In 2015 heeft de overheid de eerste steunzones gedefinieerd waarop de vrijstelling van 25% van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ondernemingen die investeren in deze zones van toepassing is. De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het kader van steunzones kan genoten worden voor een periode van 2 jaar en dit voor iedere bijkomende arbeidsplaats die als gevolg van deze investering gecreëerd is. Deze arbeidsplaats moet gedurende ten minste drie jaar of vijf jaar ingevuld blijven afhankelijk van of de onderneming een KMO is of niet.
Het Vlaamse gewest heeft de ‘eerste’ steunzones afgebakend rond de bedrijventerreinen van de site van Ford Genk en de Philips-site (Turnhout). Deze steunzones in het Vlaamse gewest hadden een toepassingsperiode van 6 jaar, die gestart is op 1 mei 2015. De periode van zes jaar is bijna verstreken daarom leek het ons het perfecte moment om de modaliteiten met betrekking tot deze vrijstelling nog eens op te frissen.
Welke werkgevers komen in aanmerking?
Deze steunmaatregel is zowel van toepassing op KMO’s als op grote ondernemingen.
De definitie van ‘KMO‘ is voor de toepassing van de vrijstelling is als volgt: het criterium tewerkstelling (max. 250 VTE) en het criterium omzet (max. € 50 miljoen) of balanstotaal (max. € 43 miljoen), mogen niet overschreden worden in ten minste twee van de laatste drie afgesloten belastbare tijdperken.
KMO’s hebben in deze hele zone recht op steun.
Ondernemingen die niet onder de definitie van KMO vallen, worden beschouwd als ‘grote ondernemingen‘.
Grote ondernemingen komen enkel in aanmerking voor deze maatregel, indien de steunzone samenvalt met de door Europa goedgekeurde ‘regionale steunkaart’ en indien de investering betrekking heeft op nieuwe vestigingen en nieuwe activiteiten van bestaande vestigingen.
Naast deze basisvoorwaarden gelden nog bijzondere criteria voor verbonden en geassocieerde ondernemingen. De details hiervan zijn terug te vinden op de website van de FOD Financiën.
Welke steunzones?
Een steunzone wordt afgebakend in een regio waar er sprake is van een grootschalig collectief ontslag. Onder collectief ontslag kunnen werknemers die ontslagen werden ten gevolge van een faillissement ook in aanmerking komen. Het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest hebben elk hun steunzones afgebakend. Deze zijn raadpleegbaar via volgende websites:
- Vlaamse gewest: www.geopunt.be
- Waalse gewest: http://geoportail.wallonie.be
Een steunzone kan afgebakend worden rond een getroffen zone:
- binnen een maximale straal van 40 km van de getroffen vestiging(en); of
- kleinere steunzones met een straal van maximum 20 kilometer.
Om als getroffen zone te worden beschouwd, moeten er minstens 500 werknemers in een periode van drie jaar zijn getroffen in één of meerdere vestigingen van één of meerdere ondernemingen gelegen in een ononderbroken zone van 20 km en binnen een cirkel met een straal van max. 5 km.
De drempel van 500 verloren arbeidsplaatsen wordt voor werknemers boven de 50 jaar verlaagd naar 250 verloren arbeidsplaatsen naar analogie met de verlaagde drempel die van toepassing is wanneer de totale steunzone die het gewest voorstelt een graad van jeugdwerkloosheid kent die hoger is dan 125 % van het nationale gemiddelde.
Investeringen
Om de vrijstelling toe te passen moet de onderneming werkelijk geïnvesteerd hebben in de afgebakende steunzone. Een vennootschap die deel uitmaakt van dezelfde groep, kan ook een investering doen. Deze vennootschap moet ook voldoen aan de definities (vb. KMO-voorwaarden).
De investeringen kunnen o.a. zijn: oprichting van een nieuwe inrichting, uitbreiding van de capaciteit van een bestaande inrichting, overname van materiële of immateriële vaste activa van een inrichting die deel uitmaakt van een onderneming die failliet verklaard werd.
Investeringen die verband houden met sectoren waarvoor sectorspecifieke steunregelgeving bestaat, komen niet in aanmerking. Denk hierbij aan de visserij, productie van landbouwproducten, ….
Formaliteiten en aanvraagtermijnen
De werkgever moet het formulier steunaanvraag indienen bij het bevoegde Documentatiecentrum-bedrijfsvoorheffing binnen de 3 maanden nà voltooiing van de investering, maar steeds vóór de creatie van nieuwe arbeidsplaatsen. De maand waarin het formulier wordt ingediend, zal het startpunt van de referentieperiode bepalen.
Opgelet: aangezien het formulier na de voltooiing van de investering ingediend kan worden, is de wetgever streng en kan de onderneming geen vrijstelling meer genieten wanneer de verwachte voltooiing van de investering met meer dan zes maanden overgeschreden wordt.
Nieuwe arbeidsplaats
Een arbeidsplaats is slechts nieuw indien de invulling ervan in de betrokken inrichting het totaal aantal werknemers en uitzendkrachten uitgedrukt in voltijdse equivalenten doet verhogen ten opzichte van het gemiddelde aantal werknemers en uitzendkrachten uitgedrukt in voltijdse equivalenten over de twaalf maanden voorafgaand aan de maand waarin het formulier wordt overgemaakt, vermeerderd met de andere door de investering reeds gecreëerde nieuwe arbeidsplaatsen.
De arbeidsplaats moet ingevuld worden nà indiening van de steunaanvraag en binnen 36 maanden na de voltooiingsdatum van de investering.
Voltooiing van activiteiten
Dit wordt momenteel niet gedefinieerd en betreft een feitenkwestie.
Met de voltooiing van de investering wordt in principe het tijdstip bedoeld waarop deze investering effectief door de werkgever in gebruik wordt genomen. Het is de werkgever die aan moet tonen dat het vastgelegde tijdstip van voltooiing overeenstemt met de werkelijke voltooiing van de investering.
Wanneer is het voordeel definitief verworven?
De vrijstelling van doorstorting wordt definitief nadat de werkgever in een bijlage aan zijn aangifte in de inkomstenbelasting die betrekking heeft op het derde aanslagjaar volgend op het aanslagjaar verbonden aan het belastbaar tijdperk binnen hetwelk de door de investering gecreëerde nieuwe arbeidsplaats is ingevuld, aantoont dat deze nieuwe arbeidsplaats gedurende ten minste drie of vijf jaar behouden is gebleven.
De ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid kunnen ook genieten van deze vrijstelling. De uitzendkantoren dienen voorafgaand aan de start van de uitzendarbeid het aangepast formulier steunaanvraag uitzendarbeid in te dienen bij het bevoegde kantoor.
Afgebakende steunzones
Momenteel zijn er drie zones in Vlaanderen afgebakend:
- De bedrijventerreinen binnen een straal van 40 km rondom Ford Genk.
- De ondernemingen gelegen binnen een straal van 40 km rond de vestigingen van Philips en Heinz in Turnhout.
- Ten slotte de bedrijventerreinen binnen een straal van 40 km rondom de gemeente Zaventem-Vilvoorde.
De huidige steunzones omvatten momenteel de gehele provincie Limburg, de provincie Vlaams-Brabant, praktisch de hele provincie Antwerpen en de Oostzijde van de provincie Oost-Vlaanderen.
De erkenning voor de eerste twee afgebakende zones (Genk en Turnhout) loopt echter af op 30 april 2021. Voor ondernemingen die investeringen voor ogen hebben in deze regio, is het derhalve aangewezen om voor het verstrijken van deze datum nog tijdig een steunaanvraag in te dienen.
De zone rondom de gemeente Zaventem-Vilvoorde loopt nog tot 30 november 2024.
Klanten van Prato kunnen bijkomende info opvragen via hun dossierbeheerder.
Bron: Wet van 30 juli 2018 houdende de optimalisatie van de steun aan werkgevers die investeren in een zone in moeilijkheden, BS 10 augustus 2018 en de Wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, BS, 22 mei 2014.