Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Sneltesten – aankoop niet langer uitsluitend via de arbeidsarts!

By 31 mei 2021No Comments

Voorheen was de aankoop van zelftesten door bedrijven beperkt tot de arbeidsarts, maar nieuwe reglementering voorziet vanaf 15/05/2021 in een kader waarbinnen ondernemingen sneltesten zelf kunnen aankopen. 

Voor beide gevallen geldt als algemeen principe dat het inzetten van sneltests de partijen in geen geval ontslaat van de verplichting om de preventiemaatregelen zoals bepaald in de generieke gids/sectorgidsen na te leven, en het mag ook geen middel zijn om een afwijking te verkrijgen op de quarantaineverplichting.

Bij het gebruik van zelftests zijn informatie en opleiding in verband met het correct gebruik en de mogelijke consequenties van een positief of negatief testresultaat erg belangrijk.

  • een negatief testresultaat: men kan nog steeds besmet zijn en het virus overdragen aangezien deze tests een lagere gevoeligheid hebben.
  • een positief testresultaat: er moet steeds actie ondernomen worden namelijk isolatie en onmiddellijk de huisarts raadplegen zodat deze kan nagaan op basis van de klinische en epidemiologische context of een bevestiging door een PCR-test moet gebeuren, en dat ook dat de hoogrisicocontacten in quarantaine worden geplaatst.

De FOD WASO heeft een overzicht opgemaakt van de verschillende soorten testen en de hiermee verbonden procedures voor het testbeleid binnen de arbeidsrelatie.

Arbeidsarts

Er was reeds voorzien dat sneltests ingezet konden worden via de arbeidsarts op basis van het KB van 05/01/2021 (cf. versterkte rol arbeidsarts).

Sneltesten kunnen worden ingezet in het kader van clusterbeheer , als algemene preventieve screening of op verzoek van de arts-sociaal inspecteur:

  • Tests kunnen worden ingezet in het kader van een clusterbeheer in toepassing van het KB van 05/01/2021. Binnen het kader van dit KB kan de arbeidsarts alle werknemers of een deel van de werknemers (door hem vast te stellen) op geregelde tijdstippen (bv. 2x/week) aan een (snel)test onderwerpen gedurende een door deze arts vast te stellen termijn (bv. 3 weken), die kan verlengd worden in functie van vastgestelde besmettingen. Sneltests kunnen in elk geval binnen het kader van dit KB worden ingezet bij de laagrisicocontacten, maar ook ruimer om clusterbesmettingen verder op te volgen in de bredere bedrijfspopulatie waarin de cluster zich voordoen.
  • Op basis van een risico-inschatting kunnen repetitieve sneltests worden ingezet buiten het kader van clusterbeheer, en dus zonder aanwijzingen van een actuele uitbraak, en dit uitsluitend om virusverspreiding te beperken en om de gezondheid van de werknemers te beschermen. Hieraan zijn echter specifieke voorwaarden verbonden.
  • De arts-sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht Welzijn op het werk van de FOD WASO kan, in het kader van clusterbeheer of als een aanvullende maatregel in verband met de bestrijding van virusoverdracht, de preventieadviseur-arbeidsarts verzoeken om gedurende een door deze inspecteur vastgestelde periode op geregelde tijdstippen repetitieve tests te voorzien voor op de werkvloer aanwezige personen.

Volgende principes zijn hierbij van belang:

  • De testkits bestemd voor het testen van werknemers worden aangevraagd door de arbeidsartsen en worden ook rechtstreeks aan arbeidsartsen afgeleverd. Er is een specifiek aanvraagformulier beschikbaar dat arbeidsartsen kunnen gebruiken.
  • Het is steeds de arbeidsarts die zal bepalen welke werknemers in aanmerking komen en welke teststrategie er wordt gevolgd (soort test, frequentie, duur, …);
  • Als de test gebeurt onder supervisie in het bedrijf, kan deze supervisie enkel gebeuren door de arbeidsarts of zijn medewerkers. Enkel zo kan vermeden worden dat er sprake zou kunnen zijn van directe of indirecte druk en dat de privacy van de werknemers te allen tijde gewaarborgd wordt.
  • Wanneer door de arbeidsarts beslist wordt tot een zelfafname of zelftest door de werknemer, de arbeidsarts of een medewerker van zijn preventiedienst moet de nodige opleiding en informatie aan deze werknemer over het correct gebruik ervan verstrekt worden. De werknemer moet ervan op de hoogte zijn dat hij in geval van een positief resultaat onmiddellijk in isolatie moet gaan en dat hij onmiddellijk zijn huisarts moet contacteren. Deze arts beslist op basis van de klinische en epidemiologische context of een bevestiging door een PCR-test moet gebeuren (omwille van de geringere gevoeligheid van zelftests). De werknemer of zijn huisarts dient ook onmiddellijk de arbeidsarts op de hoogte te brengen, zodat deze de contactopsporing kan doen in de onderneming.
  • De arbeidsarts zich er steeds moet van vergewissen dat de gezondheidsgegevens van de werknemers op elk moment vertrouwelijk worden behandeld. Het gaat om een verwerking van gezondheidsgegevens, waarbij de privacy moet zijn verzekerd bij elke stap in de teststrategie. Testresultaten mogen in geen enkel geval aan de werkgever worden meegedeeld.
  • De werknemers moeten hun toestemming geven om zich te laten testen en deze moet vrijwillig worden gegeven. Daarom is het van groot belang om het doel van de tests adequaat toe te lichten.
  • Het inzetten van sneltests maakt geen onderdeel uit van het periodiek gezondheidstoezicht: sneltests kunnen niet beschouwd worden als het resultaat van een periodieke gezondheidsbeoordeling of een aanvullende medische handeling. Het resultaat van een sneltest zegt in se immers niets over de arbeidsgeschiktheid in functie van de risico’s verbonden aan de uitvoering van het werk.

Ondernemingen

Voortaan kunnen ondernemingen en instellingen zelf gederogeerde zelftests of zelftests aankopen bij apothekers om deze vrijblijvend ter beschikking te stellen van hun werknemers of andere medewerkers zonder afbreuk te doen aan specifieke regelgeving met betrekking tot het testen in ondernemingen en instellingen (cf. arbeidsarts hierboven).

Het ter beschikking stellen van zelftests of gederogeerde zelftests mag op geen enkele wijze aanleiding geven tot enige verplichting tot gebruik van deze zelftests of gederogeerde zelftests. De werkgever mag op geen enkele manier instructies of richtlijnen of rechtstreekse of onrechtstreekse dwang uitoefenen ten aanzien van zijn werknemers om een dergelijke zelftest uit te voeren.

Hierbij wordt ook expliciet voorzien dat de zelftests altijd fysiek moeten worden afgeleverd door de apotheek. Verkoop op afstand is niet toegelaten.

Bovendien moet de onderneming of instelling ervoor zorgen dat de werknemers en de andere medewerkers de nodige instructies hebben ontvangen omtrent het gebruik van zelftests of gederogeerde zelftests en de acties die ondernomen moeten worden bij een positieve test.  In geval van een positief testresultaat moet de werknemer of de medewerker een arts of een testcentrum contacteren. De werknemer mag in dat geval ook de arbeidsarts informeren maar is daartoe niet verplicht.

 

Bron: KB van 11 mei 2021 tot uitvoering van artikel 3, § 2, van de wet van 22 december 2020 houdende diverse maatregelen met betrekking tot snelle antigeentesten en de registratie en verwerking van gegevens betreffende vaccinaties in het kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie, BS 14 mei 2021; KB van 05/01/2021 betreffende de rol van de preventieadviseur-arbeidsarts bij de bestrijding van het coronavirus COVID-19 (1), BS 21/01/2021; 

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.