Om de gevolgen van de coronacrisis op het vlak van de tewerkstelling te vermijden, zijn voor ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen bijkomende maatregelen voorzien. Het gaat onder meer over de mogelijkheid om tijdelijk een collectieve vermindering van de arbeidsduur toe te passen.
Hieraan wordt ook een doelgroepvermindering gekoppeld die loopt vanaf de invoering van de tijdelijke collectieve arbeidsduurvermindering en een einde neemt wanneer de tijdelijke arbeidsduurvermindering een einde neemt.
Onderneming in moeilijkheden of herstructurering
Enkel werkgevers erkend als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering kunnen gebruik maken van de tijdelijke vermindering van de arbeidsduur in het kader van de COVID-19 pandemie.
Een onderneming is in moeilijkheden of in herstructurering wanneer aan de voorwaarden overeenkomstig artikel 14 ev. van het KB tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voldaan is. Er moet een aanvraag ingediend worden bij de FOD WASO, samen met de nodige bewijsstukken.
Voorwaarden
- Onderneming in moeilijkheden: in de jaarrekeningen van de laatste twee boekjaren, die de periode voorafgaan voor dewelke de erkenning gevraagd wordt, wordt een verlies geboekt. Dit wordt aangetoond door de jaarrekeningen van de voorbije vijf boekjaren voor te leggen. Het gaat dus over ondernemingen die reeds langer verlieslatend zijn, en dit niet enkel te wijten is aan de coronacrisis.
- Onderneming in herstructurering:
- De onderneming (= de technische bedrijfseenheid, TBE) die een collectief ontslag doorvoert binnen zes maanden na datum van erkenning
- De onderneming (= de juridische entiteit) die, tijdens het jaar dat de aanvraag voorafgaat, een aantal werkloosheidsdagen gekend heeft, dat ten minste gelijk is aan 20% van het totaal aantal dagen aangegeven voor arbeider aan de RSZ.
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht wordt de berekening van de 20%-grens niet in aanmerking genomen.
In tegenstelling tot het algemeen stelsel van toepassing bij SWT geldt hierbij geen verplichting een cao-SWT te sluiten.
Collectieve arbeidsduurvermindering – vierdagenweek
Collectieve arbeidsduurvermindering kan een instrument zijn voor de ondernemingen om de vermindering van werk op te vangen en de loonkosten te doen dalen, zonder daarom over te moeten gaan tot naakte ontslagen. De betrokken werknemers worden als voltijdse werknemers beschouwd. De arbeidsduurvermindering moet ook collectief voor het geheel van het personeel, of een categorie van het personeel, worden ingevoerd.
De collectieve vermindering van de arbeidsduur heeft betrekking op een vermindering met 1/4de of 1/5de al dan niet in combinatie met de invoering van een vierdagenweek (dit laatste enkel voor de voltijdse werknemers).
De tijdelijke arbeidsduurvermindering en de tijdelijke invoering van de vierdagenweek kunnen toegepast worden gedurende max. een jaar. Deze collectieve arbeidsduurvermindering moet aanvangen en eindigen tijdens de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden of herstructurering. Deze periode van erkenning kan ten vroegste aanvangen op 1 maart 2020 en ten laatste op 31 december 2020. De effectieve ingang van de collectieve arbeidsduurvermindering / invoering vierdagenweek kan slechts vanaf 1 juli 2020. De periode van de invoering van de vierdagenweek moet in de periode van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur vallen.
De collectieve arbeidsduurvermindering en de tijdelijke invoering van de vierdagenweek moeten vastgesteld worden bij:
- ondernemingscao voor ondernemingen met vakbondsafvaardiging;
- wijziging van het arbeidsreglement voor ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging.
De ondernemingscao of het arbeidsreglement vermelden uitdrukkelijk dat ze gesloten, respectievelijk opgenomen worden in het kader van onderafdeling 8/1 – Tijdelijke arbeidsduurvermindering in het kader van de COVID-19 pandemie – titel IV, hoofdstuk 7, afdeling 3, van de programmawet (I) van 24 december 2002.
De minimale inhoud en de na te leven procedure worden vastgelegd bij KB. De minimale inhoud bevat op zijn minst de duidelijke vermelding van de begin- en einddatum van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur en, in voorkomend geval, van de tijdelijke invoering van de vierdagenweek, en voorziet in een looncompensatie. De ondernemingscao of desgevallend het arbeidsreglement mag geen bepaling bevatten waardoor zij stilzwijgend verlengd kan worden. In geval van invoering van de vierdagenweek bepaalt de ondernemingscao of het arbeidsreglement de wekelijkse arbeidsregeling.
De nieuwe arbeidsroosters dienen ook toegevoegd te worden aan het arbeidsreglement.
Binnen de maand die volgt op de ondertekening van de ondernemingscao of wijziging van het arbeidsreglement dient de werkgever daarvan een kopie te bezorgen aan het bevoegd directiehoofd van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD WASO.
Looncompensatie
De vermindering van de arbeidsduur heeft tot gevolg dat er een pro rata afname is van het brutoloon. Er moet bijgevolg voorzien worden in een looncompensatie.
De looncompensatie moet minstens 3/4 belopen van het bedrag van de forfaitaire vermindering (cf. doelgroepvermindering).
De looncompensatie mag niet tot gevolg hebben dat het brutoloon van de werknemer hoger is dan het brutoloon waarop hij recht had vóór de invoering van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de aanpassing van de lonen aan de index en aan de baremieke loonsverhogingen.
Deze looncompensatie wordt beschouwd als loon waarop socialezekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing verschuldigd zijn.
Doelgroepvermindering
De werkgever geniet vanaf het kwartaal van invoering van het stelsel van tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur in de onderneming en tot het kwartaal waarin de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur loopt, een forfaitaire doelgroepvermindering per kwartaal waarvan het forfaitaire bedrag afhangt van de procentuele aanpassing van de arbeidsduur, op voorwaarde dat de arbeidsduur met 1/4 of met 1/5 wordt verminderd.
Het forfaitaire bedrag* van deze doelgroepvermindering ligt hoger ingeval de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur gecombineerd wordt met de tijdelijke invoering van de vierdagenweek in de onderneming.
- G4 (600,00 EUR) vanaf het moment waarop de arbeidsduur verminderd wordt met 1/5de
- G5 (750,00 EUR) vanaf het moment waarop de arbeidsduur verminderd wordt met 1/4de
- G1 (1.000,00 EUR) vanaf het moment waarop de arbeidsduur verminderd wordt met 1/5de en tegelijkertijd de vierdagenweek wordt ingevoerd (enkel voor de voltijdse werknemers)
- G6 (1.150,00 EUR) vanaf het moment waarop de arbeidsduur verminderd wordt met 1/4de en tegelijkertijd de vierdagenweek wordt ingevoerd (enkel voor de voltijdse werknemers).
* Het forfaitaire bedrag van deze doelgroepvermindering wordt toegekend per betrokken werknemer.
De algemene regels voor doelgroepverminderingen zijn van toepassing (o.a. cumul enkel mogelijk met structurele vermindering en de sociale maribel, pro rata berekening van het verminderingsbedrag in geval van deeltijdse prestaties en in geval onvolledige prestaties, aftopping van het verminderingsbedrag tot de verschuldigde sociale zekerheidsbijdragen).
De werkgever moet in de DmfA de betrokken werknemers aanduiden met een specifieke verminderingscode alsook de data van begin en einde van de arbeidsduurvermindering en ook de wekelijke arbeidsduur zowel vóór als na de arbeidsduurvermindering.
Verbreking tijdens collectieve arbeidsduurvermindering
Wanneer een werknemer ontslagen wordt met een opzegvergoeding tijdens deze tijdelijke collectieve arbeidsduurvermindering, zal de werkgever de opzegvergoeding moeten berekenen op het loon dat door de werknemer zou verdiend zijn indien de collectieve arbeidsduurvermindering (en loonsverlaging) niet zou plaatsgevonden hebben.
Inwerkingtreding
Deze regeling is in werking op 1 juli 2020.
Bron: KB nr. 46 van 26 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5° van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot ondersteuning van de werkgevers en de werknemers, BS 1 juli 2020; KB van 3 mei 2007 tot regeling van het [het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, BS 08 juni 2007.