Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Recht op klein verlet (vaccinatieverlof) voor minderjarige kinderen en meerderjarige kinderen met een handicap of onder voogdij – update

By 12 januari 2022No Comments

Op de ministerraad van 29/10/2021 werd er een voorontwerp van wet goedgekeurd m.b.t. de uitbreiding van het recht op klein verlet voor vaccinatie.

Uitbreiding 

Het bestaande recht op vaccinatieverlof (klein verlet) wordt uitgebreid tot de situaties waarin een werknemer een minderjarig kind dat met hem of haar samenwoont, begeleidt naar een vaccinatieplaats met de bedoeling om dit kind aldaar te laten vaccineren tegen het coronavirus.  

Wanneer de werknemer samenwoont met de andere ouder van het kind, kan dit recht voor éénzelfde periode slechts door één van hen worden uitgeoefend.

Het recht op vaccinatieverlof wordt ook uitgebreid tot de situaties waarin een werknemer een meerderjarige persoon met een handicap of onder voogdij begeleidt, ongeacht of het om zijn eigen kind gaat dan wel om iemand over wie hij het wettelijk voogdijschap uitoefent. Dat recht kan echter uitsluitend worden uitgeoefend door een van de ouders of door een van de voogden. 

De werknemer heeft dit recht gedurende de tijd die nodig is om het minderjarig kind of de meerderjarige persoon met een handicap of onder voogdij te laten vaccineren. Hiermee wordt zowel de tijd van de eigenlijke vaccinatie beoogd, alsook de tijd die nodig is voor de werknemer om zich te verplaatsen naar en van de locatie waar de vaccinatie zal plaatsvinden.

Om gerechtigd te zijn op het loon moet de werknemer de werkgever vooraf verwittigen en zo spoedig mogelijk vanaf het moment waarop hij kennis heeft van het tijdstip of tijdsslot van de vaccinatie voor hem, voor het minderjarig kind of voor de persoon met een beperking of over wie men de voogdij heeft. Hij moet het verlof gebruiken voor het doel waarvoor het is toegestaan.

Op verzoek van de werkgever dient de werknemer hiervan het bewijs voor te leggen. Het voorleggen van de bevestiging van de afspraak om op een bepaald tijdstip aanwezig te zijn op een plaats waar de vaccinatie wordt toegediend, geldt als voldoende bewijs. In zoverre de bevestiging niet vermeldt wanneer de werknemer, het minderjarig kind of de persoon met een beperking of over wie men de voogdij heeft aanwezig dient te zijn op een plaats waar de vaccinatie wordt toegediend, dient de uitnodiging voorgelegd te worden.

De werkgever mag de informatie die hij aldus verkrijgt enkel gebruiken met het oog op de organisatie van het werk en het verzorgen van een correcte loonadministratie.
Het is de werkgever niet toegestaan om onder welke vorm dan ook een kopie van de afspraakbevestiging te nemen of de informatie die ze bevat manueel over te schrijven, met uitzondering van het tijdstip van de afspraak. Het is de werkgever enkel toegestaan om de afwezigheid van de werknemer te registreren als klein verlet.

Inwerkingtreding 

De uitbreiding van het recht op vaccinatieverlof treedt in werking op 12 januari 2022 en geldt tot 30 juni 2022 (met de mogelijkheid tot verlenging tot 31/12/2022).

 

Bron: Wet van 23 december 2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, BS 12 januari 2022. 

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.