Zelfstandigen (helpers en meewerkende echtgenoten inclusief) die hun activiteit hebben moeten onderbreken doordat de uitoefening van de activiteit niet meer winstgevend is omwille van de stijging van de energieprijzen, kunnen een beroep doen op de derde pijler van het overbruggingsrecht ‘overmacht’. De Vlaamse overheid is namelijk van oordeel dat de activiteit gedwongen stopgezet dient te worden door omstandigheden onafhankelijk van de wil van de zelfstandige.
Als voorwaarde geldt dat de activiteit minstens zeven opeenvolgende dagen onderbroken moet zijn.
Per periode van zeven dagen wordt er een bepaalde uitkering toegekend afhankelijk van de fiscale situatie (al dan niet kinderen ten laste) van de zelfstandige.
Er moet een aanvraag ingediend worden waarin omstandig moet gemotiveerd worden waarom de significante stijging van de productiekosten/beroepskosten ten gevolge van de energiecrisis heeft geleid tot een onderbreking of stopzetting van de zelfstandige activiteit. Daarbij moet er voldoende aannemelijk gemaakt worden dat de verderzetting van de zelfstandige activiteit minder rendabel is als gevolg van de significante stijging van de productiekosten/beroepskosten als gevolg van de energiecrisis. Bij de aanvraag moeten de nodige stukken die dit aantonen, gevoegd worden.
Daarnaast moet er voldaan zijn aan de algemene voorwaarden voor het klassieke overbruggingsrecht.
De aanvraag gebeurt via het sociaal verzekeringsfonds en moet worden ingediend voor het einde van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal van de onderbreking of stopzetting.
Meer info vind je hier.
Bron: ww.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/subsidiedatabank/overbruggingsrecht-voor-zelfstandigen; www.rsvz.be/nl/faq/ik-moet-mijn-zaak-gedwongen-onderbreken-stopzetten-wat-nu.