaalde sectoren voor de opzeggingen ter kennis gebracht tussen 01.01.2014 en 31.12.2017. Het ging over sectoren waarbij de opzegtermijn in geval van opzegging door de werkgever op 31.12.2013 werd vastgelegd door een sectoraal KB op basis van art. 61 of 65/3 § 2 van de Arbeidsovereenkomstenwet, en die lager zijn dan de opzegtermijnen op basis van art. 70 van de wet eenheidsstatuut (~CAO nr. 75). Deze afwijkende opzegtermijnen waren van toepassing zowel op arbeiders die reeds in dienst waren voor 01.01.2014 als voor de arbeiders die in dienst traden na 01.01.2014.
Daarnaast voorzag de wet eenheidsstatuut ook een definitieve afwijkende regeling voor de opzegtermijnen voor bepaalde arbeiders onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
- de opzegtermijn in geval van opzegging door de wekgever op 31.12.2013 werd vastgelegd door een sectoraal KB op basis van art. 61 of 65/3 § 2 van de Arbeidsovereenkomstenwet:
- de werknemer heeft geen vaste plaats van tewerkstelling;
- de werknemer voert gewoonlijk op tijdelijke en mobiele werkplaatsen één of meer van de volgende activiteiten uit: graafwerken, grondwerken, funderings- en verstevigingswerken, waterbouwkundige werken, wegenwerken, landbouwwerken, plaatsing van nutsleidingen, bouwwerken, montage en demontage van, inzonderheid, geprefabriceerde elementen, liggers en kolommen, inrichtings- of uitrustingswerken, verbouwingswerken, vernieuwbouw, herstellingswerken, ontmantelingswerken, sloopwerken, instandhoudingswerken, onderhouds-, schilder- en reinigingswerken, saneringswerken, afwerkingswerkzaamheden behorende bij één of meer werken in de voormelde activiteiten.
Ingevolge het arrest nr. 116/2015 van 17 september 2015 kan deze specifieke afwijking echter maar worden toegepast tot 31 december 2017 omdat het Grondwettelijk Hof geoordeeld heeft dat deze afwijking discriminerend is.
Opzegtermijnen vanaf 01.01.2018
Vanaf 1 januari 2018 zijn de afwijkend sectorale regimes niet meer van toepassing. Ontslagen betekend vanaf 01.01.2018 kunnen bijgevolg niet meer gebeuren op basis van de afwijkende opzegtermijnen in PC 124, PC 126, PC 301.01 en PC 324.
In geval van ontslag vanaf 1 januari 2018 moet de algemene regeling met betrekking tot de opzeggingstermijnen worden toegepast:
- Werknemers aangeworven vanaf 01.01.2014: opzegtermijnen zoals ingevoerd door de wet eenheidsstatuut
- Werknemers die reeds voor 01.01.2014 werden aangeworven (kliksysteem):
- Stap 1: anciënniteit op 31.01.2013 volgens sectorale opzeggingstermijnen op dat ogenblik
- Stap 2: anciënniteit vanaf 01.01.2014 op basis van de opzegtermijnen die ingevoerd werden door de wet eenheidsstatuut
- Stap 3: stap 1 + stap 2 = opzegtermijn
Vanaf 01.01.2018 wordt de regeling van het willekeurig ontslag (vergoeding van 6 maanden) ook vervangen door die van het kennelijk onredelijk ontslag (CAO nr. 109, vergoeding van 3 – 17 weken).
Bron: art. 70 wet van 26.12.2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen.