Op 12 oktober is door de federale overheid een akkoord bereikt over de begroting. Onderdeel van dit akkoord zijn ook een aantal hervormingen van de arbeidsmarkt en de aanpak van de arbeidsongeschiktheid. Het betreft algemene krijtlijnen, die nog in wetgevende teksten moeten omgezet worden.
Beleid inzake arbeidsongeschiktheid
De federale overheid wenst een aantal aspecten rond arbeidsongeschiktheid aan te pakken, en dit zowel met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid van zéér korte duur, alsook de langdurige arbeidsongeschiktheid.
Arbeidsongeschiktheid van maximaal één dag: geen arbeidsongeschiktheidsattest meer vereist
Een werknemer moet bij een arbeidsongeschiktheid van één dag geen arbeidsongeschiktheidsattest meer overhandigen aan de werkgever, en dit met een maximum van drie keer per jaar voor een ziekte van maximaal één dag.
Voor de KMO’s wordt een uitzondering voorzien. De werknemers van een werkgever die als een KMO gekwalificeerd kan worden, kunnen geen beroep doen op voorgaande versoepeling inzake de arbeidsongeschiktheid van maximaal één dag. Zij moeten m.a.w. nog steeds, indien vereist door de werkgever, een ziekteattest overhandigen.
Het is nog niet duidelijk welke definitie de overheid gaat gebruiken om een KMO aan te duiden. To be continued.
Heractiveren langdurige zieken
Een ander onderdeel m.b.t. de arbeidsongeschiktheid is de aanpak van de langdurige arbeidsongeschiktheden.
- Responsabilisering van de verschillende stakeholders:
- Invoering van een verplichte vragenlijst omtrent de mogelijkheden om het werk terug te hervatten. De ziekenfondsen bezorgen deze vragenlijst na 10 weken van arbeidsongeschiktheid. Daarna dient de werknemer zich aan te bieden bij een ’terugkeercoach’.
De werknemers die weigeren mee te werken, zullen 2,5% van hun uitkeringen verliezen. - Bedrijven met meer dan 50 werknemers moeten meer inspanningen leveren om langdurige zieken terug aan het werk te krijgen. Indien blijkt dat er een bovenmatig aantal werknemers langdurig ziek zijn, kan er een sanctie worden opgelegd. De sanctie is gelijk aan 2,5 % van de loonmassa gedurende een
kwartaal. Om na te gaan over er sprake is van een bovenmatig aantal wordt het aantal binnen de onderneming vergeleken met het sectorgemiddelde. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met werknemers die langdurig arbeidsongeschikt zijn van 55 jaar en ouder. - Huisartsen mogen meedelen welk werk de arbeidsongeschikte werknemer wel kan uitvoeren of welke aanpassingen eventueel nodig zijn van het werkregime, om de werknemer het werk terug te laten hervatten.
- Er wordt een sanctie voorzien voor de ziekenfondsen en arbeidsbemiddelaars (VDAB, FOREM, Actiris) wanneer ze onvoldoende mensen werk helpen vinden.
- Daarentegen krijgen de gewesten extra geld indien ze meer zieken aan de slag helpen.
- Invoering van een verplichte vragenlijst omtrent de mogelijkheden om het werk terug te hervatten. De ziekenfondsen bezorgen deze vragenlijst na 10 weken van arbeidsongeschiktheid. Daarna dient de werknemer zich aan te bieden bij een ’terugkeercoach’.
- Reïntegratieprocedure 2.0
Het reïntegratietraject bij de werkgever wordt losgekoppeld van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht.
Er wordt een afzonderlijke procedure inzake medische overmacht uitgewerkt. De werkgever kan deze procedure met het oog op het beëindigen van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht pas volgen bij een arbeidsongeschiktheid van 9 maanden (op heden is dit 4 maanden).
Fiscale maatregelen
Geleidelijke verlaging bijzondere bijdrage sociale zekerheid
De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid wordt vanaf 2022 geleidelijk aan verminderd. In 2028 zou deze bijdrage dan volledig verdwijnen. Het verminderen ervan dient ertoe te leiden tot meer nettoloon voor de werknemers met een laag of gemiddeld inkomen.
Hervorming systeem bedrijfsvoorheffing
Om te vermijden dat werknemers pas vele maanden later een terugbetaling in de belastafrekening van de fiscus ontvangen, wilt de federale overheid de bedrijfsvoorheffing beter afstemmen op de concrete situatie. Hierdoor zou de werknemer meer nettoloon per maand overhouden, i.p.v. na de belastingafrekening.
Er wordt dus gestreefd naar een bedrijfsvoorheffing op maat.
Hoe de overheid dit zal realiseren, is nog niet duidelijk.
Hogere fiscale aftrek kinderopvang
De aftrek voor kinderopvang wordt verhoogd van 13 € naar 14 € per dag en per kind.
Maatregelen inzake sociale zekerheid
Hogere sociale bijdragen beroepssporters
Het omstreden gunstregime voor de beroepssporters zal gewijzigd worden. Momenteel betalen zij enkel socialezekerheidsbijdragen op een geplafonneerd loon per maand.
De federale overheid wenst het plafond af te schaffen of te verhogen, voor alle sporters of een gedeelte. Dit wordt nog intern verder bekeken.
Doelgroepvermindering aanwerving eerste werknemer
Vanaf 1 januari 2022 zal de vermindering voor de werkgever van de patronale bijdragen bij de tewerkstelling van een eerste werknemer niet meer onbeperkt zijn ( nu namelijk vrijstelling van het saldo van de verschuldigde basisbijdragen na de eventuele sociale maribel aftrek en na toepassing van de structurele vermindering).
Er wordt namelijk een plafond opgelegd van 4000 € per kwartaal. Deze plafonnering wordt niet retroactief ingevoerd.
De vermindering blijft wel onbeperkt in tijd van toepassing.
Overige
- Vierdagenweek
De regering wenst de mogelijkheid te voorzien dat een gemiddelde werkweek van 38uur op 4 dagen gepresteerd kan worden. Dit voorstel wordt overgemaakt aan de Nationale arbeidsraad ter advies.
- Telewerk en recht op deconnectie
De overheid wil dat het structureel telewerk een blijvend gegeven is. Daarom willen zij een recht voor de werknemer creëren om aan (deels) structureel telewerk te kunnen doen voor functies die gedeeltelijk of volledig in telewerk kunnen worden uitgevoerd.
De werkgever kan het verzoek van de werknemer tot structureel telewerk enkel gemotiveerd weigeren.
- E-commerce en nachtarbeid
De overheid wenst een globaal kader om een versoepelde vorm van nachtarbeid (prestaties tussen 20u en middernacht) in de e-commerce in te voeren, zonder dat dit telkens op ondernemingsniveau geregeld moet worden.
Zij geeft hiervoor de fakkel door aan de sociale partners. Zij krijgen tot uiterlijk 1 maart 2022 om tot een globaal akkoord te komen.
- Individueel opleidingsrecht voor elke werknemer (niet meer ondernemings-gebonden), gelijk aan 5 dagen per jaar per VTE.
- Specifiek plan inzake knelpuntenberoepen
Er wordt een specifiek en interfederaal plan uitgewerkt om meer mensen aan de slag te laten gaan in een knelpuntberoep (meer gebruik van sectorale opleidingsfondsen voor opleidingen knelpunberoepen, jaarlijks opleidingsplan voor ondernemingen met aandacht voor knelpuntberoepen, paritaire comités moeten om de 2 jaar een lijst met de knelpuntberoepen opmaken, …).
Langdurige werkzoekenden (meer dan 1 jaar) worden gestimuleerd om een knelpuntberoep in te vullen door de mogelijkheid het loon te cumuleren met 25 % van de werkloosheidsuitkering. Deze cumul kan 3 maanden toegepast worden.
- Expats
Het fiscaal voordelig regime voor buitenlandse kaderleden (dat o.a. bepaald dat zij geen inwoner zijn) zou worden beperkt in de tijd.
Het federale kader voor tijdelijke werkloosheid zal worden geëvalueerd. Een asymmetrische regionale invulling van dit kader in overleg met de regio’s is mogelijk met het oog op het sneller kunnen aanbieden van gepaste opleidingen aan intensief tijdelijk werklozen;
Ten slotte worden er ook extra sociale inspecteurs aangeworven en ingezet om de fraude te bestrijden.
Voorgaande maatregelen zijn nog niet in officiële wetteksten gegoten en zijn bijgevolg nog niet in werking getreden.
Bron: Begrotingsakkoord federale regering, www.premier.be/nl/federale-beleidsverklaring-nieuwe-groei-hervormen-investeren.