Werkgevers kunnen praktisch alle kosten die te maken hebben met het ter beschikking stellen van een bedrijfsfiets aan de werknemers om van en naar het werk te fietsen, fiscaal aftrekken in de vennootschapsbelasting. Het kan dan gaan over de kosten voor het verwerven, onderhouden en herstellen van de fietsen, maar ook voor het voorzien van accommodaties zoals bijvoorbeeld een fietsenstalling, kleedruimte, douches, … Ook de fietsvergoeding die toegekend wordt, valt hieronder.
Tot en met inkomstenjaar 2019 (aanslagjaar 2020) konden werkgevers deze kosten voor 120 % fiscaal aftrekken in de vennootschapsbelasting.
De overheid voerde dit gunstregime in om werkgevers te mobiliseren hun werknemers aan te moedigen om met de fiets naar het werk te rijden.
Vanaf inkomstenjaar 2020 komt er echter een einde aan dit zeer voordelig gunsttarief. Werkgevers kunnen nog wel hun kosten voor 100% fiscaal aftrekken. De afschaffing treedt in werking op 1 januari 2020 en is van toepassing vanaf aanslagjaar 2021.
De afschaffing geldt wel niet voor werkgevers-natuurlijke personen. Deze groep mag nog steeds de verhoogde aftrek van 120% gebruiken.
Bron: Wet van 30 juli 2018 houdende diverse bepalingen inzake inkomstenbelastingen (1), BS 10 augustus 2018.