In ons artikel ‘Responsabiliseringsbijdrage i.h.k.v. deeltijdse arbeid’ werd reeds toegelicht dat er wordt voorzien in een sanctie (responsabiliseringsbijdrage van 25 euro) voor werkgevers die de voorrang van deeltijdse werknemers (die een inkomensgarantie-uitkering genieten) voor het bekomen van een vacante betrekking of meer uren in de onderneming niet in acht nemen.
Het Koninklijk Besluit van 2 mei 2019 dat de verdere uitvoering van deze maatregel uitwerkt, werd inmiddels gepubliceerd in het Belgisch staatsblad.
Mededeling van een vacante betrekking door de werkgever
- De werkgever moet enkel vacante dienstbetrekkingen meedelen die tot gevolg hebben dat de overeengekomen deeltijdse arbeidsregeling wordt verhoogd voor onbepaalde tijd of gedurende een ononderbroken periode van tenminste één maand.
- De verplichting geldt enkel indien de werknemer daar om verzocht heeft en indien het gaat over soortgelijke functie waarvoor de werknemer de juiste kwalificaties
- De werkgever moet de mededeling doen binnen een termijn van één maand die ingaat de dag volgend op de dag waarop de dienstbetrekking vacant wordt.
- De mededeling moet gebeuren via aangetekend schrijven of door overhandiging van een geschrift ondertekend voor ontvangst ofwel elektronisch met ontvangstbevestiging.
- De mededeling moet volgende elementen bevatten:
- een beknopte beschrijving van de vacante functie
- de duur van de overeenkomst
- het arbeidsvolume en werkrooster
- de plaats van tewerkstelling
- de termijn waarbinnen de deeltijdse werknemer moet reageren, zonder dat deze termijn minder mag zijn dan een week of langer dan een maand.
- De werkgever is ertoe gehouden een afschrift van de mededelingen in papieren of elektronische vorm gedurende 7 jaar te bewaren.
Responsabiliseringsbijdrage
De responsabiliseringsbijdrage is enkel verschuldigd voor arbeidsovereenkomsten gesloten vanaf 1 januari 2018 waarbij bovenvermelde verplichting niet werd nageleefd voor een deeltijdse werknemer die een inkomensgarantie-uitkering geniet (‘deeltijdse werknemer met behoud van rechten’). Deze werknemers zijn immers verplicht om een aanvraag voor een voltijdse betrekking of een deeltijdse betrekking met meer uren in te dienen bij de werkgever. Zo niet, kunnen zij geen aanspraak maken op een inkomensgarantie-uitkering.
De responsabiliseringsbijdrage bedraagt 25 euro per deeltijdse werknemer met inkomensgarantie-uitkering en per maand waarin de verplichting niet wordt nageleefd en is verschuldigd voor het volledige kwartaal.
De responsabiliseringsbijdrage is verschuldigd vanaf het kwartaal volgend op de vier kwartalen waarin ten minste één bijkomend uur beschikbaar was en aan geen enkele werknemer met inkomensgarantie-uitkering tewerkgesteld door de werkgever, bij voorrang het beschikbare bijkomende uur of de beschikbare bijkomende uren werden toegekend zodat zijn contractuele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur niet is toegenomen.
De responsabiliseringsbijdrage is niet meer verschuldigd vanaf :
- hetzij het kwartaal waarin alle beschikbare bijkomende uren werden toegekend aan ten minste één van de werknemers met inkomensgarantie-uitkering, zodat zijn wekelijke gemiddelde arbeidsduur is toegenomen;
- hetzij het kwartaal waarin de werkgever de bijdrage verschuldigd was voor het vierde opeenvolgende kwartaal en er geen enkel bijkomend uur beschikbaar was gedurende deze vier voorgaande kwartalen.
Meldingsplicht RVA
De werkgever moet bij aanvang van de deeltijdse arbeid in de ASR-aangifte (ASR-scenario 3 – C131A) melden of de werknemer een aanvraag voor een voltijdse betrekking deed of niet.
Wanneer een werknemer die een inkomensgarantie-uitkering geniet een voorgestelde vacante dienstbetrekking weigert, bent u er als werkgever toe gehouden dit te melden aan de RVA (bevoegde gewestelijke werkloosheidsbureau). De werkgever moet in de ASR-aangifte van de betrokken maand (ASR-scenario 6 – C131B) melden of de werknemer in de loop van de maand weigerde in te gaan op een aangeboden vacante betrekking.
De aanpassing van de ASR-aangiften is nog in voorbereiding zodat het onduidelijk is vanaf wanneer u deze melding effectief moet/ kan opnemen.
Uitzonderingen?
De responsabiliseringsbijdrage is niet verschuldigd voor de werknemer waarvoor de werkgever kan aantonen:
- dat hij geen mededeling van de vacante betrekking moest verrichten;
- dat de werknemer niet in aanmerking kwam voor de toekenning van de bijkomende uren omdat het niet ging om dezelfde functie en hij daarvoor niet de vereiste kwalificaties bezat;
- dat de werknemer niet in aanmerking kwam voor de toekenning van de bijkomende uren omdat het ging om uren die betrekking hebben op prestaties tijdens dezelfde tijdblokken als de prestaties geleverd door de betrokken werknemer;
- dat de werknemer was tewerkgesteld in een andere vestigingseenheid dan de vestigingseenheid waar de bijkomende uren beschikbaar waren;
- dat hij aan de betrokken werknemer alle vacante voltijdse en deeltijdse dienstbetrekkingen heeft aangeboden.
Bovenvermelde regels zijn bovendien niet van toepassing op:
- Uitzendkrachten;
- Dienstencheques-werknemers;
- Gelegenheidswerknemers;
- Werknemers die niet vallen onder de wet betreffende de cao’s en de paritaire comités.
Inwerkingtreding?
Het KB van 2 mei 2019 is in werking getreden op 1 april 2019. De responsabiliseringsbijdrage zal voor het eerst verschuldigd zijn in het 2e kwartaal van 2020.
Bron: Koninklijk besluit van 2 mei 2019 tot uitvoering van de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 die betrekking hebben op de voorrang voor deeltijdse werknemers om een vacante dienstbetrekking bij hun werkgever te verkrijgen, BS 15 mei 2019.