De sociale maribel situeert zich in de socialprofit en non-profitsectoren. Werkgevers uit de sociale maribel genieten bijdrageverminderingen, doch ontvangen hiervan het voordeel niet rechtstreeks. De bijdrageverminderingen worden namelijk ondergebracht in een fonds, dat bevoegd is voor de verdeling van de tussenkomsten onder de ondernemingen binnen de sector.
In 2020 zijn er een aantal wijzigingen voorzien binnen deze sector, enerzijds op het niveau van de loonberekening en de verhoging van de bijdragevermindering, anderzijds betreffende de werking van het sociaal fonds.
Bijdrageverminderingen
Door de taxshift zullen de bijdrageverminderingen een laatste keer verhogen vanaf 1 januari 2020.
Vanaf | Verhoging Privésector* | Forfait sociale maribel | Forfait PC330.xx behalve subcomité 02 voor tandprothesen |
1/1/2020 | 108,65 | 504,10 | 507,48 |
Verhoging openbare sector | Forfait fonds overheid | ||
1/1/2020 | 101,18 | 498,31 |
* Voor gezins- en bejaardenhulp (PC 318.01 en 02) zijn geen verhogingen van toepassing. De werknemers in PC 318 worden beschouwd als categorie 1 voor de structurele vermindering.
Wijziging controle arbeidsvolume
Werkgevers binnen de betreffende sector kunnen een korting bekomen als zij een bijkomende arbeidsplaats gecreëerd hebben binnen een bepaald jaar.
De controle op het arbeidsvolume zal vanaf 2020 niet meer bekeken worden vanuit het jaar van de laatste toekenning, zijnde het refertejaar, maar wel met de twee voorgaande jaren.
Als de werkgever in een jaar de tussenkomst van het fonds geniet dan zal het gemiddelde arbeidsvolume van het betreffende jaar (=X) vergeleken worden met het gemiddelde arbeidsvolume van het voorgaande jaar (=X-1) en het jaar daarvoor (X-2). De tewerkstellingen die reeds ‘gesubsidieerd’ worden door het fonds, mogen niet in rekening gebracht worden. De berekening van het gemiddelde gebeurt tevens in voltijdse equivalenten, zijnde de voltijdse tewerkstelling van één werknemer gedurende een volledig kwartaal.
De gegevens (bezoldigde dagen, vakantiedagen en gelijkgestelde dagen) van het voorgaande jaar ontvangt het sociaal fonds van de RSZ.
Negatief resultaat na vergelijking
Als na controle blijkt dat er twee keer een negatief resultaat uit de vergelijking komt, dan zijn er drie opties mogelijk:
- De werkgever heeft de daling van het arbeidsvolume gemeld aan het sociaal fonds en deze werd eveneens goedgekeurd. De werkgever kan blijven genieten van de tussenkomsten van het fonds.
- De daling werd niet gemeld en er is een dubbel negatief resultaat t.o.v. het refertejaar (X-1 en X-2). De werkgever zal zich binnen één maand moeten verantwoorden bij het sociaal fonds en moeten aangeven waaraan de daling te wijten is. Het fonds kan de daling dan geheel of gedeeltelijk aanvaarden. Bij gehele aanvaarding blijft de tussenkomst behouden. Indien de daling maar gedeeltelijk aanvaard wordt, zal de tussenkomst van het betrokken jaar in verhouding teruggestort moeten worden.
- Er is een dubbel negatief resultaat en de werkgever blijft in gebreke zich te verantwoorden bij het fonds. De ontvangen tussenkomsten in het betrokken jaar zullen door de werkgever teruggestort moeten worden.
Voorbeeld:
In oktober 2020 ontvangt het fonds de gegevens van uw onderneming van het jaar 2019, zijnde jaar X.
Op basis van deze gegevens zal het fonds het arbeidsvolume van 2019 vergelijken met 2018 (X-1), en vervolgens met 2017 (X-2). Als uit beide vergelijkingen een negatief resultaat komt, dan geldt bovenstaande ‘Negatief resultaat na vergelijking’.
Andere wijzigingen in voege vanaf 2020
- Het werkingsdocument dat opgesteld wordt door elk sectoraal fonds, is vanaf 2020 online raadpleegbaar op de website van het sociale maribel fonds.
- Schrapping van jaarlijkse maximum tussenkomst per aangeworven werknemer. Enkel een cao of raamakkoord kan de tussenkomst in de loonkost nog beperken. Binnen de sector wilt men immers bekomen dat op termijn 100% van de loonkost gefinancierd wordt door de tussenkomst van het fonds.
- Bijstelling verplichting tot bijkomende tewerkstelling. Initieel gold de tussenkomst enkel voor de creatie van een bijkomende tewerkstelling en de loonkost die hiermee gepaard gaat. Vanaf 2020 wordt deze verplichting lichtjes bijgesteld. De tussenkomsten kunnen vanaf dan ook gebruikt worden op duurzame en stabiele banen binnen de Sociale Maribel sector te waarborgen. De tussenkomst die werkgever konden ontvangen voor het vrijwaren van bedreigde Sociale Maribel banen, verdwijnt evenwel in 2020.
Bron: KB van 19 september 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, BS 03 oktober 2019; Administratieve instructies RSZ 2019/4 – tussentijdse instructies.