Feestdagen die in 2019 samenvallen met een gewoonlijke inactiviteitsdag in uw onderneming moeten in datzelfde jaar vervangen worden door een andere dag waarop er in uw onderneming normaal gezien wel gewerkt wordt. Hierdoor blijft het recht op 10 wettelijke feestdagen gewaarborgd in de onderneming. De vervangende feestdag neemt het karakter van de oorspronkelijke feestdag over.
De vervangende feestdagen die collectief worden vastgelegd op ondernemingsniveau moet u voor 15 december 2018 binnen uw onderneming bekendmaken door middel van een gedateerd en ondertekend bericht.
Feestdagen in 2019
In 2019 dient u rekening te houden met de volgende 10 wettelijk feestdagen:
Nieuwjaar | Dinsdag, 1 januari 2019 |
Paasmaandag | Maandag, 22 april 2019 |
Dag van de Arbeid | Woensdag, 1 mei 2019 |
O.H. Hemelvaart | Donderdag, 30 mei 2019 |
Pinkstermaandag | Maandag, 10 juni 2019 |
Nationale feestdag | Zondag, 21 juli 2019 * |
O.L.V. Hemelvaart | Donderdag, 15 augustus 2019 |
Allerheiligen | Vrijdag, 1 november 2019 |
Wapenstilstand | Maandag, 11 november 2019 |
Kerstmis | Woensdag, 25 december 2019 |
* In 2019 zal zondag 21 juli vervangen moeten worden.
Een voltijdse werknemer heeft recht op de hierboven vermelde 10 wettelijke feestdagen per jaar. Voor deeltijdse werknemers is het aantal wettelijke feestdagen waar zij recht op hebben afhankelijk van hun uurrooster (vast of variabel).
Procedure om de vervangende feestdagen vast te leggen
De vervangende feestdagen kunnen op verschillende niveaus vastgelegd worden. Indien er op een bepaald niveau geen beslissing wordt genomen, kan de beslissing worden genomen op het volgende niveau.
Collectieve verplaatsing door een sectorale cao:
De vervangende feestdag kan collectief worden vastgelegd door middel van een algemeen verbindend verklaarde sectorale cao. In het paritair comité moet er dan een cao afgesloten worden voor 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de feestdag vervangen wordt. Deze sectorale cao moet ook ten laatste op deze datum ter kennis gebracht worden aan de Minister van Werk. De beslissing moet nadien ook bekrachtigd worden bij koninklijk besluit.
Collectieve verplaatsing op ondernemingsniveau:
Indien de vervangende feestdag niet op sectoraal niveau werd vastgelegd, dan kan dit op ondernemingsniveau vastgelegd worden. De vastlegging van vervangende feestdagen op ondernemingsniveau gebeurt via een cascaderegeling:
- Ofwel door de ondernemingsraad;
- Ofwel met een collectief akkoord tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging;
- Ofwel met een collectief akkoord tussen de werkgever en het personeel (waarbij iedere werknemer individueel het akkoord ondertekent).
Wanneer u binnen de onderneming tot een akkoord bent gekomen, dient u dit voor 15 december 2018 uit te hangen in de onderneming op een voor het personeel zichtbare plaats door middel van een ondertekend en gedateerd bericht.
Een kopie van dit bericht moet ook aan het arbeidsreglement gehecht worden. Daarnaast moet u binnen de 8 dagen na de inwerkingtreding een afschrift van dit bericht overmaken aan de Sociale Inspectie van de FOD WASO die bevoegd is voor uw regio.
Individuele verplaatsing van de feestdagen:
Indien de vervangende feestdag niet collectief wordt vastgelegd, kan de vervangende feestdag in onderling overleg tussen werkgever en werknemer worden vastgelegd.
Eerstvolgende werkdag
Indien er op geen enkel van de hierboven vermelde niveaus een akkoord werd bereikt, dan wordt de feestdag vervangen door de eerstvolgende werkdag binnen de onderneming.
! Voor deeltijdse werknemers gelden specifieke regels
- Deeltijdse werknemers met een vast uurrooster: zij hebben enkel recht op feestdagen die samenvallen met een activiteitsdag. Indien een deeltijdse werknemer met een vast rooster niet werkt op maandag, zal deze geen recht hebben op vervanging van een feestdag die op maandag valt (vb. Paasmaandag).
- Deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster: zij hebben recht op de betaling van feestdagen die samenvallen met een activiteitsdag volgens het vooraf bekendgemaakt werkrooster. Voor de feestdagen waarop de deeltijdse werknemer volgens het variabel rooster niet moest werken, heeft deze geen recht op de feestdag, maar wel op een feestdagenloon dat overeenstemt met het loon dat de werknemer verdiende in de 4 weken die aan de feestdag voorafgaan, gedeeld door het aantal dagen dat in de onderneming gewerkt werd in die periode.
Opgelet!
Als onderneming moet u er over waken dat uw werknemers al hun feestdagen of vervangende feestdagen tegen het einde van het jaar hebben opgenomen. Zo niet, dan loopt u het risico dat er (straf) sancties worden opgelegd.
Bron: Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, B.S. 31 januari 1974; KB van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, B.S. 24 april 1974.