Ter uitvoering van de richtlijn 2014/50/EU m.b.t. de vergroting van de mobiliteit van werknemers worden er enkele aanpassingen beoogd aan de tweede pensioenpijler, namelijk de afschaffing van de mogelijkheid om een minimumleeftijd van maximum 25 jaar op te nemen in het pensioenreglement én de mogelijkheid om een wachtperiode van maximum 1 jaar voor het verwerven van pensioenrechten op te nemen in het pensioenreglement.
Belemmering vrij verkeer
De richtlijn 2014/50/EU m.b.t. de minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen lidstaten door het verbeteren van de verwerving van en het behoud van aanvullende pensioenrechten moest omgezet worden in Belgisch recht tegen 21 mei 2018.
Bovenvermelde Richtlijn beoogt de vermindering van de wettelijke belemmeringen voor de verwerving en voor het behoud van de aanvullende pensioenrechten die als effect zouden kunnen hebben dat het vrije verkeer van de werknemers binnen de Europese Unie wordt gehinderd.
Aanpassingen WAP
Het wetsontwerp van 8 mei 2018 heeft als doel de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (WAP) aan te passen om aan bovenvermelde richtlijn te voldoen.
Concreet worden de volgende aanpassingen voorgesteld:
- De afschaffing van de minimumleeftijd van aansluiting of toetreding van maximum 25 jaar.
- De afschaffing van de wachtperiode van maximum één jaar om verworven pensioenrechten te krijgen zodat de werknemer rechten op de reserves en verworven prestaties kan laten gelden vanaf zijn aansluiting.
Bijgevolg zouden werknemers sneller aanvullende pensioenrechten verwerven.
Inlichtingen
Bovenvermelde richtlijn voorziet dat de lidstaten erover moeten waken dat de aangeslotenen op aanvraag verschillende inlichtingen kunnen verkrijgen m.b.t. de eventuele gevolgen van een beëindiging van de arbeidsverhouding op hun aanvullende pensioenrechten.
Het wetsontwerp voorziet bijgevolg een toevoeging van een nieuw artikel 28bis in de WAP. Hierin zal staan dat de pensioeninstelling of de inrichter bepaalde inlichtingen op eenvoudig verzoek van de aangeslotene moet verstrekken, behalve indien het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst deze informatie reeds bevat.
Volgende inlichtingen worden daarbij bedoeld:
- voor de aangeslotenen in dienst, de voorwaarden voor het verwerven van de pensioenrechten en de gevolgen van de toepassing van die voorwaarden in geval van beëindiging van de arbeidsverhouding,
- de voorwaarden die de behandeling van de pensioenrechten regelen na de beëindiging van de arbeidsverhouding.
Deze inlichtingen moeten binnen een redelijke termijn worden meegedeeld en maximum één keer per jaar.
Inwerkingtreding
Het wetsontwerp voorziet dat het in werking zou treden op 21.05.2018 en aldus onmiddellijk van toepassing zal zijn op werknemers die vanaf deze datum in dienst treden (ook indien het pensioenreglement nog niet werd aangepast).
Er wordt echter een overgangsperiode voorzien voor werknemers die reeds in dienst zijn bij een werkgever.
Concreet betekent dit het volgende:
- Werknemers die in dienst treden vanaf 21.05.2018: onmiddellijke aansluiting ongeacht de leeftijd en onmiddellijke verwerving van pensioenrechten (reserves).
- Werknemers reeds in dienst op 21.05.2018: worden geacht te voldoen aan de voorwaarden op 01.01.2019 indien deze momenteel nog niet voldoet aan de voorwaarden.
Opgelet: bovenstaande bespreking is gebaseerd op ontwerpteksten en is onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Bron: Wetsontwerp 8 mei 2018 van inzake de omzetting van Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten, Parl. St. , Kamer 2017-2018, nr. 3079/001.