Ondernemingen die investeren in een steunzone kunnen een vrijstelling van 25% van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing verkrijgen. Deze vrijstelling kan genoten worden voor een periode van 2 jaar en dit voor iedere bijkomende arbeidsplaats die als gevolg van de investering werd gecreëerd. Deze arbeidsplaats moet gedurende ten minste drie jaar of vijf jaar ingevuld blijven afhankelijk of de onderneming aan de definitie van KMO voldoet of niet.
Uitzendkantoren die één of meerdere uitzendkrachten ter beschikking stellen aan een onderneming die aan de voorwaarden voldoet, kunnen ook genieten van deze BV-vrijstelling.
Specifiek formulier voor uitzendkantoren
Op 19 mei 2019 is een KB in werking getreden dat voorziet in de verplichting voor uitzendkantoren om een specifiek formulier in te dienen bij het bevoegde documentatiecentrum – bedrijfsvoorheffing vooraleer de BV-vrijstelling steunzones toe te passen.
Uw woonplaats/maatschappelijke zetel is gevestigd in | Bevoegde Documentatiecentrum – Bedrijfsvoorheffing |
het Vlaamse Gewest | KMO Centrum Aalst – Documentatiecentrum – Bedrijfsvoorheffing Dr. André Sierensstraat 16, bus 1 9300 Aalst Tel.: 0257 736 60 kmo.aalst.bv@minfin.fed.be |
het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest | KMO Centrum Brussel II – Documentatiecentrum -Bedrijfsvoorheffing Kruidtuinlaan 50, bus 3406 1000 Brussel Tel: 0257 529 90 kmo.bv.bru2.prp.pme@minfin.fed.be |
het Waalse Gewest (met uitzondering van het Duitse taalgebied) | Centre PME Mons – Centre de Documentation – Précompte professionnel Avenue Mélina Mercouri 1 7000 Mons Tél. : 0257 881 10 pme.mons.prp@minfin.fed.be |
het Duitse taalgebied (Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach, Eupen, Kelmis, Lontzen, Raeren, Sankt-Vith) | Polyvalent Centrum Eupen – Cel Bedrijfsvoorheffing Rue de Verviers 8 4700 Eupen Tél. : 0257 886 30 p.eupen.prp@minfin.fed.be |
De fiscus heeft ondertussen bevestigd dat een uitzendkantoor het formulier in alle gevallen voorafgaandelijk moet indienen bij het bevoegde documentatiecentrum – bedrijfsvoorheffing voor de (verdere) toepassing van de BV-vrijstelling. Dit geldt dus ook voor de gevallen waarbij een uitzendkantoor na de inwerkingtreding van het KB de BV-vrijstelling nog retroactief wil toepassen en voor de gevallen waarbij het uitzendkantoor de BV-vrijstelling reeds toepaste voor de inwerkingtreding van het KB op 19/05/2019.
Bewijsstukken
Een uitzendkantoor moet volgende gegevens en documenten ter beschikking houden van de fiscus:
- de volledige identiteit van de klant-gebruiker met vermelding van het nationaal nummer of het refertenummer als schuldenaar inzake bedrijfsvoorheffing;
- een kopie van het geldig overgelegde formulier inzake de toepassing van de steunmaatregel;
- een overzicht van het maandelijkse gemiddelde aantal werknemers, uitgedrukt in voltijds equivalenten, die zijn tewerkgesteld in de inrichting waar de investering is verricht, met inbegrip van de uitzendkrachten die door het uitzendkantoor in deze inrichting worden tewerkgesteld, voor de periode die start bij het begin van de 12de maand voorafgaand aan de voltooiing van de investering en die eindigt in de maand volgend op de maand waarin de meest recent gecreëerde nieuwe arbeidsplaats voor het eerst werd ingevuld.
- Voor elke werknemer waarbij de BV-vrijstelling wordt toegepast moeten ook volgende documenten bijgehouden worden:
- een overzicht van de betaalde of toegekende bruto belastbare bezoldigingen evenals een gedetailleerde berekening van de op die bezoldigingen ingehouden bedrijfsvoorheffing;
- een kopie van de arbeidsovereenkomst gesloten tussen deze werknemer en het uitzendkantoor;
- een door de werknemer ondertekende taakbeschrijving;
- een document, aangevuld met de nodige bewijsstukken, waarin het verband wordt aangetoond tussen de verrichte investering en de ten gevolge van deze investering gecreëerde nieuwe arbeidsplaats die wordt ingevuld door deze werknemer.
Daarnaast moet het uitzendkantoor een nominatieve lijst ter beschikking houden met daarin voor elke werknemer waarbij de BV-vrijstelling wordt toegepast de volgende gegevens:
- de volledige identiteit alsmede, in voorkomend geval, het nationaal nummer;
- de datum van indiensttreding en in voorkomend geval de datum van uitdiensttreding zoals die in de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling (DIMONA) zijn vermeld;
- een verwijzing naar één van de nieuwe arbeidsplaatsen vermeld op het door de klant-gebruiker op geldige wijze overgelegde formulier die door deze werknemer wordt ingevuld, evenals de datum van de eerste invulling van deze arbeidsplaats.
Bron: FAQ – Tijdelijke en gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing – Nieuwe arbeidsplaatsen creëren in een steunzone, Fisconetplus, 03.01.2018; KB van 13 april 2019 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in de artikelen 275° en 275° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, BS 9 mei 2019.