1. Uitgesloten ondernemingen
KMO’s die op datum van indiening van het “investeringsformulier” zich in één van de volgende toestanden bevinden, kunnen geen gebruik maken van deze vrijstelling:
- in staat van vereffening
- in een procedure gerechtelijke organisatie
- in een procedure faillissement bevinden
- waarvan het netto actief ten gevolge van het geleden verlies gedaald is tot minder dan de helft van het vaste gedeelte van het maatschappelijk kapitaal
- die steun heeft ontvangen die door de Europese Commissie geacht wordt verenigbaar te zijn met de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden van 01.10.2004 (PB C 244) én
- die in het geval van reddingssteun de lening nog niet hebben terugbetaald of de garantie nog niet hebben beëindigd
- die in het geval van herstructureringssteun zich nog steeds in de herstructureringsfase bevinden
- waarvoor een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een besluit van de Europese commissie die een door een Lidstaat verleende steun onrechtmatig of onverenigbaar met de interne markt heeft verklaard
Daarnaast kunnen KMO’s die behoren tot de hieronder opgesomde sectoren geen gebruik maken van de vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing.
- ijzer- en staalindustrie
- synthetische vezelindustrie
- visserij & aquacultuur
- land- en bosbouwsector
- sector van het passagiers- en transportvervoer, voor zover het een investering i vervoersmiddelen of vervoersuitrusting betreft
- luchtvaartmaatschappijen
- energiesector
- scheepbouwsector
- winning van steenkool of kolen.
2. Voorwaarden met betrekking tot de investering
2.1 Regionale steun
Ten eerste moet er voor de investering reeds gewestelijke steun verleend of aangevraagd zijn.
Het investeringsformulier kan enkel geldig worden neergelegd, indien dit vergezeld is van een bewijs:
– dat de steun is bekomen;
– of dat de steun is aangevraagd.
In het tweede geval – bij bewijs dat steun is aangevraagd – moet het bewijs van het effectief bekomen van steun worden voorgelegd binnen een termijn van 2 jaren te rekenen vanaf de datum van overlegging van het investeringsformulier.
2.2 De investering
Daarnaast moet er sprake zijn van een investering:
- in materiële of immateriële vaste activa die verband houdt met:
- hetzij, de oprichting van een nieuwe inrichting
- hetzij, de uitbreiding van de capaciteit van een bestaande inrichting
- hetzij, de diversificatie van de productie van een inrichting naar producten die voordien niet in de inrichting werden vervaardigd
- hetzij, een fundamentele verandering in het totale productieproces van een bestaande inrichting
- die betrekking heeft op een overname van materiële of immateriële vaste activa van:
- hetzij, een inrichting waarvan de derde-werkgever krachtens de procedure voorzien in artikel 66 van de wet van 13.02.1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling, de sluiting van de vestiging heeft aangekondigd
- hetzij, een inrichting die deel uitmaakt van een onderneming waarvoor een procedure van gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag is opgestart, zoals bedoeld in artikel 59 van de wet van 31.01.2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen
- hetzij, een inrichting die deel uitmaakt van een onderneming waarvan de bevoegde rechtbank een vonnis van faillietverklaring heeft gewezen.
De derde-werkgever en de onderneming waarvan hiervoor sprake is, mogen niet verbonden of geassocieerd zijn op de wijze die is bedoeld in de artikelen 11 en 12 van het Wetboek van vennootschappen met de werkgever die de overname verricht.
2.3 Steunzone
Steunzones zijn gebieden die getroffen zijn door zware collectieve ontslagen en sluitingen.
De steunzones worden aangeduid door de Gewesten en goedgekeurd door de Federale overheid. Binnen de drie jaar na de kennisgeving van een collectief ontslag, kan het Gewest een steunzone voorstellen aan de minister van Financiën en dit voor een toepassingsperiode van maximum zes jaar.
Het Vlaamse Gewest heeft bij drie steunzones in Vlaanderen afgebakend, nl. rondom de stad Genk, rond de regio Turnhout en rondom de gemeente Zaventem-Vilvoorde. De steunzones rondom de stad Genk en de stad Turnhout worden erkend voor een periode van 6 jaar, beginnende vanaf 1 mei 2015. Dit betekent dat werkgevers die in de steunzones Genk of Turnhout investeringen doen die gepaard gaan met jobcreatie, tot 30 april 2021 het specifiek formulier van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de investering in steunzones kunnen indienen.
De erkenning van de steunzone rond Zaventem-Vilvoorde is beginnen te lopen op 1 december 2018 en loopt tot 30 november 2024.
Gebruik Geopunt
Om na te gaan of uw inrichting gelegen is in een steunzone, kan u de website www.geopunt.be raadplegen.
U klikt achtereenvolgens rechts op:
- Kaarten en plaatsen
- Bouwen en wonen
- Bedrijven
- Bedrijventerreinen
- Legende
U kan ook op adres zoeken:
- Geef het adres in
- Klik op bedrijventerreinen
Bij twijfel of moeilijkheden kan u contact opnemen het Agentschap Ondernemen op het gratis nummer 0800 20 555.
3. Voorwaarden met betrekking tot de nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen
De vrijstelling bedraagt 25% van de in te houden bedrijfsvoorheffing en kan toegepast worden onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
- de vrijstelling geldt alleen voor bezoldigingen van “nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen” * die betaald worden binnen de 2 jaar vanaf het ogenblik van het invullen van de nieuwe arbeidsplaats;
- voor zover de nieuwe arbeidsplaats wordt ingevuld nà indiening van de steunaanvraag en binnen een termijn van 36 maanden na voltooiing van de investering;
- per investering is het bedrag aan BV-vrijstelling beperkt tot maximum 7.5 miljoen euro.
* Onder “nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen” verstaat men de arbeidsplaats die in de betrokken inrichting het totaal aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten (VTE) doet verhogen ten opzichte van het gemiddelde aantal werknemers, uitgedrukt in VTE over de 12 maanden die voorafgaan aan de indiening van de steunaanvraag. Deze nieuwe arbeidsplaats moet effectief en ononderbroken ingevuld worden door een arbeidsovereenkomst ongeacht het type contract (uitzendcontract dan wel vast contract). Het is aan de werkgever om te bewijzen dat het gaat om bezoldigingen van nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen.
4. Formaliteiten
Om van deze vrijstelling van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing te kunnen genieten, moet er voor de aanvang van de investeringen een ‘investeringsformulier’ (zie formulier) ingediend worden bij het bevoegd Documentatiecentrum- Bedrijfsvoorheffing.
Met ‘voor de aanvang van de investering’ wordt bedoeld:
- de start van de bouwwerkzaamheden
- de eerste juridisch bindende toezegging om uitrusting te bestellen
- een andere juridisch bindende toezegging die de investering onomkeerbaar maakt
- het tijdstip van de verwerving van de activa die rechtstreeks met de overgenomen inrichting verband houden
De vrijstelling van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt pas definitief als u kan aantonen dat de nieuw gecreëerde arbeidsplaats gedurende een minimumperiode van 3 jaren effectief werd ingevuld. Deze termijn begint te lopen vanaf de eerste dag dimona van de eerste werknemer die op de nieuwe arbeidsplaats wordt aangeworven.
Het bewijs hiervan wordt geleverd door het ingevuld formulier 274APT-8 ‘Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing in het kader van investeringen verricht in een inrichting gelegen in een steunzone – Behoud van de nieuwe gecreëerde arbeidsplaatsen’ (beschikbaar op www.myminfin.be (thema bedrijfsvoorheffing)) toe te voegen bij de aangifte in de vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting of belasting van niet inwoners/vennootschappen, vanaf het 3e aanslagjaar volgend op het aanslagjaar verbonden aan het belastbare tijdperk waarbinnen de eerste dag dimona van de eerste werknemer zich situeert.
Indien het bewijs wordt geleverd, dan is het voordeel definitief verworven. Indien u dit bewijs niet kan leveren, dan zal de niet doorgestorte bedrijfsvoorheffing alsnog verschuldigd zijn.
De vrijstelling wordt niet verleend indien de periode tussen de indiening van het investeringsformulier en de verwachte voltooiing van de investering met meer dan de helft overschreden wordt of indien niet wordt aangetoond dat de nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen betrekking hebben op de investering.
Bevoegde Documentatiecentrum – Bedrijfsvoorheffing
Vlaams Gewest:
Documentatiecentrum – Bedrijfsvoorheffing
Dr. André Sierensstraat 16 bus 1
9300 Aalst
Tel: 0257 736 60
Mail: kmo.aalst.bv@minfin.fed.be
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
Documentatiecentrum – Bedrijfsvoorheffing
Kruidtuinlaan 50 bus 3406
1000 Brussel
Tel: 0257 529 90
Mail: kmo.bv.bru2.prp.pme@minfin.fed.be
Het Waals Gewest:
Documentatiecentrum – Bedrijfsvoorheffing
Avenue Melina Mercouri Bloc 1-2-3
7000 Mons
Tel: 0257 881 10
Fax: 0257 986 45
Mail: pme.mons.prp@minfin.fed.be
5. Cumulaties
Deze maatregel geldt niet ten aanzien van de bezoldigingen van werknemers waarvoor reeds de bestaande vrijstellingsregeling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt toegepast inzake:
- overwerk (artikel 2751, WIB 92)
- de koopvaardij-, de bagger- en de sleepvaartsector (artikel 275², WIB 92)
- het wetenschappelijk onderzoek (artikel 275³ WIB 92)
- de visserijsector (artikel 2754, WIB 92)
- de sportsector (artikel 2756, WIB 92)
De nieuwe vrijstellingsregeling kan wel worden gecumuleerd met de bestaande gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting inzake:
- nacht- en ploegenarbeid (artikel 2755 WIB 92)
- de bestaande gedeeltelijke vrijstelling in de vorm van een algemene structurele lastenvermindering (artikel 2757, WIB 92).
- Startende ondernemingen (artikel 27510, WIB 92)