Deze vrijstelling zorgt ervoor dat verliezen opgelopen in 2020 ten gevolge van de coronacrisis kunnen worden gecompenseerd met de winsten of baten uit 2019, 2020 of 2021 dat verband houdt met een boekjaar dat afgesloten werd tussen 13 maart 2019 tot 31 december 2020, ten belope van het bedrag van die verliezen in het volgende belastbare tijdperk dat verbonden is naargelang het geval met het aanslagjaar 2020, 2021, 2022.
De overheid tracht met deze regeling de ondernemingen ademruimte te geven en de liquiditeit voor de komende maanden te versterken. Het betreft ook geen compensatie van een definitief verlies, maar wel van een verlies dat in 2020 vermoed wordt. Er moet dus niet gewacht worden tot de afsluiting van het boekjaar 2020 om gebruik te kunnen maken van deze regeling.
Op deze wijze wordt de belastingschuld in boekjaar 2019 verlaagd of volledig geneutraliseerd.
Let wel, het vermoedelijk verlies in 2020 mag niet te hoog ingeschat worden. Om ‘misbruik’ te vermijden, heeft de overheid een zwaar sanctiesysteem in het leven geroepen. Er worden aanzienlijke verhogingen voorzien, indien de inschatting van de verliezen te hoog blijkt te zijn.
Deze tijdelijke carry-back kan maar één keer toegepast worden binnen een belastbaar tijdperk dat wordt afgesloten in de periode van 13 maart 2019 tot 31 december 2020.
Bron: KB van 22 augustus 2020 tot uitvoering van artikel 67sexies, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, BS 27 augustus 2020.