De wet van 15/07/2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (Corona III) (1) werd op 23 juli 2020 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Deze wet voorziet in een specifieke BV-vrijstelling corona voor de maanden juni, juli en augustus 2020 voor ondernemingen die ononderbroken minstens 30 kalenderdagen gebruik hebben gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid in de periode van 12 maart tot 31 mei 2020.
De invoering hiervan werd beslist op 06/06 door de zogenaamde superkern.
Voorwaarden
- schuldenaar zijn van bedrijfsvoorheffing (artikel 270, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992);
- gedurende een ononderbroken periode van minstens 30 kalenderdagen tussen 12 maart 2020 en 31 mei 2020, beide data inbegrepen, gebruik hebben gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid (zowel tijdelijke werkloosheid overmacht corona als economische werkloosheid omwille van de coronacrisis)*
- de wettelijk verschuldigde bedrijfsvoorheffing volledig inhouden op de belastbare bezoldigingen van de werknemers.
* Deze voorwaarde dient te worden bekeken op werkgeversniveau. De zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen mogen gezien worden als zijnde inbegrepen in de periode van 30 dagen.
Vrijstelling
Voor elk van de maanden juni 2020, juli 2020 en augustus 2020 bedraagt de niet door te storten bedrijfsvoorheffing 50% van het verschil tussen:
- de totaal verschuldigde bedrijfsvoorheffing van die maand (=juni, juli of augustus 2020) op de belastbare bezoldigingen van de werknemers (met uitsluiting van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen)
- en het totaal van de op de belastbare bezoldigingen verschuldigde bedrijfsvoorheffing (met uitsluiting van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen) van de referentieperiode (= de maand mei 2020).
Voorbeeld:
- bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van de werknemers voor juni 2020 1800 euro
- bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van de werknemers voor mei 2020: 1000 euro
- = 1800 – 1000 = 800 x 50% = 400 euro
De berekening wordt gedaan op werkgeversniveau, op basis van de globale bedrijfsvoorheffingsmassa voor de werknemers.
De BV-vrijstelling mag voor de 3 maanden samen niet meer bedragen dan 20 miljoen euro (= max. grens).
Opgelet: indien er onvoldoende of geen bedrijfsvoorheffing is in de betrokken maand (juni, juli of augustus) om het bedrag van de BV-vrijstelling (volledig) te benutten, dan kan dit niet aangerekend worden op een voorafgaande of volgende periode.
Cumul
Deze specifieke BV-vrijstelling kan worden toegepast in combinatie met de toepassing van de andere BV-vrijstellingen en wordt berekend op het saldo van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing na de toepassing van de andere BV-vrijstellingen.
Uitsluitingen
De BV-vrijstelling is niet van toepassing voor de vennootschappen die, in de periode van 12 maart 2020 tot 31 december 2020 ofwel:
- een inkoop van eigen aandelen of een kapitaalvermindering doen
- een toekenning van dividenden of uitkering van liquidatiereserves betalen of toekennen
- een rechtstreekse deelneming aanhouden in een vennootschap die gevestigd is in een belastingparadijs;
- betalingen hebben gedaan aan vennootschappen die gevestigd zijn in een belastingparadijs, voor zover deze betalingen in de loop van het belastbare tijdperk een totaalbedrag vormen van ten minste 100 000 euro, en niet werd aangetoond dat deze betalingen werden verricht in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen die het gevolg zijn van rechtmatige financiële of economische behoeften.
Praktische toepassing?
Er zijn momenteel nog een aantal onduidelijkheden hieromtrent. De fiscus is momenteel bezig met de opmaak van een FAQ die meer duidelijkheid zou moeten geven.
Bron: De wet van 15/07/2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (Corona III) (1), BS 23 juli 2020.