In het artikel “NAR spreekt zich uit over behandeling van auteursrechten op vlak van de sociale zekerheid” werd het ontwerp KB betreffende de afhandeling op sociaal vlak van de auteursrechten besproken. Op 14/04/2023 werd het KB gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Deze regeling is van toepassing vanaf het eerste kwartaal 2023.
Het gaat over dezelfde vergoedingen als bedoeld in de fiscale wetgeving, met name vergoedingen die door een werkgever worden betaald voor de overdracht door zijn werknemer
- van auteursrechten en naburige rechten, alsook van de wettelijke en verplichte licenties die bij wet zijn geregeld, bedoeld in boek XI, titel 5, van het Wetboek van economisch recht of in analoge bepalingen van buitenlands recht,
- die betrekking hebben op originele werken van letterkunde of kunst zoals bedoeld in artikel XI.165 van het Wetboek van economisch recht of op prestaties van uitvoerende kunstenaars zoals bedoeld in artikel XI.205 van hetzelfde Wetboek
- met het oog op de exploitatie of het daadwerkelijk gebruik van deze rechten.
Voorwaarden
Er worden specifieke voorwaarden gekoppeld aan de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen voor deze vergoedingen, met name:
- De werknemer wordt betaald voor deze rechten of licenties in het kader van de overdracht of het in licentie geven aan een derde voor mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering, of voor reproductie of de werknemer (oorspronkelijke rechthebbende) beschikt over een kunstwerkattest.
- Deze vergoedingen worden aangegeven bij de RSZ in de DmfA met looncode 47.
- Het bedrag van de toegekende vergoedingen mag niet meer bedragen dan 30 % van het totaal van:
- het totaalbedrag van het loon onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen waarop de werknemer recht heeft
- en het totaalbedrag van de door de werkgever aan de betrokken werknemer toegekende vergoedingen voor de overdracht of het in licentie geven van auteursrechten en naburige rechten.
Opgelet: indien de vergoeding de 30% overschrijdt dan is het overschrijdend gedeelte onderworpen aan de gewone bijdragen. De 30 % wordt bepaald per kalenderjaar. Dat wil zeggen dat de overschrijdende onderwerping enkel definitief is als alle gegevens over het kalenderjaar gekend zijn.
- Zowel het loon als de vergoeding voor de overdracht of het in licentie geven van auteursrechten of naburige rechten moeten op een marktconforme manier worden vastgesteld. De werkgever houdt de bewijstukken van de verschillende beoordelingselementen ter beschikking van de RSZ (cf. RSZ controle).
Loonconversieverbod
De vergoedingen mogen niet worden verleend ter vervanging of ter omzetting van loon, premies, voordelen in natura of enig ander voordeel of een aanvulling hierbij, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid. Als werkgever mag men dus het loon en andere vergoedingen van de werknemer niet gaan verlagen om dat dan aan te vullen met een vergoeding voor auteursrechten.
Er is een uitzondering voorzien op dit verbod op loonconversie, met name voor de auteursrechten die als “roerende inkomsten” zijn aangegeven in de personenbelasting voor het belastbaar tijdperk 2022 of 2021, 2020, 2019 of 2018 en waarvoor socialezekerheidsbijdragen werden betaald en die bij de RSZ werden aangegeven.
- waarbij het bedrag van de vergoeding beperkt is tot het kleinste van volgende bedragen voor het jaar 2022 (of 2021, 2020, 2019 of 2018):
- het bedrag in de personenbelasting als roerende inkomsten aangegeven;
- het verschil tussen de vergoeding die bij de fiscus en de vergoeding die bij de RSZ werd aangegeven als loon in uitvoering van de arbeidsovereenkomst;
- de werkgever voor eind 2023 het om te zetten bedrag bij de RSZ aangeeft en op verzoek het bewijs van het omgezette bedrag voorlegt. Het betreft het bedrag aan auteursrechten voor het jaar 2022 maar als er niets aangegeven is in 2022, respectievelijk voor 2021, 2020, 2019 of 2018. Op deze manier wordt een ogenschijnlijke loonsverlaging bij een voortgezette tewerkstelling verantwoord. De aangifte hiervan zou moeten gebeuren via een speciaal aangifteformulier. De verdere details moeten echter nog door RSZ gecommuniceerd worden.
Een ontwerp van KB voorziet in een technische aanpassing, met name dat uitdrukkelijk vermeld wordt dat in geval van omzetting zonder naleving van de vermelde voorwaarden, de omgezette vergoeding onderworpen is aan sociale zekerheidsbijdragen.
Regularisatie
Werkgevers die ten onrechte auteursvergoedingen niet bij de RSZ zouden hebben aangegeven (en bijgevolg geen socialezekerheidsbijdragen hierop hebben betaald) maar wel als dusdanig bij de fiscus, kunnen deze alsnog regulariseren voor de jaren 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022.
De werkgever doet daartoe een aangifte (via DmfA) bij de RSZ van alle niet bij de RSZ aangegeven vergoedingen die overeenkomen met de bedragen die voor de jaren 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 in de personenbelasting als “roerende inkomsten” werden aangegeven. De aangifte moet gebeuren met looncode 47 in de DmfA van het desbetreffende kwartaal en dit voor 30 juni 2023.
Hiertoe zal de RSZ de geldigheid van looncode 47 aanpassen naar 01/01/2018 in plaats van 01/01/2023 (deze aanpassing is voorzien rond 25 juni). Vanaf dan zal het mogelijk zijn om de aangiftes uit het verleden te regulariseren. De RSZ is momenteel aan het onderzoeken of het mogelijk is om de uiterlijke aangiftedatum van 30 juni zoals voorzien in het koninklijk besluit van 7 april 2023, uit te stellen.
Een ontwerp van KB voorziet in een verlenging van de regularisatieperiode. De termijn voor de aangifte voor de jaren 2018 tot 2022 wordt verschoven van 30 juni naar 31 december 2023.
Belangrijk detail in dit kader is dat de geregulariseerde bedragen die overeenkomstig bovenvermelde procedure binnen de gestelde deadline worden aangegeven niet langer aanleiding zullen geven tot nabetaling van bijdragen, bijdrageopslagen, forfaitaire vergoedingen of verwijlintresten bij de RSZ!
Indien naar aanleiding van een controle blijkt dat de werkgever geen gebruikt heeft gemaakt van bovenvermelde mogelijkheid tot regularisatie binnen de gestelde deadline (momenteel 30 juni mogelijks verlenging), dan kan de inspectie wel overgaan tot een regularisatie met bijdragen, bijdrageopslagen, …. .
Bron: KB van 7 april 2023 tot wijziging van artikel 19 van het KB van 28 november 1969, BS van 14 april 2023; https://news.belgium.be/nl/precisering-van-de-loonconversie-van-auteursrechtelijke-vergoedingen.