Onder betaalde sportbeoefenaars worden verstaan de personen die de verplichting aangaan zich voor te bereiden op of deel te nemen aan een sportcompetitie of -exhibitie onder het gezag van een ander persoon tegen loon dat een bepaald bedrag overschrijdt (art. 2,1 wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars).
Het minimumbedrag van het loon om in aanmerking te komen als betaalde sportbeoefenaar en aldus onder de hierboven vermelde wet te vallen, wordt jaarlijks bij KB bepaald.
Het KB van 17 mei 2017 heeft dit bedrag voor de periode van 1 juli 2017 t.e.m. 30 juni 2018 vastgelegd op 10.200 euro per jaar.
Dit grensbedrag is ook van belang voor het sociale zekerheidsstelsel van de sportbeoefenaar.
- Er geldt een onweerlegbaar vermoeden dat personen die het grensbedrag overschrijden, onderworpen zijn aan de sociale zekerheid voor werknemers.
- Personen die niet aanzien kunnen worden als betaalde sportbeoefenaar omdat ze het grensbedrag niet overschrijden, dienen aan het stelsel van de sociale zekerheid voor werknemers aangegeven te worden indien ze werken in de uitvoering van een arbeidsovereenkomst gesloten met de werkgever.
Bron: KB van 17 mei 2017 tot vaststelling van het minimumbedrag van het loon dat men moet genieten om als een betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd, BS 30 mei 2017.