Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Groep van 10: medisch attest en meldingsplicht

By 30 april 2020No Comments

De Groep van Tien wordt samengesteld uit de belangrijkste onderhandelaars van de federale Belgische sociale partners. De groep is paritair samengesteld uit werknemers- en werkgeversverenigingen en voert het sociaal overleg Daarin zetelen 5 werkgeversvertegenwoordigers en 5 afgevaardigden van de vakbonden.

In een recent overleg is de problematiek rond de exponentiële toename van de medische attesten wegens arbeidsongeschiktheid ter sprake gekomen. Het probleem is tweeledig. Enerzijds zorgt in een klimaat waar de werkgevers het reeds financieel moeilijk hebben door het coronavirus en de gevolgen hiervan op de werking van het bedrijf, de uitbetaling van het gewaarborgd loon voor extra financiële druk. Anderzijds zijn er onduidelijkheden omtrent welke situatie aanleiding geeft tot een arbeidsongeschiktheid en welke niet (denk bijvoorbeeld wanneer u verplicht thuis moet blijven wanneer één van de gezinsleden geïnfecteerd is met het coronavirus). Dit zorgt bij de artsen, werkgever en werknemers voor heel wat verwarring op het terrein en ook welke vergoeding er dan wel of niet toegekend moet worden.

Om duidelijkheid te scheppen is de Groep van Tien tot een akkoord gekomen, en worden de onderstaande voorstellen voorgelegd aan de Volmachtenregering ter goedkeuring:

  1. Nieuw medisch getuigschrift

Er wordt een nieuw model van medisch getuigschrift ter beschikking gesteld. Dit nieuwe attest moet een onderscheid mogelijk maken tussen een werknemer die uit voorzorg in quarantaine geplaatst wordt zonder arbeidsongeschikt te zijn, en deze die effectief arbeidsongeschikt is. In het eerste geval kan de werknemer (indien de functie het toelaat), vanop afstand werken. Als dit niet mogelijk is, kan de werknemer terugvallen op een tijdelijke werkloosheidsuitkering. Bij de arbeidsongeschiktheid zijn de gewone regels van toepassing en is er desgevallend gewaarborgd loon verschuldigd.

  1. Afstemming van   de   primaire   ongeschiktheidsuitkeringen   op   de   tijdelijke werkloosheidsuitkeringen wegens het coronavirus

Werknemers die arbeidsongeschikt zijn en terugvallen op een ziekte-uitkering, ontvangen een uitkering begrensd op 60% van het brutomaandloon. De werkloosheidsuitkering is daarentegen voor de periode van 1 februari tot 30 juni 2020 gelijk aan 70% van het gemiddeld loon (begrensd tot € 2.754,76 per maand).

De Groep van 10 wil het percentage van de ziekte-uitkering daarom ook optrekken tot 70% van het gemiddelde brutodagloon vanaf 1 maart 2020 tot het einde van de voorziene periode voor het specifieke stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens het coronavirus.

  1. Meldingsplicht periode tijdelijke werkloosheid

Om rechtszekerheid bij de werkgever en werknemer te verzekeren, wilt de Groep van 10 een meldingsplicht invoeren, ten aanzien van de individuele werknemer. Dus het betreft niet de meldingsplicht zoals deze die geldt bij de tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen waar dat de eerste dag tijdelijke werkloosheid tijdig aan de RVA gemeld moet worden.

Een collectieve communicatie zou mogelijk zijn, op voorwaarde dat de werknemers op basis van deze communicatie individueel weten wanneer ze wel of niet tijdelijk werkloos zijn.

Volgende bijkomende voorwaarden worden bepaald:

  • De melding dient te gebeuren ten laatste op de dag die de ingangsdatum van de tijdelijke werkloosheid voorafgaat en alleszins uiterlijk op het ogenblik dat de werknemer zich naar het werk begeeft. Deze principes gelden ook bij terugroeping van de werknemer.
  • De melding vermeldt de periode waarop de melding betrekking heeft en ook de dagen of het aantal dagen in deze periode waarop de werknemer in tijdelijke werkloosheid geplaatst wordt of geacht wordt te werken.
  • De werkgever informeert de werknemer over de formaliteiten over het bekomen van de tijdelijke werkloosheidsuitkering.

Als de werkgever niet aan zijn meldingsplicht voldaan heeft, kan er geen tijdelijke werkloosheid aangegeven worden voor deze dagen.

Wanneer de werknemer, ondanks de tijdige mededeling van de tijdelijke werkloosheid, door de werkgever gevraagd wordt om te werken, kan de werkgever de tijdelijke werkloosheid altijd intrekken of schorsen.

Ten slotte moet de werkgever achteraf het gebruik van de tijdelijke werkloosheid toelichten aan de secretaris van de ondernemingsraad, of als er in de onderneming geen ondernemingsraad is, aan het comité. Moest er geen comité zijn, dan dient de kennisgeving aan de vakbondsafgevaardigde gericht te worden.

 

Voorgaande is gebaseerd op een voorstel van de Groep van 10 en geldt dus onder voorbehoud van een definitieve aanpassing van de toepasselijke wettelijke teksten.

 

Bron: Verklaring Groep van 10 van 14 april 2020, www.cnt-nar.be.

 

 

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.