Algemeen
De sociale verkiezingen moeten georganiseerd worden om de personeelsvertegenwoordigers in het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) aan te duiden indien de onderneming gemiddeld ten minste 50 werknemers telt, en om de personeelsvertegenwoordigers voor de ondernemingsraad (OR) aan te duiden indien de onderneming gemiddeld ten minste 100 werknemers telt. Het begrip ‘technische bedrijfseenheid’ (TBE) is hierbij van essentieel belang.
Een juridische entiteit kan samengesteld zijn uit een of meerdere TBE indien ze economisch en sociaal gezien autonoom zijn. Daarnaast is het ook mogelijk dat meerdere juridische entiteiten één TBE vormen omwille van economische en sociale samenhang.
Datum sociale verkiezingen
Er wordt door de NAR voorgesteld om de sociale verkiezingen te organiseren van 13 tot en met 26 mei 2024.
Stemrecht uitzendkrachten – alternatief voorstel?
Bij de sociale verkiezingen van 2020 werd een belangrijke nieuwigheid voorzien, met name het stemrecht voor uitzendkrachten. Bijgevolg konden uitzendkrachten stemmen hebben bij de sociale verkiezingen bij de klant-gebruiker indien ze voldeden aan de door de wet voorziene tewerkstellingsvoorwaarden.
Er werd daarbij voorzien in cumulatieve tewerkstellingsvoorwaarden waarbij de uitzendkracht gedurende twee referteperiodes die afhankelijk waren van de verkiezingsdatum bij de klant-gerbuiker en waarbij de uitzendkracht moest voldoen aan bepaalde anciënniteitsvoorwaarden tijdens die referteperiodes.
Er wordt opgemerkt door de FOD WASO dat dit aanleiding heeft gegeven tot heel wat interpretatievragen. De formulering van de wet roept ook talrijke interpretatievragen op, onder meer met betrekking tot het begrip “ononderbroken periode”.
Omwille van deze interpretatievragen, de toepassingsproblemen op het terrein en de rechtsonzekerheid die hieruit voortvloeit, formuleert de NAR een alternatief voorstel waarbij er nog slechts sprake zou zijn van één referteperiode waarbij de uitzendkracht 32 effectieve arbeidsdagen (met of zonder onderbreking) moet kunnen aantonen bij de gebruiker gedurende een periode van 3 kalendermaanden die aanvangt op de eerste dag van de derde kalendermaand voorafgaand aan de maand waarin het bericht van dag X wordt aangeplakt. Indien de sociale verkiezingen in mei worden gehouden, zal de referteperiode dus lopen van 1 november tot 31 januari (deze datum inbegrepen).
Overdracht persoonsgegevens uitzendkrachten
De FOD WASO is van mening dat de gegevens die nodig zijn voor het opstellen van de kiezerslijsten, bij wet zijn voorgeschreven, en dat de overdracht van deze gegevens, die strikt beperkt blijft tot de wettelijke doelstelling, bijgevolg niet in strijd is met de AVG en haar uitvoeringswetten.
Volgens de NAR moeten deze gegevens enkel voor de uitzendkrachten die voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde van 32 dagen, worden opgevraagd en aan de gebruiker worden toegezonden binnen de 5 kalenderdagen die volgen op het einde van de hierboven bedoelde referteperiode, die is vastgesteld om het stemrecht van de uitzendkrachten te bepalen.
Indien er op dag X een akkoord is over elektronisch stemmen, moeten er, om deze elektronische stemming mogelijk te maken, aanvullende gegevens worden overgedragen, eveneens op verzoek van de betrokken gebruiker en binnen de termijn van 5 kalenderdagen volgend op dag X voor de uitzendkrachten die voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde van 32 dagen: het
rijksregisternummer en het e-mailadres van de uitzendkrachten. Deze laatste informatie moet ook worden doorgegeven indien er binnen de onderneming een akkoord is over het elektronisch versturen van de oproeping voor de verkiezingen.
Bron: NAR, Advies nr. 2340 van 20.12.2022 “- Evaluatie sociale verkiezingen 2020 – Voorbereiding organisatie sociale verkiezingen 2024 – Sociale verkiezingen 2020 – Definitieve verkiezingsresultaten – Genderanalyse.