In het kader van de besparingen die werden overeengekomen tijdens de begrotingscontrole werd beslist om vanaf 01/01/2024 de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen (uitbetaald door de RVA) te verlagen naar 60% van het begrensd loon (i.p.v. 65%). Dit geldt voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid met uitzondering van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Ter compensatie van het loonverlies voor de werknemer wordt er een bijkomende aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid gelanceerd die ten laste is van de werkgever of het Fonds voor Bestaanszekerheid. Deze bijkomende vergoeding komt bovenop de bestaande aanvullende vergoedingen, voorzien in de wet, cao’s of andere ondernemingsafspraken.
- In de uitzendsector wordt er momenteel een aanvullende vergoeding van 4,60 euro per dag tijdelijke werkloosheid (technische of economische werkloosheid) toegekend door het Sociaal Fonds voor uitzendkrachten (opgelet voor uitzendkrachten die tewerkgesteld worden in PC 124 geldt een andere regeling). Het is momenteel nog niet duidelijk of het SFU ook deze bijkomende aanvullende vergoeding ten laste zal nemen.
- In de dienstenchequesector is momenteel voorzien in een aanvullende vergoeding van 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid om economische redenen, slecht weer en technische stoornis.
Vanaf 1 januari 2024 zal deze bijkomende vergoeding op 1 januari geïndexeerd worden door een afgevlakte gezondheidsindex toe te passen die gebaseerd is op de maand november van het jaar dat voorafgaat aan de datum van indexatie en wordt gedeeld door het aanvangsindexcijfer van de maand november N-2, d.i. de maand november 2022 voor de indexering op 1 januar
Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt naargelang de hoogte van het maandloon van de werknemer:
Maandloon | Bijkomende aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid |
≤ 4.000 euro | 5 euro per dag gedekt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering |
> 4.000 euro | 5 euro vanaf de 27e dag tijdelijke werkloosheid in hetzelfde jaar bij dezelfde werkgever* |
* De dagen tijdelijke werkloosheid overmacht worden in dit kader niet meegeteld.
Het bedrag van de bijkomende aanvullende vergoeding is gekoppeld aan de spilindex geldend op 1 januari 2024 en wordt verhoogd op dezelfde manier zoals de sociale uitkeringen
Deze bijkomende aanvullende vergoeding is verschuldigd door de werkgever tenzij een CAO de betaling ervan ten laste legt van het Fonds voor Bestaanszekerheid.
Daarnaast wordt er voorzien dat de werkgever deze bijkomende aanvullende vergoeding niet moet toekennen indien een CAO reeds een gelijkwaardig bedrag toekent aan de werknemer in geval van tijdelijke werkloosheid. Concreet betekent dit dat de bijkomende aanvullende vergoeding niet verschuldigd is wanneer een CAO reeds een vergoeding toekent die wordt berekend op basis van het verschil tussen de RVA-uitkering en een percentage van het vroegere loon. In een dergelijke situatie zal de vergoeding immers automatisch stijgen bij de vermindering van de RVA-uitkering van 65% naar 60 % van het begrensde loon.
Inwerkingtreding
De wet van 05/11/2023 houdende diverse arbeidsbepalingen werd op 23 november 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
De hierboven besproken regeling tot toekenning van een bijkomende aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid treedt in werking op 01/01/2024.
Bron: Wetsontwerp houdende diverse arbeidsbepalingen, Parl.St. Kamer 2022 – 2023, nr. 3540; Wet van 05/11/2023 houdende diverse arbeidsbepalingen (1), BS 23 november 2023.