Onder betaalde sportbeoefenaars wordt verstaan de personen die de verplichting aangaan zich voor te bereiden op of deel te nemen aan een sportcompetitie of -exhibitie onder het gezag van een ander persoon tegen loon dat een bepaald bedrag overschrijdt (art. 2,1 wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars).
Het minimumbedrag van het loon om in aanmerking te komen als betaalde sportbeoefenaar en aldus onder de hierboven vermelde wet te vallen, wordt jaarlijks bij KB bepaald.
Voor de periode van 1 juli 2020 t.e.m. 30 juni 2021 was dit bedrag vastgelegd op 10.612 euro/ jaar.
Het KB van 11 mei 2021 heeft dit bedrag vastgelegd op 10.824 euro/ jaar voor de periode van 1 juli 2021 t.e.m. 30 juni 2022.
Dit grensbedrag is ook van belang voor het sociale zekerheidsstelsel van de sportbeoefenaar.
- Er geldt een onweerlegbaar vermoeden dat personen die het grensbedrag overschrijden, onderworpen zijn aan de sociale zekerheid voor werknemers.
- Personen die niet aanzien kunnen worden als betaalde sportbeoefenaar omdat ze het grensbedrag niet overschrijden, dienen aan het stelsel van de sociale zekerheid voor werknemers aangegeven te worden indien ze werken in de uitvoering van een arbeidsovereenkomst gesloten met de werkgever.
Voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen moet er ook nog rekening gehouden worden met een loonplafond. De socialezekerheidsbijdragen voor sportbeoefenaars worden in principe berekend op het werkelijk loon, echter beperkt tot een loonplafond. Indien het werkelijk loon van de sportbeoefenaar het loonplafond zou overschrijden, dan worden de sociale zekerheidsbijdragen berekend op het loonplafond. Vanaf 01.09.2021 bedraagt het loonplafond voor de sportbeoefenaars 2.474,22 euro (voorheen 2.425,64 euro (01/07/2021)).
Bron: KB van 11 mei 2021 tot vaststelling van het minimumbedrag van het loon dat men moet genieten om als een betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd (1), BS 28 mei 2021.