In ons artikel ‘Specifieke BV-vrijstelling corona voor de maanden juni, juli en augustus 2020‘ werd reeds toegelicht dat er een specifieke BV-vrijstelling corona in het leven werd geroepen voor de maanden juni, juli en augustus 2020 voor ondernemingen die ononderbroken minstens 30 kalenderdagen gebruik hebben gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid in de periode van 12 maart tot 31 mei 2020 (beide data inbegrepen). Dit gelet op de ongeziene impact van de COVID-19-crisis en om de tewerkstelling in de zwaar getroffen sectoren extra te ondersteunen.
Er waren echter nog tal van onduidelijkheden over de praktische toepassing van deze BV-vrijstelling.
De belastingadministratie heeft ondertussen en FAQ gepubliceerd die een aantal zaken verduidelijkt.
30-dagen voorwaarde
Een ononderbroken periode van ten minste 30 kalenderdagen moet begrepen worden als een periode van 30 opeenvolgende dagen, zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen inbegrepen. Voor de berekening van deze 30 dagen, zijn de data ’12 maart’ en ’31 mei’ inbegrepen.
Wettelijke feestdagen, vervangende feestdagen, ADV-dagen (inhaalrust arbeidsduurvermindering) en collectieve sluiting onderbreken de periode van 30 kalenderdagen in het stelsel van tijdelijke werkloosheid niet.
Opgelet: individuele vakantiedagen, ziektedagen en ouderschapsverlof onderbreken de periode van 30 kalenderdag in het stelsel van tijdelijke werkloosheid wel.
Om beschouwd te worden als een werkgever die gebruik heeft gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid, moet, maar volstaat het, dat gedurende een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen ten minste één werknemer van de onderneming tijdelijk werkloos werd gesteld, zonder dat dit noodzakelijk dezelfde persoon moet zijn.
In voorbeeld 3 van de FAQ wordt verwezen naar een onderneming met zowel een 5-dagenstelsel (maandag t.e.m. vrijdag) als een 6-dagenstelsel (maandag t.e.m. zaterdag). Hierbij wordt aangegeven dat het voldoende is dat de werkgever ten minste één werknemer in het 5-dagen stelstel gedurende een periode van 30 kalenderdagen in het stelsel van tijdelijke werkloosheid heeft tewerkgesteld. Hierdoor zal de werkgever dus voldoen aan de voorwaarde dat hij gebruik heeft gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid gedurende een ononderbroken periode van minstens 30 kalenderdagen in de periode van 12 maart tot 31 mei 2020.
Tijdelijke werkloosheid
Alle stelsels van tijdelijke werkloosheid komen in aanmerking (tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, om economische redenen, wegens slecht weer, wegens technische stoornis …). Het gaat dus niet enkel om tijdelijke werkloosheid overmacht corona of economische werkloosheid.
Uitzendarbeid
Een onderneming die zelf geen erkend uitzendkantoor is, en die een beroep doet op uitzendkrachten, houdt bij de beoordeling van de voorwaarde ‘gebruik hebben gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid’ enkel rekening met zijn werknemers en niet met de uitzendkrachten.
Een erkend uitzendkantoor moet bij de beoordeling van de voorwaarde ‘gebruik hebben gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid’ ook rekening houden met zijn uitzendkrachten die hij bij de gebruikers heeft tewerkgesteld.
Berekening
Voor elk van de maanden juni 2020, juli 2020 en augustus 2020 bedraagt de niet door te storten bedrijfsvoorheffing 50 % van het positieve verschil tussen:
– enerzijds de totaal verschuldigde bedrijfsvoorheffing voor die maand op de in aanmerking komende bezoldigingen en
– anderzijds het totaal van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing voor de maand mei 2020 (referentieperiode) op de in aanmerking komende bezoldigingen.
Opgelet: het bedrag van de totale vrijstelling over de beoogde drie maanden mag niet meer bedragen dan 20 miljoen euro.
Deze vrijstelling wordt berekend op het totaal van de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de in aanmerking komende bezoldigingen van alle werknemers, na toepassing van de overige vrijstellingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing (beoogd in de artikelen 2751 tot 27511 WIB 92.).
Concreet gaat het over de wedden en lonen van de werknemers alsook de voordelen van alle aard die ze verkregen hebben uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid met uitzondering van:
– het dubbel vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen
– vergoedingen verkregen uit hoofde of naar aanleiding van het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst
– vergoedingen verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen.
Opgelet: de bezoldigingen van bedrijfsleiders komen niet in aanmerking.
Aangifte
Als werkgever kan u beroep doen op bepaalde vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Hiervoor moet u als schuldenaar een tweede aangifte 274 indienen waarbij door middel van een specifieke code aangegeven wordt om welke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing het gaat. Verder moet deze aangifte ook het negatief bedrag aan bedrijfsvoorheffing dat dus niet doorgestort dient te worden aan de Schatkist, vermelden.
De te gebruiken code in het vak ‘aard der inkomsten’ is:
– de code ’71’, wanneer gebruik wordt gemaakt van deze steunmaatregel met betrekking tot de maand juni 2020
– de code ’72’, wanneer gebruik wordt gemaakt van deze steunmaatregel met betrekking tot de maand juli 2020
– de code ’73’, wanneer gebruik wordt gemaakt van deze steunmaatregel met betrekking tot de maand augustus 2020.
Voor de toepassing van de vrijstelling van doorstorting kunnen de rechtzettingen inzake bedrijfsvoorheffing tot in principe 31 augustus 2021 door een tweede (en bijgevolg negatieve) aangifte alsnog in te dienen. Daarna kan er gebruik gemaakt worden van een bezwaarschrift.
Via het KB van 22/08/2020 werd er nog een afwijkingsmogelijkheid voorzien waarbij er geopteerd kon worden om de BV-vrijstelling te verrekenen met de verschuldigde bedrijfsvoorheffing van de maand september of oktober 2020 en de volgende periodes indien er sprake is van een saldo (maandaangevers) of het 3e kwartaal (kwartaalaangevers). Gelet op de op dat moment bestaande onduidelijkheden en de deadlines voor het indienen van de BV-aangiften voor september, oktober en het 3e kwartaal gaf dit echter slechts beperkte mogelijkheden.
Bewijsstukken
Indien men toepassing wenst te maken van de BV-vrijstelling corona dient men het volgende ter beschikking te houden:
– de volledige identiteit van elke werknemer;
– in voorkomend geval, het nationaal nummer;
– het bedrag van de bruto belastbare bezoldigingen (cf. 31, 2e lid, 1° en 2° WIB 92), met uitzondering van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen betaald voor de maand mei 2020 en voor elk van de maanden juni 2020, juli 2020 en augustus 2020 waarvoor de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing omwille van de COVID-19 pandemie wordt gevraagd;
– het bedrag van de op die bezoldigingen ingehouden bedrijfsvoorheffing en een gedetailleerde berekening van die bedrijfsvoorheffing, na toepassing van de vrijstellingen voorzien in de artikelen 2751 tot 27511, WIB 92, voor de maand mei 2020;
– het bedrag van de op die bezoldigingen ingehouden bedrijfsvoorheffing en een gedetailleerde berekening van die bedrijfsvoorheffing, na toepassing van de vrijstellingen voorzien in de artikelen 2751 tot 27511, WIB 92, voor elk van de maanden juni 2020, juli 2020 en augustus 2020 waarvoor de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing omwille van de COVID-19 pandemie wordt gevraagd.
Daarnaast dient de werkgever ook het bewijs ter beschikking te houden dat hij tussen 12.03.2020 en 31.05.2020, beide data inbegrepen, gedurende een ononderbroken periode van ten minste 30 kalenderdagen gebruik heeft gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid (zie hierboven).
Bron: Circulaire 2020/C/135 over de tijdelijke vrijstelling van doorstorting van de BV omwille van COVID-19 pandemie – invoering van een specifieke maatregel voor werkgevers die gebruik hebben gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid – FAQ.