Sociaal-Juridisch

Hervorming werkplekleren in Vlaanderen vanaf 01.09.2018

By 31 augustus 2018juni 13th, 2019No Comments

Vanaf 1 september 2018 treden de hervormingen m.b.t. het werkplekleren in werking in Vlaanderen.

Met de wijzigingen wil de Vlaamse regering de kosteloosheid van de opleiding of werkplekleeractie garanderen voor de cursist, het inzetten van alle vormen van werkplekleren door partners faciliteren, duidelijkheid creëren over de doelstelling en de output van de werkplekleervormen, zorgen voor administratieve vereenvoudiging en bestaande anomalieën remediëren.

De belangrijkste hervormingen hebben betrekking op de individuele beroepsopleiding, de beroepsinlevingsovereenkomst, de cursistenvergoedingen en de aanvraagprocedure.

Werkplekleren hervormd

Hieronder een overzicht van de hervormingen:

    • De cursistenvergoeding voor de individuele beroepsopleiding wordt aangepast;
    • De IBO voor kwestbare werkzoekende (K-IBO) vervangt de gespecialiseerde individuele beroepsopleiding (GIBO) en de curatieve individuele beroepsopleiding;
    • De instapstages en IBO-interim worden afgeschaft;
    • De beroepsinlevingsovereenkomst (BIO wordt beroepsinlevingsstage (BIS) en wordt beperkt tot 6 maanden;
    • De oriënterende stages worden beroepsverkennende stages (WES);
    • De opleidingen en opleidingsstages ondergaan enkele kleine veranderingen.

Vanaf 01.09.2018 vallen de hieronder opgesomde formules om werkzoekenden in een werkomgeving competenties te laten aanleren of ervaring te laten opdoen, onder het begrip werkplekleren:

    • Individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO);
    • Beroepsinlevingsstage (BES) (voorheen beroepsinlevingsovereenkomst (BIO));
    • Opleiding en opleidingsstage;
    • Beroepsverkennende stage (BVS (voorheen oriënterende stage);
    • Activeringsstage;
    • Werkervaringsstage (WES).

K-IBO

De GIBO en curatieve IBO worden samengevoegd tot de K-IBO.

IBO voor kwetsbare werkzoekenden (K-IBO) is een individuele beroepsopleiding die verstrekt wordt aan:

    • de niet-werkende werkzoekende met een indicatie van arbeidshandicap;
    • de niet-werkende werkzoekende die jonger dan 25 jaar is en die ten minste gedurende twaalf maanden onmiddellijk voorafgaand aan de start van de KIBO bij de VDAB als zodanig is ingeschreven;
    • de niet-werkende werkzoekende die ouder dan 25 jaar is en die ten minste gedurende 24 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de start van de K-IBO bij de VDAB als zodanig is ingeschreven;
    • personen ten laste van het RIZIV die actieve stappen naar tewerkstelling zetten.

De opleidingsduur wordt bepaald door de VDAB en bedraagt ten minste een maand en ten hoogste een jaar.

(K-)IBO-premie  

Ieder cursist zal een vergoeding ontvangen van de VDAB op basis het vervangingsinkomen voor aanvang van de IBO.

Vervangingsinkomen per dagIBO-premie
Min. 38,5 euro20% van het GGMMI
Min. 25,66 euro – max. 38,49 euro40% van het GGMMI
Max. 25,65 euro60% van het GGMMI
Geen inkomen80% van het GGMMI

* GGMMI: 1.562,59 euro (bedrag op 01.06.2017)

Bij een deeltijdse IBO (minstens halftijds) wordt de IBO-premie pro rata de tewerkstellingsbreuk toegekend.

De maandelijkse kostprijs voor de werkgever zal voortaan op forfaitaire wijze berekend afhankelijk van de loonschaal.

LoonschaalKostprijs werkgever/ maand
< 1.700 euro650 euro
1.700 euro < 2.000 euro800 euro
2.000 euro < 2.300 euro1.000 euro
2.300 euro < 2.600 euro1.200 euro
> 2.600 euro1.400 euro
K-IBO/

Bij een deeltijdse IBO wordt de kostprijs berekend volgens de tewerkstellingsbreuk.

Cursistenvergoedingen 

Hieronder worden de cursistenvergoedingen toegelicht die aan alle werkzoekenden in opleiding worden toegekend om de kosteloosheid van de opleiding te garanderen.

1. Verplaatsingsvergoeding

Deze vergoeding zal de bestaande maaltijd- en overnachtingsvergoeding vervangen.

De cursist die bij de VDAB is ingeschreven als niet-werkende werkzoekende en de verplicht ingeschreven werkzoekende, die zijn studie of leertijd heeft beëindigd, heeft recht op een van de volgende vergoedingen:

    • Ofwel een terugbetaling van de effectieve abonnementskost van een openbare vervoersmaatschappij waar de VDAB een overeenkomst mee heeft afgesloten,
    • Ofwel een forfaitaire vergoeding voor verplaatsingen van 0,15 euro/ km en dit voor de verplaatsingen, heen en terug, tussen de verblijfplaats van de cursist en de opleidingsplaats,
    • Ofwel een forfaitaire vergoeding voor verre verplaatsing van 50 euro/ aanwezige dag. Deze laatste vergoeding wordt enkel toegekend op voorwaarde dat de enkele verplaatsingstijd voor de cursist meer dan 2 uur bedraagt of indien de afstand tussen de verblijfplaats en de opleidingsplaats meer dan 100 km bedraagt.

Concreet zal de verplaatsingsvergoeding in het kader van een individuele beroepsopleiding dus niet meer ten laste van de werkgever zijn.

2. Vergoeding i.h.k.v. kinderopvang

Er wordt daarnaast ook voorzien in de terugbetaling van de effectieve uitgaven voor kinderopvang:

    • voor alle niet-schoolgaande kinderen tot ze toegelaten worden tot het kleuteronderwijs;
    • voor alle schoolgaande kinderen tot het einde van het basisonderwijs.

De vergoeding voor schoolgaande kinderen is beperkt tot een maximumbedrag

Bovendien wordt de vergoeding enkel toegekend voor de dagen waarop de cursist beroepsopleiding volgt. Op dagen dat de opleidingsinstelling of de werkgever of de leerwerkplek collectief verlof heeft, worden de uitgaven van kinderopvang niet terugbetaald.

3. Stimulanspremie

De stimulanspremie die op dit moment bestaat wordt aangepast opdat deze niet langer berekend wordt op basis van het aantal uren aanwezigheid van de cursist in het opleidingscentrum. Vanaf 01.09.2018 zal er voorzien worden in een forfaitaire vergoeding voor het leren op zich.

Met deze premie wil de Vlaamse regering kwetsbare doelgroepen extra stimuleren om deel te nemen aan een opleiding om zo hun kansen op de arbeidsmarkt te verhogen.

Indien de cursist behoort tot een van de kwetsbare doelgroepen en voldoet aan onderstaande voorwaarden, dan ontvangt deze vanaf de 5e week een premie van 100 euro bruto/maand.

    • de cursist volgt ten minste acht weken beroepsopleiding en dit voor ten minste twintig uur per week;
    • de cursist heeft ten minste acht weken beroepsopleiding gevolgd.

Beroepsinlevingsstage

De huidige beroepsinlevingsovereenkomst ondergaat naast een naamsverandering enkele wijzigingen.

    • De uitsluitingsgronden worden aangepast.
    • De duurtijd wordt beperkt tot 6 maanden;
    • Beëindiging van de beroepsinlevingsstage:
      • Elke partij kan het beroepsinlevingscontract eenzijdig beëindigen met een opzeggingstermijn van drie dagen, zonder dat er een schadevergoeding verschuldigd is.
      • De stagiair kan het beroepsinlevingscontract met een opzeggingstermijn van één dag beëindigen, zonder dat hij een schadevergoeding verschuldigd is, wanneer de stagiair een gewone arbeidsovereenkomst heeft gesloten.
      • De partijen kunnen in onderling overleg het beroepsinlevingscontract beëindigen zonder termijn of schadevergoeding.

Aanvraagprocedure

De aanvraagprocedure voor de werkgevers zal voortaan volledig digitaal verlopen via de website van de VDAB.

Inwerkingtreding

Bovenvermelde wijzigingen treden in werking op 01/09/2018.

Overgangsmaatregelen

De overeenkomsten die betrekking hebben op de individuele beroepsopleidingen, de gespecialiseerde individuele beroepsopleidingen, de curatieve individuele beroepsopleidingen, de instapstages, de IBO-interims, de opleidingen en opleidingsstages die zijn ingegaan vóór 1 september 2018 lopen verder volgens de regelgeving die die van toepassing was op die datum, met inbegrip van de opleidingsuitkeringen, de stage-uitkeringen en de cursistenvergoedingen.

 

BronBesluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2008 tot vaststelling van de regels voor de erkenning en financiering door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding van de gespecialiseerde trajectbepaling- en -begeleidingsdienst, de gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten en de gespecialiseerde opleidings- , begeleidings- en bemiddelingsdiensten, wat betreft de GIBO en de oriënterende stage, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding en het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016 betreffende de tijdelijke werkervaring.

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.