Daar waar de fiscale administratie thans geen belastingverhoging kon toekennen indien bij een controle bleek dat er foutief BV-vrijstellingen toegepast werden, zal dit vanaf nu wel mogelijk zijn.
De wetgever heeft namelijk recent de wet gewijzigd en laat de administratie toe een verhoging op te leggen op het bedrag aan terug te storten bedrijfsvoorheffing bij een verkeerde toepassing overeenkomstig volgend schema:
Aard van de overtreding | Verhoging |
A. Niet-aangifte of laattijdige aangifte te wijten aan omstandigheden onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige: | Nihil |
B. Overtreding zonder het opzet de belasting te ontduiken: | |
– 1e overtreding | 10 % |
– 2e overtreding: | 20 % |
– 3e overtreding: | 30 % |
Vanaf de 4e overtreding worden de overtredingen van deze aard bij C ingedeeld en als zodanig bestraft. | |
C. Overtreding met het opzet de belasting te ontduiken: | |
– 1e overtreding: | 50 % |
– 2e en 3e overtreding: | 75 % |
– 4e en 5e overtreding: | 100 % |
– 6e en 7e overtreding: | 150 % |
– 8e en volgende overtreding: | 200 % |
D. Overtreding gepaard met valsheid of gebruik van valse stukken of (met een poging tot) omkopen van ambtenaren | |
in alle gevallen: | 200 % |
Indien 4 opeenvolgende maandelijkse of kwartaal vervaldagen geen overtreding is vastgesteld inzake aangifte en betaling van de bedrijfsvoorheffing, worden de vorige overtredingen die bedoeld zijn in B en C niet in aanmerking genomen.
Bij een nieuwe overtreding, kan er pas sprake zijn van een tweede of volgende overtreding wanneer de onderneming geïnformeerd is over de verhoging die op de vorige overtreding toegepast werd.
De fiscus kan ten slotte ook beslissen om de verhoging niet toe te passen. Dit kan enkel wanneer de werkgever zonder opzet gehandeld heeft en te goeder trouw is.
Bron: KB van 13 september 2022 tot wijziging van de artikelen 225, 228, 229 en tot invoeging van een artikel 228/1 in het KB/WIB 92, BS 13 oktober 2022.