Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Opslorping van de beursvennootschappen in het paritair comité van de banken vanaf Q3 2023? – update

By 31 juli 2023No Comments

Eind 2022 werd er een bericht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad waarmee de Minister van Werk het voornemen om het Paritair Comité voor de beursvennootschappen (PC 309) af te schaffen en te laten opslorpen het Paritair Comité voor de banken (PC 310) ter kennis werd gebracht.

Volgens de vooruitzichten van de RSZ zou het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor de banken (PC 310) vanaf het derde kwartaal 2023 uitgebreid worden met de beursvennootschappen (voormalig PC 309). Ze hebben hierover in hun kwartaalaanpassingen 2023/2 gecommuniceerd.

Het KB  werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad zodat PC 310  vanaf 1 juli 2023 ook bevoegd is voor de de beursvennootschappen (voorheen PC 309). PC 309 wordt dus afgeschaft vanaf 01/07/2023. 

Bijzondere CAO 

PC 310 heeft een bijzondere cao gesloten betreffende de overgang van de beursvennootschappen van PC 309 naar PC 310 voor de werknemers die uiterlijk op 30/06/2023 in dienst waren van de werkgevers van het opgeheven PC 309 of die die daar zullen worden tewerkgesteld of zullen worden ingeschreven in het personeelsregister tijdens een overgangsperiode van vijf jaar dewelke afloopt op 31 december 2027. Vanaf 1 januari 2028 zullen alle werknemers van de bedrijven volledig onder de collectieve regeling van PC 310 vallen.

De binnen PC 310 gesloten collectieve overeenkomsten die nog van toepassing zijn op 1 juli 2023 (cf. bijlage 1) zijn onverkort van toepassing op bovenvermelde werknemers mits bepaalde overgangsbepalingen.

Overgangsbepalingen – algemeen

De voorwaarden en voordelen die de werknemers reeds genoten op het moment van de overgang naar PC 310 krachtens de bepalingen van ondernemings- CAO’s of het arbeidsreglement, blijven behouden voor zover zij niet in strijd zijn met de uitdrukkelijke bepalingen van de bijzondere CAO. Deze voordelen en/of voorwaarden kunnen geenszins – behoudens uitdrukkelijke afwijking door de  bijzondere CAO – met de voordelen of rechten geput uit de collectieve arbeidsovereenkomsten van het PC 310 worden gecumuleerd.

Indien, in deze context, uit de vergelijking van beide stelsels een verschil blijkt, dan wordt dit als volgt opgelost:

  • onder alle omstandigheden wordt naar een kostenneutraliteit gestreefd. Om deze redenen wordt in de eerste plaats de financiële tegenwaarde of de tegenwaarde in arbeidsduur van het desbetreffende voordeel in kaart gebracht.
  • kunnen beide voordelen in arbeidsduur worden uitgedrukt, dan worden deze vervolgens met elkaar vergeleken. Indien het nieuwe voordeel groter is dan het bestaande voordeel, dan kan de financiële tegenwaarde ervan door bestaande voordelen (waarvan de financiële waarde wordt berekend), worden gecompenseerd.
  • kunnen beide voordelen in een financiële tegenwaarde worden uitgedrukt, dan worden deze vervolgens met elkaar vergeleken. Indien het nieuwe voordeel groter is dan het bestaande voordeel (PC 309), dan kan de financiële tegenwaarde ervan door bestaande voordelen in arbeidsduur, worden gecompenseerd. De syndicale afvaardiging is op dit vlak bevoegd om een eventuele afwijkende regeling op bedrijfsniveau te implementeren. Bij gebrek aan overeenstemming geldt evenwel de regeling van de bijzondere CAO.
  • voor wat de berekening van de financiële tegenwaarde betreft, geldt als basisregel dat de netto tegenwaarde van een bepaald voordeel, eerst naar een bruto- tegenwaarde wordt geconverteerd (vb de nettowaarde van maaltijdcheques wordt in een brutoloon geconverteerd), zodat eenzelfde bruto tegenwaarde (incl. werknemersbijdrage RSZ, excl. werkgeversbijdrage RSZ) als vergelijkingsbasis kan worden gehanteerd;
  • deze methodiek geldt ongeacht de aard of oorsprong van de loon- en arbeidsvoorwaarden, hetgeen impliceert dat ook voordelen die louter op bedrijfsniveau werden toegekend, eveneens in de vergelijkende analyse en compensatie worden betrokken.
  • mocht uit de vergelijkende analyse blijken dat een voordeel (PC 310) uiteindelijk groter blijkt en geen compensatie mogelijk is, dan wordt dit voordeel (van het PC 310) toegekend.

Opgelet: deze algemene regeling doet geen afbreuk aan de bijzondere regelingen voor specifieke voordelen en/of omstandigheden (cf. hieronder). 

Overgangsbepalingen – arbeidsduur 

Hierbij worden volgende berekeningselementen in aanmerking genomen: 365 kalenderdagen, verminderd met 104 zaterdagen en zondagen, 20 wettelijke vakantiedagen en 10 wettelijke feestdagen.

Daarnaast zullen de werknemers overeenkomstig de afspraken in het PC 310 bij de overgang recht hebben op:

  • 4 banksluitingsdagen (waarvan gemiddeld 2 banksluitingsdagen ter vervanging komen van een wettelijke feestdag) 
  • 1 regionale feestdag 
  • 1 extra dag voor medewerkers die meer dan 6 maanden in dienst zijn

Vanaf 1 januari 2027 dient een gemiddelde arbeidsduur te worden bekomen van 35 uur per week, ofwel door de reële wekelijkse arbeidsduur te verlagen, ofwel door toekenning van arbeidsduurverminderingsdagen. Om tot deze 35 uur per week te komen worden in eerste instantie de hiervoor vermelde 2 banksluitingsdagen, 1 regionale feestdag en 1 extra vakantiedag voor medewerkers die meer dan zes maanden in dienst zijn mee in rekening gebracht.

Om uiteindelijk op 1 januari 2027 tot een gemiddelde arbeidsduur van 35 uur per week te komen via arbeidsduurverminderingsdagen, zullen bijgevolg nog 8 bijkomende arbeidsduurverminderingsdagen moeten toegekend worden. Dit gebeurt tijdens een overgangsfase in verschillende stappen op volgende wijze:

  • 2024: 2 extra ADV – dagen
  • 2025: 2 extra ADV – dagen (4 dagen in totaal)
  • 2026: 2 extra ADV – dagen (6 dagen in totaal)
  • 2027: 2 extra ADV – dagen (8 dagen in totaal)
  • Voor de periode van 01/07/2023 tot 31/12/2023 geldt de volgende overgangsregeling:
    • 1 banksluitingsdag, vrij te kiezen door de medewerker
    • 1 ADV
    • 1 regionale feestdag
    • Vervangingsfeestdag van 11 november wordt op het niveau van de onderneming vastgelegd. Hier geldt nog niet de regeling die voorzien is in het PC 310 voor 2023.

Overgangsbepalingen – anciënniteitsverlof

De werknemers die in dienst zijn vóór 1 juli 2023 vormen een gesloten groep waarbinnen voor onbepaalde tijd de regels m.b.t. anciënniteitsverlof behouden blijven zoals bepaald de desbetreffende CAO van PC 309. Op hen blijven deze regels ook in de toekomst integraal van toepassing. Deze regeling kan bijgevolg niet worden gecumuleerd met de binnen PC 310 toepasselijke regelgeving.

Werknemers in dienst vanaf 1 juli 2023 zullen de regels zoals vastgelegd in PC 310 m.b.t. anciënniteitsverlof volgen.

Overgangsbepalingen – klein verlet 

De regeling zoals voorzien in PC 310 rond klein verlet worden tijdens een overgangsfase in verschillende stappen toegepast:

  • 2023: max. 1 dag betaald klein verlet bij ongeval/ziekte kinderen.
  • 2024: 1 extra dag betaald klein verlet bij ongeval/ziekte kinderen, 2 in totaal.
  • 2025: 1 extra dag betaald klein verlet bij ongeval/ziekte kinderen, 3 in totaal.
  • 2026: 1 extra dag betaald klein verlet bij ongeval/ziekte kinderen, 4 in totaal.

Overgangsbepalingen – functieclassificatie

Inschalingen in het bankbarema gebeuren minimaal in dezelfde klasse als momenteel van toepassing in de beursvennootschappen. Uiteraard geldt hierbij als algemeen basisprincipe dat de werkelijk uitgeoefende functie de toepasselijke klasse bepaalt.

Indien de inschaling in het bankbarema aanleiding geeft tot een loonsverhoging, dan is de concrete toepassing ervan in de tijd door de werkgever programmeerbaar, met dien verstande dat aan de volgende twee voorwaarden is voldaan:

  • de bankschaal van toepassing op 1 juli 2027 in PC 310 moet uiterlijk worden toegekend tijdens een overgangsperiode eindigend op 30 juni 2027;
  • de delta tussen het reële loon ontvangen vanaf 30 juni 2023 en de schalen van toepassing in PC 310 kan tijdens deze overgangsperiode niet stijgen. 

Overgangsmaatregelen – loon- en arbeidsvoorwaarden

Als basisregel geldt dat bestaande voordelen op ondernemingsvlak, en die niet voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomsten van PC 309, eveneens verrekenbaar zijn op eventuele voordelen, die ingevolge de wijziging van het toepasselijke Paritaire Comité aan de werknemers dienen of zouden dienen te worden toegekend. Als basisregel geldt dat elk voordeel waarvan de tegenwaarde berekenbaar is, en dit ongeacht de aard en oorsprong van het voordeel, kan worden in rekening gebracht.

De recurrente premie van 148,74 euro (cf. artikel 3§2 van de CAO van 09/12/1999 in PC 310) geldt binnen het Paritair Comité 310. Hiervoor hebben de werkgevers die op 1 juli 2023 overstappen van PC 309 naar PC 310 de vrijheid om dit naar een gelijkwaardig voordeel over te zetten. Indien er geen gelijkwaardig voordeel wordt toegekend zal deze premie jaarlijks worden uitbetaald aan alle werknemers.

Inwerkingtreding 

Deze CAO treedt in werking op 1 juli 2023 en geldt voor onbepaalde duur. 

 

Bron: Bericht betreffende de opheffing van een paritair comité en een nieuwe regeling van de werkingssfeer van een paritair comité, BS 6 december 2022; Trimcor RSZ van 25/05/2023; KB van 18/06/2023 tot wijziging, wat het Paritair Comité voor de beursvennootschappen en het Paritair Comité voor de banken betreft, van het koninklijk besluit van 9 februari 1971 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en bevoegdheid en, wat het Paritair Comité voor de beursvennootschappen betreft, van het koninklijk besluit van 17 januari 1972 tot vaststelling van het aantal leden van bepaalde paritaire comités, BS 23 juni 2023; CAO van 03/07/2023 betreffende de overgang van de beursvennootschappen van PC 309 naar PC 310. 

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.