Minister van Werk
Via twitter heeft Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne op 24/02/2023 aangekondigd dat er een akkoord gevonden zou zijn m.b.t. de gelijkstelling van de dagen tijdelijke werkloosheid overmacht coronavirus tijdens de eerste helft van 2022 voor de vakantierechten en het vakantiegeld.
In de Commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen bevestigde Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne eind maart 2023 opnieuw dat hij zou overgaan tot de gelijkstelling van de periodes van tijdelijke werkloosheid wegens de coronapandemie in de eerste helft van 2022 voor de berekening van de jaarlijkse vakantie zowel voor arbeiders als bedienden.
Op 09/06/2023 werd het KB van 24/05/2023 houdende gelijkstelling van de dagen van arbeidsonderbreking in het stelsel der jaarlijkse vakantie van de werknemers ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door het coronavirus, ingevolge de gevolgen van de uitzonderlijke weersomstandigheden van 14 en 15 juli 2021 en ingevolge het conflict in Oekraïne voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Dit KB voorziet een gelijkstelling voor het vakantiegeld en de vakantieopbouw voor de dagen tijdelijke werkloosheid overmacht coronavirus, uitzonderlijke weersomstandigheden (overstromingen juli 2021) en oorlog Oekraïne en dit voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022.
Ministerraad
Op de ministerraad van 12/05/2023 werd er een voorontwerp van programmawet in tweede lezing goedgekeurd. Een van de onderdelen van dit voorontwerp van programmawet heeft betrekking op:
- Bepalingen tot toekenning van een toelage aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie voor het jaar 2023 ter compensatie van de kost van de gelijkstelling van de perioden van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 in het stelsel van de jaarlijkse vakantie van de arbeiders
- Compensatie van de werkgeverskost van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 voor de jaarlijkse vakantie voor de bedienden
De NAR heeft op 28/03/2023 ook een advies (nr. 2.356) uitgebracht over de gelijkstelling tijdelijke werkloosheid overmacht corona voor de jaarlijkse vakantie 2022- Compensatie.
Er wordt daarbij voorgesteld om te voorzien in een minimale instapdrempel voor de toekenning van de compensatie aan de ondernemingen die in de loop van het eerste semester 2022 voor ten minste 41 % een beroep hebben gedaan op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (gemiddelde prestatiebreuk “overmacht).
RSZ
Tijdens de Trimcor 2023/2 heeft de RSZ verdere toelichting gegeven rond de gedeeltelijke compensatie van de werkgeverskost.
Er wordt voor 2023 voorzien in een gedeeltelijke compensatie voor de kost voortvloeiend uit de gelijkstelling van de dagen tijdelijke werkloosheid overmacht ‘corona‘, uitzonderlijke weersomstandigheden (overstromingen juli 2021) en oorlog Oekraïne die in de eerste helft van 2022 aangegeven werden, voor wat het vakantiegeld voor de bedienden betreft.
De berekening hiervan zal door de RSZ automatisch uitgevoerd worden. Er dient hiervoor dus geen aanvraag ingediend te worden. Het bedrag van de compensatie zal eind juli 2023 door de RSZ gecommuniceerd worden. Dit bedrag wordt toegerekend op de werkgeversrekening bij de RSZ, meer bepaald als betaling op de aangegeven bijdragen voor het 3e kwartaal 2023 (saldo te betalen op 31 oktober 2023).
Er wordt enkel voorzien in een compensatie voor werkgevers die een gemiddelde prestatiebreuk “overmacht” van minimum 41% behalen. De gemiddelde prestatiebreuk “overmacht” wordt per werkgever berekend. Concreet wordt hiervoor gekeken naar het aantal dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten opzichte van het totale aantal dagen dat tijdens het eerste en tweede kwartaal van 2022 in de DmfA werd aangegeven (= gemiddelde prestatiebreuk “overmacht”).
Er is een globale enveloppe van 12.417.863 euro die verdeeld zal worden over de betrokken werkgevers die de minimumdrempel van 41% behalen. Voor de verdeling wordt er gekeken naar het gewicht per werkgever ten opzichte van totaal gewicht van alle betrokken werkgevers.
Volgens de RSZ zal de berekening gebeuren door:
- per werkgever een ‘compensatiepercentage’ te bepalen op basis van een ‘gemiddelde prestatiebreuk’ µ(overmacht) die wordt bekomen door de dagen tijdelijke werkloosheid overmacht (prestatiecode 77) van elke individuele bediende ten opzichte van zijn totale prestatie gedurende het 1ste en het 2de kwartaal 2022 vast te stellen en vervolgens de som ervan te proratiseren
- als de gemiddelde prestatiebreuk µ(overmacht) >= 0,41,
- de ‘prestatiebreuken’ van de individuele bedienden van de werkgever voor het 1ste en 2de kwartaal 2022 op te tellen om zo het ‘gewicht’ van de werkgever te bepalen
- op basis hiervan het aandeel van de werkgever in het totale ‘gewicht ‘ van alle werkgevers (met een gemiddelde prestatiebreuk µ(overmacht) >= 0,41) vast te stellen
- uiteindelijk het compensatiebedrag te berekenen op basis van het ‘relatieve gewicht’ van de werkgever voor de verdeling van de voorziene enveloppe.
Bron: Trimcor RSZ 2023/2; Ministerraad van 12/05/2023; NAR advies nr. 2.356 van 28/03/2023 “Gelijkstelling tijdelijke werkloosheid overmacht corona voor de jaarlijkse vakantie 2022- Compensatie”; KB van 24/05/2023 houdende gelijkstelling van de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie, veroorzaakt door het coronavirus, ingevolge de gevolgen van de uitzonderlijke weersomstandigheden van 14 en 15 juli 2021 en ingevolge het conflict in Oekraïne voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 , BS 9 juni 2023.