Vlaanderen heeft gevraagd een nieuw werknemerstype te creëren in het kader van de dimona-aangifte voor leerlingen in alternerende opleidingen. De bedoeling is om deze leerlingen te onderscheiden van overige werknemers zodat ze niet uitgesloten worden van de gezinsbijslag.
De RSZ heeft op vraag van Vlaanderen het dimonatype ‘ALT’ gecreëerd en deze zal vanaf juni 2023 gereleased worden.
Voor werkgevers in de bouwsector moet nog steeds het aparte type RTA toegepast worden. Hiervoor is er dus geen verandering.
Het type “ALT” zal gebruikt moeten worden vanaf het begin van het schooljaar 2023 – 2024 in alle gewesten voor de leerlingen, ofwel elke persoon die in het kader van een alternerende opleiding door een overeenkomst verbonden is met een werkgever.
De RSZ heeft verduidelijkt dat voor opleidingsovereenkomsten waarvoor reeds een Dimona type ‘OTH’ werd uitgevoerd en die voor 1 september 2023 niet ten einde lopen er geen nieuwe Dimona ‘ALT’ moet worden uitgevoerd zolang de overeenkomst waarvoor de oorspronkelijke Dimona ‘OTH’ werd uitgevoerd niet afloopt. Bij een hernieuwing van de opleidingsovereenkomst moet wel het type ‘ALT’ gebruikt worden.
De opleiding moet cumulatief voldoen aan de volgende 6 voorwaarden:
- De opleiding bestaat uit een deel uitgevoerd op de werkvloer (‘werken’) en een deel binnen – of op initiatief en verantwoordelijkheid van een onderwijs- of opleidingsinstelling (‘leren’). Deze twee onderdelen beogen de uitvoering van één opleidingsplan, zijn op elkaar afgestemd en wisselen elkaar geregeld af.
- De opleiding leidt tot een beroepskwalificatie.
- Het deel ‘werken’ omvat op jaarbasis gemiddeld minstens 20 uren per week, zonder rekening te houden met feest- en vakantiedagen.
- Het deel ‘leren’ bedraagt minstens (uren berekend in verhouding tot de totale duur van de opleiding waarbij de lesuren waarvoor de leerling eventueel een vrijstelling geniet toegekend door de onderwijs- of opleidingsinstelling in mindering mogen worden gebracht):
- 240 lesuren voor deeltijds leerplichtigen en
- 150 lesuren voor jongeren die niet meer deeltijds leerplichtig zijn,
- Beide delen (werken/leren) worden uitgevoerd in het kader van één enkele overeenkomst waarbij de werkgever en de leerling betrokken partij zijn.
- De overeenkomst voorziet in een financiële bezoldiging ten laste van de werkgever, die moet worden beschouwd als loon.
Bron : Bericht Kwartaalaanpassingen 2023/2 RSZ