In het kader van de sociale verkiezingen zijn kandidaten (ook indien ze nog niet verkozen zijn) beschermd gedurende een bepaalde periode.
Om de bescherming te genieten, volstaat het dat de kandidatuur geldig is ingediend en dat zij voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Als de kiesverrichtingen voorafgaandelijk worden stopgezet en de kandidatenlijst wordt niet teruggeroepen door de werknemersorganisatie, blijft de bescherming gelden.
Begin van de beschermingsperiode
De beschermingsperiode begint dertig dagen vóór de dag waarop het bericht wordt uitgehangen dat de verkiezingsdatum aankondigt (X-30), m.n. tussen 12 en 25 januari 2020. Op dit moment zijn de kandidaturen echter nog niet bekendgemaakt. De beschermingsperiode begint dus nog voor de kandidatuur van de werknemer gekend is. Dit wordt de ‘occulte’ periode genoemd. De werkgever weet immers niet dat een werknemer die ontslaan wordt, eventueel een beschermde werknemer is.
De occulte periode loopt totdat de kandidaturen neergelegd worden. De beschermingsperiode loopt evenwel door, doch de verborgen periode eindigt aangezien de werkgever dan kennis heeft dat het een beschermde werknemer betreft.
Wat indien de werknemer ontslagen wordt tijdens de occulte periode?
Aangezien een werkgever tijdens deze periode niet weet dat een werknemer beschermd is, zal per definitie de voorziene procedure tot opheffing van de bescherming niet gevolgd zijn geweest.
Een werknemer die gedurende deze periode ontslagen wordt, zal zijn re-integratie aan de werkgever moeten vragen binnen dertig dagen nadat de kandidatenlijsten zijn bekendgemaakt. Als de re-integratie niet tijdig gevraagd wordt dan is er geen enkele beschermingsvergoeding meer verschuldigd. Moest de werknemer nog in zijn opzegperiode zitten, kan de werkgever het ontslag gewoon tenietdoen.
Als de werkgever de werknemer niet re-integreert, is er een beschermingsvergoeding verschuldigd in alle gevallen, dus ook in de situatie van een ontslag omwille van dringende reden.
Einde van de beschermingsperiode
De bescherming loopt door totdat de personeelsafgevaardigden tijdens de volgende verkiezingen (2024) verkozen zijn in de ondernemingsraad en/of het comité. Deze bescherming geldt ook voor de niet verkozen kandidaten.
Als deze niet-verkozen kandidaten evenwel voor een tweede keer op rij niet verkozen zijn, dan is de ontslagbescherming beperkt tot 2 jaar na de officiële bekendmaking van de tweede verkiezing.
Bron: Wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden, BS 29 maart 1991.