Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Waardering IT-voordelen: Verduidelijkingen RSZ

By 31 augustus 2018juni 14th, 2019No Comments

De RSZ en de fiscus hanteren vanaf 2018 dezelfde bedragen voor de waardering van de IT-voordelen toegekend door de werkgevers.  Er wordt nu een duidelijker onderscheid gemaakt tussen de toestellen en de abonnementen. Via deze link vindt u het overzicht van deze nieuwe bedragen.

Duidelijk dacht u? De fiscus bracht recent toelichtingen aan in een circulaire. Over deze fiscale interpretaties leest u alles in ons vorig artikel. Ook de RSZ geeft nu verdere toelichting over de praktische toepassing van de nieuwe waarderingsregels. Maar helaas zijn deze niet helemaal dezelfde…

1. Split bill-regeling

Wanneer de werkgever een split-bill regeling instelt waarbij de werknemer op een correcte manier zijn volledige privégebruik betaalt, dan wordt er geen voordeel aangerekend aan de werknemer, zowel voor het telefoonabonnement als voor het toestel.

De interpretatie van de RSZ is ruimer dan deze van de fiscus in die zin dat niet vereist wordt dat de kost voor het privégebruik afzonderlijk en rechtstreeks door de provider aan de werknemer gefactureerd wordt. Het speelt voor de RSZ geen rol welk systeem gehanteerd wordt (2 SIM-kaarten, een systeem waarbij de werknemer met een toets aangeeft dat het een privégesprek betreft, een verantwoord forfait voor beroepsgebruik waarbij de werknemer het verbruik boven dat forfait betaalt, …), en ook niet of de werknemer zijn privé-aandeel rechtstreeks betaalt aan de provider of aan zijn werkgever.

2. Eigen bijdrage

Een eigen bijdrage van de werknemer mag enkel in mindering gebracht worden van het forfait van toepassing op het ter beschikking gestelde voordeel waarvoor de werknemer tussenkomst. Dit geldt zowel voor de fiscus als voor de RSZ.

De werknemersbijdrage mag in mindering gebracht worden van het forfait voor het kwartaal waarin de werknemer de bijdrage betaalt. De RSZ aanvaardt evenwel dat eenmalige bijdragen (bv. de werknemer betaalt een eenmalig bedrag op het moment dat het toestel hem ter beschikking gesteld wordt), aangerekend worden op het forfait voor het kwartaal waarin de werknemer zijn bijdrage betaalde en de forfaits van de drie daarop volgende kwartalen.

De fiscus hanteert bij een globale tussenkomst van de werkgever het eenjarigheidsbeginsel waarbij de aftrek van de eigen bijdrage van het voordeel in het effectieve jaar van betaling moet gebeuren.

3. Terbeschikkingstelling gedurende slechts een gedeelte van het belastbare tijdperk

De RSZ berekent het forfaitaire jaarbedrag van het voordeel pro rata de gedekte periode, op maand- of dagbasis.

De fiscus houdt bij de pro rata berekening, uitgedrukt in kalenderdagen, enkel rekening met de eerste dag van de terbeschikkingstelling van het voordeel, maar niet met de laatste dag waarop deze terbeschikkingstelling eindigt.

 

Bron: Tussentijdse instructies RSZ 2018/3, www.socialsecurity.be. 

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.