Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Statuut betaalde sportbeoefenaars in nieuw jasje

By 31 maart 2022No Comments

Vanaf 1 januari 2022 zijn er een aantal hervormingen doorgevoerd voor de betaalde sportbeoefenaars, zowel op sociaal als fiscaal vlak.

Sociale zekerheidsstelsel

Opheffing beperkte onderworpenheid

Vanaf 1 januari 2022 zijn betaalde sportbeoefenaars volledig onderworpen aan het socialezekerheidsstelsel voor werknemers. Het forfaitair stelsel voor de berekening van de bijdragen is derhalve afgeschaft.

Aangezien het forfaitair bedrag wegvalt, betalen de werkgevers van deze sportbeoefenaars (meestal sportclubs) hierdoor meer socialezekerheidsbijdragen. Dit houdt ook in dat de sportbeoefenaars vakantierechten opbouwen vanaf 2022, en bovendien recht hebben op dubbel vakantiegeld.

Vanaf 1 januari 2022 zijn er bijdragen verschuldigd voor de jaarlijkse vakantie, de werkloosheid en de loonmatiging.

Ook vallen de sportbeoefenaars nu onder het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet, behoudens de houders van een vergunning van beroepsrenner afgeleverd door de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond.

Nieuwe doelgroepvermindering sportbeoefenaars

Aangezien de volledige onderworpenheid een grote impact heeft op de draagkracht van de sportclubs en -verenigingen, wordt er ook voorzien in een nieuwe doelgroepvermindering specifiek van toepassing voor de sportbeoefenaars.

De doelgroepvermindering is van toepassing op de werkgeversbijdragen berekend op de reële lonen van de:

  • betaalde sportbeoefenaar‘ als ‘de persoon die de verplichting aangaat zich voor te bereiden op of deel te nemen aan een sportcompetitie of -exhibitie onder het gezag van een ander persoon tegen loon in toepassing van de wet van 24 februari 1978 betreffende de betaalde sportbeoefenaars of van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten’;
  • beroepswielrenner‘ als ‘de houder van een vergunning van ‘eliterenner met contract’ afgeleverd door de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond’.

Volgende werkgevers kunnen de doelgroepvermindering toepassen:

  • werkgevers die ressorteren onder het nationaal Paritair Comité voor de sport (PC 223),
  • de sportverenigingen, sportcentra en sportclubs
  • en de publiekrechtelijke rechtspersonen die tot doel hebben sport en lichamelijke opvoeding te bevorderen voor zover zij betaalde sportbeoefenaars of beroepswielrenners tewerkstellen.

De vermindering bedraagt 65%van het saldo van de basisbijdragen na toepassing van de structurele vermindering en eventueel de Sociale Maribel. Er gebeurt geen proratisering in functie van de kwartaalprestaties van de werknemer. De berekening volgt verder de algemene regels van de doelgroepverminderingen.

Sportbonus

Naast de doelgroepvermindering werd er ook een systeem van vermindering van werknemersbijdragen gecreëerd. Hierdoor worden de persoonlijke werknemersbijdragen van de sportbeoefenaars en beroepsrenners beperkt.

Het moet gaan over de betrokken werknemers zoals reeds bij de doelgroepvermindering gedefinieerd.

Het gaat om de werknemers van de privésector en van de openbare sector die minstens onderworpen zijn aan de regelingen

  • ziekte en invaliditeit – geneeskundige verzorging,
  • ziekte en invaliditeit – uitkeringen en
  • werkloosheid.

De werkbonus wordt vanaf 1/1/2022 ook uitgebreid naar de sportbeoefenaars, doch in sommige gevallen zal de sportbonus toegepast kunnen worden maar niet de werkbonus.

De bonus bestaat uit twee onderdelen:

  • Een forfaitaire vermindering van de persoonlijke bijdragen gelijk aan 281,73 € per maand voor sportbeoefenaars van 19 jaar of oudere.
    Jongere sporters (< 19 jaar) ontvangen een vermindering van 137,81 €.
  • Bijkomend een vermindering van 60 % van het saldo van de resterende werknemersbijdragen na toepassing van de werkbonus en de forfaitaire vermindering.

De vermindering kan wel niet meer bedragen dan de verschuldigde werknemersbijdragen.

Niet van toepassing op trainers en scheidsrechters

Voormelde verminderingen zijn niet van toepassing op de socialezekerheidsbijdragen voor trainers en scheidsrechters die onderworpen zijn op basis van de wet van 24 februari 1978 of in uitvoering van een arbeidsovereenkomst. Zij werden vóór 1 januari 2022 evenmin berekend op een forfaitair loon. De bijdragen worden zoals voorheen berekend op hun reële loon.

Fiscaal statuut

Ook aan het fiscaal statuut werd er gesleuteld.

Vrijstelling doorstortingsplicht bedrijfsvoorheffing betreffende sportclubs

Sportclubs genoten voor 1 januari 2022 van een vrijstellingspercentage van 80 % op de bezoldigingen betaald aan de sportbeoefenaars. Vanaf 1 januari 2022 is dit percentage verlaagd naar 75%. De sportclubs dienen m.a.w. 25% door te storten naar de fiscus.

Voor sportbeoefenaars jonger dan 26 mogen de clubs de ingehouden bedrijfsvoorheffing volledig vrij besteden.

Bij de oudere sportbeoefenaars geldt er een verplichte besteding van 55 % van het bedrag van 75 %. Dit bedrag moet besteed worden aan de jeugdwerking van de sportbeoefenaars jonger dan 23 jaar.

Ten slotte mag de vrijstelling enkel toegepast worden bij sportbeoefenaars die sportprestaties leveren bij de werkgever gedurende de aangifteperiode van de bedrijfsvoorheffing. Wanneer de sportbeoefenaar gedetacheerd wordt naar een andere club mag de vrijstelling bijgevolg niet toegepast worden.

Leeftijdsgrens voor het belastingtarief jonge sporters verlaagd

De leeftijdsgrenzen voor het afwijkende fiscale regime inzake de eindbelasting worden aangepast van 26 jaar naar 23 jaar. Vanaf 1 januari 2022 kunnen enkel jonge sportbeoefenaars die ten minste 16 jaar zijn maar jonger dan 23 jaar genieten van een aanslagvoet van 16,5% op een maximaal bedrag aan bezoldigingen (IJ: 20.520).

Er wordt wel voorzien in een overgangsregeling voor de jonge sportbeoefenaars die op 1 januari 2022 23, 24 of 25 jaar oud zijn. Voor hen blijft de leeftijdgrens behouden op 26 jaar.

Gunstig belastingtarief aanvullende pensioenen verdwijnt

Voor pensioentoezeggingen na 19 oktober 2021, of wijzigingen hieraan met verhoging van de prestaties is er geen afwijking meer voorhanden, die voorziet dat er reeds vanaf 35 jaar een uitbetaling van het pensioenkapitaal genoten kan worden. Ook de afwijkende aanslagvoet van 20% op deze vroegtijdige uitbetaling verdwijnt.

Sportmakelaarsvergoedingen worden beperkt in aftrek

Deze vergoedingen worden niet meer beschouwd als een beroepskost wanneer ze meer bedragen dan drie procent van de totale brutojaarbezoldiging van de sportbeoefenaar gedurende de duur van de arbeidsovereenkomst.

Bron: Programmawet van 27 december 2021, BS van 31 december 2021.

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.