Wanneer werkgevers de kilometervergoeding voor professionele verplaatsingen van hun werknemers met eigen voertuig verhogen, kunnen ze aanspraak maken op een tijdelijk fiscaal voordeel onder de vorm van een tijdelijk belastingkrediet. Dit belastingkrediet maakt voorwerp uit van het wetsontwerp over diverse fiscale en financiële bepalingen dat op 10 november door het Parlement in plenaire vergadering is aangenomen.
Door creatie van het belastingkrediet hoopt de regering werkgevers aan te moedigen om aan hun werknemers een forfaitaire kilometervergoeding uit te keren die zo goed mogelijk aansluit bij
deze die aan ambtenaren wordt toegekend (zogenaamde “ernstige norm”).
Het krediet kan door alle werkgevers toegepast worden, behoudens indien de verhoging ten laste is van een buitenlandse inrichting.
Professionele verplaatsingen
Het betreft professionele verplaatsingen met het eigen gemotoriseerd voertuig (o.a. ook speed pedelecs wanneer ze elektrisch worden aangedreven) door werknemers tussen klanten of werven bijvoorbeeld. Ze geldt m.a.w. niet voor de tussenkomst van de werkgever in het woon-werkverkeer.
Bij toekenning van de vergoeding is het van belang dat aangetoond wordt dat deze berekend is op basis van werkelijk afgelegde kilometers.
Voorwaarden verhoging kilometervergoeding
Het belastingkrediet geldt enkel voor het verhoogde gedeelte van de forfaitaire kilometervergoeding die de werkgever betaalt of toekent van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022.
Bijkomend moet de verhoging aan een aantal voorwaarden voldoen :
- De cao, het arbeidsreglement of de individuele arbeidsovereenkomst moet aangepast worden in functie van deze verhoging, en wel tussen de periode van 1 november 2021 en 31 december 2022.
- Voorgaande aanpassing geldt voor onbepaalde duur.
- De kost van de verhoging wordt niet door een derde ten laste genomen.
Voor de dienstenchequesector betekent dit dat verplaatsingskosten voor huishoudelijke boodschappen op verzoek van de klant enkel in aanmerking komen indien de klant deze kosten nog niet heeft betaald. Een uitzendbedrijf kan niet genieten van dit belastingkrediet aangezien het de kilometervergoeding (meestal) doorrekent aan de gebruiker.
Berekeningsformule belastingkrediet
Het belastingkrediet =
- Het bedrag waarmee de kilometervergoeding ten opzichte van het bedrag op 1 november 2021 verhoogd is;
- vermenigvuldigd met een tarief voor het gedeelte van de verhoging:
- Voor professionele verplaatsingen tot en met 0,3707 euro per kilometer : gemiddelde van het bedrag voor- en na de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding en dit te delen
door 0,3707 euro per kilometer, afgerond op de hogere of lagere tweede decimaal naargelang het cijfer van de derde decimaal al dan niet 5 bereikt.
Voorbeeld wetgever: Voor een verhoging op 1 maart van 0,25 euro per kilometer naar 0,35 euro per kilometer betekent dit dat een tarief van 80,93 pct. van toepassing zal zijn ((0,25
+ 0,35) /2)/ 0,3707) - Voor professionele verplaatsingen vanaf 0,3708 euro per kilometer tot en met het bedrag van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen die de federale overheid aan zijn personeel toekent : tarief van 100 %.
- Voor professionele verplaatsingen tot en met 0,3707 euro per kilometer : gemiddelde van het bedrag voor- en na de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding en dit te delen
Elk bedrag dat boven de forfaitaire kilometervergoeding voor professionele verplaatsingen wordt toegekend, kan niet genieten van het belastingkrediet.
Opgelet als de werkgever de kilometervergoeding voor professionele verplaatsingen koppelt aan de automatische indexering door de overheid, zal er geen belastingkrediet toegepast kunnen worden aangezien er dan geen nieuwe rechten gecreëerd worden in hoofde van de werknemer. De werknemer had immers steeds recht op de verhoging van de kilometervergoeding.
Toepassing
Het belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding wordt volledig verrekend met de personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting of met de belasting van niet-inwoners.
Deze bedragen van de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor professionele verplaatsingen waarvoor een belastingkrediet wordt verleend, kunnen wel niet meer afgetrokken worden als beroepskosten. Voor het overige gedeelte van de toegekende forfaitaire kilometervergoedingen (kilometervergoeding minus verhoging) blijven de aftrekbeperkingen evenwel onverkort gelden.
Voorbeeld wetgever:
Stel dat op 1 november 2021 een forfaitaire kilometervergoeding wordt toegekend van 0,20 euro per kilometer die op 1 maart 2022 wordt verhoogd, via een aanpassing aan het arbeidsreglement, tot 0,35 euro per kilometer voor verplaatsingen door een werknemer met een dieselvoertuig dat een CO2-uitstoot heeft van 120 gram per kilometer.
Het gedeelte van de verhoging van 0,15 euro per kilometer waar het belastingkrediet voor gevraagd wordt zal in zijn geheel niet aftrekbaar zijn. Op de 0,20 euro per kilometer zal de aftrekbeperking wel van toepassing zijn.
Toepassingsgevallen
De parlementaire stukken maken melding van enkele toepassingsvoorbeelden:
Voorbeeld 1
Werknemer Y legt tussen 1 maart 2022 en 31 maart 2022, 3 000 kilometer af met zijn eigen voertuig voor dienstverplaatsingen.
Op 1 november 2021 kreeg werknemer Y van werkgever, natuurlijke persoon, X een forfaitaire kilometervergoeding van 0,30 euro per kilometer, zoals vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst.
Gelet op de stijgende brandstofprijzen besluit werkgever X op 1 maart 2022 zijn forfaitaire kilometervergoeding te verhogen tot 0,40 euro per kilometer.
Voor de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022 betekent dit voor werkgever X 300 euro extra kosten door de toegekende verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen.
Het gedeelte tussen 0,3707 euro per kilometer en 0,40 euro per kilometer geeft recht op een belastingkrediet ten belope van 100 pct. Voor dit gedeelte zal werkgever X dus een belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen kunnen aanvragen van 87,90 euro (3 000 *(0,40-0,3707) * 100 pct.)
Voor het gedeelte tussen 0,30 euro en 0,3707 euro zal werkgever X recht hebben op een belastingkrediet aan een tarief van 90,46 pct. (((0,30 + 0,3707)/ 2)/ 0,3707). Voor dit gedeelte zal werkgever X aldus recht hebben op een belastingkrediet van 191,87 euro (3 000 *(0,3707-0,30) * 90,46 pct.).
Aldus kan werkgever X in totaal een belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen genieten van 279,77 euro.
Werkgever X zal als gevolg van de toepassing van het belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen het bedrag van 300 euro niet als beroepskost kunnen aftrekken.
De netto-kost van de door werkgever X aan werknemer Y toegekende verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen van 300 euro, bedraagt in hoofde van werkgever X aldus 21,23 euro.
Voorbeeld 2
Werknemer Y legt tussen 1 maart 2022 en 31 december 2022, 15 000 kilometer af met zijn eigen voertuig voor dienstverplaatsingen.
Op 1 november 2021 kreeg werknemer Y van vennootschap X een forfaitaire kilometervergoeding van 0,20 euro per kilometer, zoals vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst.
Gelet op de stijgende brandstofprijzen besluit vennootschap X op 1 januari 2022 zijn forfaitaire kilometervergoeding te verhogen tot 0,25 euro per kilometer. Voor de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022 betekent dit voor vennootschap X 750 euro extra kosten door de toegekende verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen.
Het tarief voor het belastingkrediet wordt bepaald door het gemiddelde te nemen van 0,20 euro per kilometer (de referentievergoeding) en 0,25 euro per kilometer (de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen) en dit te delen door 0,3707 euro per kilometer. Dit tarief bedraagt aldus 60,81 pct.
Vennootschap X heeft bijgevolg recht op een belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen van 456,08 euro. Vennootschap X zal als gevolg van de toepassing van het belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen het bedrag van 750 euro niet als beroepskost kunnen aftrekken en
onder de verworpen uitgaven moeten opnemen.
De netto-kost van de door vennootschap X aan werknemer Y toegekende verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen van 750 euro bedraagt in hoofde van vennootschap X aldus 293,92 euro.
Aangifteformulier AJ 2022
Aangezien de aangifteformulieren voor aanslagjaar 2022 reeds in omloop zijn en deze aangifteformulieren geen codes bevatten om de toepassing van het belastingkrediet aan te vragen, zal de aanvraag hiervan via een apart formulier moeten gebeuren, waarvan de vorm en inhoud nog middels een koninklijk besluit vastgelegd dient te worden.
Aparte procedure -aanvraagformulier
Het model van formulier werd op 20 februari jongsleden door de fiscus gecommuniceerd. Het betreft het formulier 275CIK.
Het formulier bevat het volgende:
- de naam en voornaam van de belastingplichtige indien deze een natuurlijke persoon is of de benaming van de belastingplichtige indien deze een rechtspersoon is;
- het fiscaal nummer indien de belastingplichtige een natuurlijke persoon is, het ondernemingsnummer indien de belastingplichtige een rechtspersoon is;
- het bedrag van de niet-aftrekbare beroepskosten;
- het bedrag van het belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen waarop aanspraak wordt gemaakt.
Bij het formulier zal de werkgever een bijlage met de volgende gegevens moeten voegen :
- het bedrag van de referentievergoeding;
- het bedrag van de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen, met aanduiding van het tijdstip waarop een verhoging werd doorgevoerd;
- het aantal afgelegde kilometers waarvoor een forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen werd toegekend met een onderverdeling in volgende perioden:
- 1 maart 2022 – 30 juni 2022;
- 1 juli 2022 – 30 september 2022;
- 1 oktober 2022 – 31 december 2022;
- een bevestiging dat de cao, het arbeidsreglement of de individuele arbeidsovereenkomst aangepast werd in functie van deze verhoging, en wel tussen de periode van 1 november 2021 en 31 december 2022 (deze moeten op verzoek van de Administratie overhandigd kunnen worden). Wanneer tijdens een hiervoor bedoelde periode een verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen wordt toegepast, moet een opsplitsing gemaakt worden binnen de periode van het aantal afgelegde kilometers voor deze verhoging en het aantal afgelegde kilometers na deze verhoging.
Het formulier moet via MyMinfin ingediend worden.
Enkel voor de personenbelasting en belasting niet-inwoners natuurlijke personen mag het formulier per post overgemaakt worden naar :
FOD Financiën
Gaston Crommenlaan 6 bus 555
9050 Gent
Het formulier kan vanaf heden ingediend worden en uiterlijk op 31 maart 2023. Als de limietdatum van de aangifte na 31 maart 2023 ligt, moet het formulier ten laatste op die limietdatum ingediend worden.
Antimisbruikbepaling
De wetgever heeft de antimisbruikbepaling ook van toepassing verklaard voor bovenvermelde regeling zodat deze maatregel ook ingeroepen kan worden bij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op het belastingkrediet en de toekenning ervan in strijd zou zijn met de doelstellingen van de maatregel. De antimisbruikbepaling houdt in dat een rechtshandeling of een geheel van rechtshandelingen niet kan worden tegengeworpen aan de fiscale administratie in het geval van fiscaal misbruik.
Bron: Wet van 3 oktober 2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen, BS 20 november 2022.