In ons artikel ‘Versterkt adoptieverlof en pleegouderverlof sinds 01.01.2019‘ werd het uitgebreid adoptieverlof en de regeling van pleegouderverlof voor langdurige pleegzorg besproken.
Tijdens de eerste drie dagen van het adoptieverlof of pleegouderverlof behoudt de werknemer het recht op zijn normaal loon ten laste van de werkgever. Voor het resterende deel van het adoptieverlof of pleegouderverlof ontvangt de werknemer een uitkering ten laste van het ziekenfonds.
Het uitkeringspercentage is vastgesteld op 82 % van het begrensde gederfde loon.
Pleegouderverlof
De werknemer moet een aanvraag indienen bij de mutualiteit. Opdat die aanvraag in aanmerking kan worden genomen, moet het kind dat is geplaatst in het kader van langdurige pleegzorg deel uitmaken van het gezin van de werknemer. Dit bewijs volgt uit de informatie in het Rijksregister van de natuurlijke personen, of bij gebrek daaraan, uit een document dat de inschrijving van het kind aantoont in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin.
Daarnaast moeten volgende documenten toegevoegd worden:
- een kopie van het document waaruit de plaatsing van het pleegkind bij de werknemer overeenkomstig de toepasselijke regelgeving inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming blijkt
- bij een pleegzorg van een kind met een handicap: een attest dat vermeldt dat het kind een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 % heeft of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 9 punten toegekend worden in de drie pijlers samen van de medisch-sociale schaal.
Wanneer er twee pleegouders zijn, kan de aanvraag van de werknemer die gebruik maakt van het recht op de bijkomende week of weken slechts in aanmerking worden genomen als hij een verklaring op erewoord voorlegt die, al naargelang het geval, de verdeling van deze weken tussen de twee pleegouders of de toewijzing van deze week of weken aan de enige pleegouder die van dit recht gebruik maakt, vastlegt.
Adoptieverlof
De werknemer moet een aanvraag indienen bij de mutualiteit. Opdat die aanvraag in aanmerking kan worden genomen moet het kind deel uitmaken van het gezin. Dit bewijs volgt uit de informatie in het Rijksregister van de natuurlijke personen, of bij gebrek daaraan, een document dat de inschrijving van het kind aantoont in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin.
Daarnaast moeten volgende documenten toegevoegd worden:
- bij een adoptie in België: een kopie van het verzoekschrift tot adoptie, ingediend bij de bevoegde rechtbank, of bij gebrek hieraan, een kopie van het attest van de bevoegde centrale autoriteit van de gemeenschap waaruit blijkt dat het kind zich in een lopende adoptieprocedure bevindt en met dit doel aan de werknemer als adoptant is toevertrouwd.
- Bij een adoptie in het buitenland:
- een kopie van het bewijs van registratie van een buitenlandse beslissing over een adoptie, afgeleverd door de Dienst internationale adoptie van de FOD Justitie
- of een uittreksel van de akte van adoptie of, als de twee voormelde documenten niet beschikbaar zijn op het ogenblik van de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar deze werknemer zijn verblijfplaats heeft, een kopie van het attest van de bevoegde centrale autoriteit van de gemeenschap waaruit blijkt dat het kind zich in een lopende adoptieprocedure bevindt en met dit doel aan deze werknemer als adoptant is toevertrouwd
- ofwel een kopie van het document dat de goedkeuring van de beslissing door de bevoegde centrale autoriteit van de gemeenschap om het kind aan u als adoptant toe te vertrouwen, bewijst indien de werknemer het adoptieverlof opneemt vóór de inschrijving van het kind op de hoofdverblijfplaats (zodat het kind opgehaald kan worden in de Staat van herkomst met het oog op zijn daadwerkelijke onthaal in het gezin).
- Bij een adoptie van een kind met een handicap: een attest dat vermeldt dat het kind een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66% heeft of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 9 punten toegekend worden in de drie pijlers samen van de medisch-sociale schaal.
Wanneer er twee adoptieouders zijn, kan de aanvraag van de werknemer die gebruik maakt van het recht op de bijkomende week of weken slechts in aanmerking worden genomen als hij een verklaring op erewoord voorlegt die, al naargelang het geval, de verdeling van deze weken tussen de twee adoptieouders of de toewijzing van deze week of weken aan de enige adoptieouder die van dit recht gebruik maakt, vastlegt.
Bron: art. 52sexies Verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, BS 26 november 1197; www.inami.fgov.be.