De wet van 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk bekrachtigt enkele maatregelen die de regering tijdens de zomer had aangekondigd.
Een van deze maatregelen is de mogelijkheid om een arbeidsongeschikte werknemer die tijdelijk ander of aangepast werk hervat met toestemming van de adviserend geneesheer van de mutualiteit, te vervangen door een werknemer met een vervangingsovereenkomst.
Uitbreiding vervangingsovereenkomst
Een werkgever kan een werknemer in dienst nemen via een vervangingsovereenkomst om een andere werknemer wiens arbeidsovereenkomst is geschorst omwille van een andere reden dan gebrek aan werk wegens economische redenen, slecht weer, staking of lock-out te vervangen.
Een herstellende werknemer kan mits toestemming van de adviserend geneesheer van de mutualiteit en de werkgever na een periode van volledige arbeidsongeschiktheid het werk gedeeltelijk hervatten. Indien de werknemer het werk hervat, heeft dit tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst die tussen de werkgever en werknemer bestaat niet langer geschorst is. De progressieve tewerkstelling is geen schorsing van de arbeidsovereenkomst. Voorheen betekende dit dat er geen vervangingsovereenkomst gesloten kon worden in deze situatie omdat er een volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst vereist werd.
De wetgever heeft hiervoor nu een oplossing voorzien door uitdrukkelijk in de wet vast te leggen dat het mogelijk is om een werknemer te vervangen die met toelating van de adviserend geneesheer en de werkgever het werk progressief hervat.
De vervangingsovereenkomst in het kader van een deeltijdse werkhervatting is enkel mogelijk voor de niet door de te vervangen werknemer gepresteerde arbeidsuren. Concreet betekent dit de uren van de vervangende werknemer en de te vervangen werknemer niet hoger mogen zijn dan het aantal uren uit de normale arbeidsregeling van de te vervangen werknemer.
Inwerkingtreding
De bepalingen opgenomen in de wet van 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk is in werking getreden op 15 februari 2018.
Bron: art. 25 van de wet van 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk, BS 5 februari 2018.