De antidiscriminatiewetten werden geactualiseerd rekening houdend met zowel de evolutie van de sociale context als met de ontwikkelingen van de rechtspraak met betrekking tot deze wetten. Zo werden er o.a. nieuwe discriminatievormen geïntroduceerd en werden de beschermde criteria gewijzigd.
Criteria
- Het criterium “sociale afkomst” wordt uitgebreid tot het criterium “sociale afkomst of toestand”.
Dit gelet op het feit dat in de praktijk het gebruik van de term “afkomst” een belemmering vormde voor de toepassing van de antidiscriminatiewet voor personen die ongunstig worden behandeld vanwege hun huidige sociale toestand. Bijgevolg wordt de term “sociale afkomst” uitgebreid met de sociale “toestand” teneinde rekening te houden met bijvoorbeeld de situatie van daklozen, werkzoekenden, analfabeten of ongeletterde personen, personen die in moeilijke sociaal-economische omstandigheden leven, personen die uit de prostitutie treden of getreden zijn, of personen met een gerechtelijk verleden.
- Het criterium “seksuele geaardheid” is vervangen door “seksuele oriëntatie”.
De term “geaardheid” zou minder geschikt zijn omdat het zou veronderstellen dat er sprake is van iets aangeboren. Bovendien wordt in het Frans ook de term “orientation sexuelle” gebuikt en in de internationale wetgeving de term “sexual orientation”.
- Het criterium “geslachtsverandering” is vervangen door “medische of sociale transitie”.
Het begrip “medische of sociale transitie” omvat de diversiteit aan mogelijke vormen van transitie en toont aan dat het voorkomen van een persoon veranderd is opdat het zou corresponderen met de genderidentiteit van deze persoon. Er dient derhalve geen sprake te zijn van een geslachtsbevestigende heelkundige ingreep.
Discriminatievormen
1. Meervoudige discriminatie
Er werd in de antidiscriminatiewetgeving niet expliciet melding gemaakt van de zogeheten meervoudige discriminatie, zijnde discriminatie die voortvloeit uit meer dan één beschermd criterium. Voortaan wordt dit uitdrukkelijk opgenomen waarbij verduidelijkt wordt dat dit twee verschillende vormen kan aannemen:
- Cumulatieve of gecumuleerde discriminatie: situatie die zich voordoet wanneer een persoon wordt gediscrimineerd naar aanleiding van een onderscheid op grond van meerdere beschermde criteria die bij elkaar worden opgeteld, maar scheidbaar blijven.
Voorbeeld: een individu dat gediscrimineerd wordt als homoseksueel en wegens zijn gezondheidstoestand, omdat bepaalde ziektes met homoseksuele mannen worden geassocieerd.
- Intersectionele discriminatie: situatie die zich voordoet wanneer een persoon wordt gediscrimineerd naar aanleiding van een onderscheid op grond van meerdere beschermde criteria die op elkaar inwerken en onscheidbaar worden.
Voorbeeld: wanneer een luxehotel een vrouw van Aziatische afkomst de toegang weigert omdat men vermoedt dat zij seksuele diensten zou verlenen aan klanten. Een vrouw van niet-Aziatische afkomst, of een man van Aziatische afkomst, zou dan wel toegang krijgen tot de inrichting. In dit geval zijn enkel vrouwen van Aziatische afkomst het slachtoffer van discriminatie.
De invoering van het begrip meervoudige discriminatie heeft een weerslag op de rechtvaardigingsgronden die kunnen worden ingeroepen. De rechtvaardigingsgronden verschillen nu afhankelijk van het ingeroepen beschermd criterium. Er wordt voorzien dat wanneer een persoon het voorwerp uitmaakt van een verschil in behandeling op grond van minstens twee criteria, steeds het meest gunstige rechtvaardigingsstelsel voor die persoon van toepassing zal zijn, ongeacht of die criteria voortkomen uit een of meerdere wetten. Met andere woorden, de strengste voorwaarden die een afwijking toelaten op het discriminatieverbod, zullen doorslaggevend zijn. Dit geldt zowel voor cumulatieve als voor intersectionele discriminatie.
De invoering van het begrip meervoudige discriminatie heeft ook een impact op het stelsel voor schadevergoeding van het slachtoffer van discriminatie. Het behoort tot de beoordelingsvrijheid van de rechter of een cumulatie van de schadevergoedingen toegepast zal worden. Wel moet bij de vaststelling van de schadeloosstelling in het bijzonder rekening worden gehouden met de specifieke schade die het slachtoffer heeft geleden.
2. Discriminatie door associatie
Dit betreft de situatie waarin een persoon wordt gediscrimineerd wegens zijn nauwe verwantschap met een individu dat een beschermd criterium bezit.
Voorbeeld: wanneer een vader ontslagen wordt omdat een van zijn kinderen een handicap heeft en zijn werkgever van mening was dat de handicap van dat kind “aanleiding zou kunnen geven tot verminderde motivatie en tot absenteïsme van de vader”.
3. Discriminatie op grond van een vermeend kenmerk
Dit betreft de situatie waarin een persoon wordt gediscrimineerd omdat hij of zij wordt geacht een beschermd kenmerk te vertonen, zonder dit effectief te vertonen. Het feit dat het slachtoffer het betrokken kenmerk niet daadwerkelijk heeft, is irrelevant. Wat telt, is dat het onderscheid in behandeling op hem of haar is toegepast op basis van een verboden criterium.
Voorbeeld: wanneer men veronderstelt dat een persoon een bepaalde seksuele oriëntatie heeft omdat deze zich inzet voor een LGBTQI+- organisatie, of wanneer men vermoedt dat een persoon met een bepaalde huidskleur automatisch een bepaalde religie volgt en omwille van deze religie gediscrimineerd wordt.
Beschermingsmaatregelen
Er wordt voorzien in een verhoging van de forfaitaire vergoedingen die aan slachtoffers worden toegekend. Er wordt daarnaast ook voorzien in een jaarlijkse indexatie van deze vergoeding vanaf 1 januari 2024.
Oude regeling | Nieuwe regeling | |
Basisbedrag | 650 euro | 1.950 euro |
Verhoogd bedrag (maximum) | 1.300 euro | 3.900 euro |
Voorheen kon een slachtoffer via een vordering tot staking binnen een redelijk korte termijn een rechterlijke beslissing bekomen om een einde te maken aan een lopende discriminatie (=
negatieve maatregelen voor het stoppen van een bepaald gedrag). In sommige situaties kunnen voor de beëindiging van discriminerende praktijken echter positieve maatregelen nodig zijn als noodzakelijk verlengstuk van de beëindigingsmaatregelen. Voortaan heeft de rechter de bevoegdheid om de dader te gelasten corrigerende maatregelen te nemen die niet alleen tot doel hebben de vastgestelde discriminatie te doen ophouden, maar ook om te voorkomen dat hij of zij zich in de toekomst opnieuw aan discriminatie schuldig maakt. Met andere woorden heeft de rechter voortaan de mogelijkheid om een positieve maatregel op te leggen om de herhaling van gelijkaardige daden die in strijd zijn met de antidiscriminatiewetten te voorkomen.
Inwerkingtreding
De wijzigingen aan de antidiscriminatiewetten zijn in werking getreden 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad, met name 30 juli 2023.
Bron: Wet van 28/06/2023 houdende wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen, BS 20 juli 2023.